Een restavec met natte voeten
Geert van der Kolk woonde lang in de Verenigde Staten en
schreef zijn belevenissen in fictieve vorm naar het Parool. In de
Waterverkoper, dat over een achttienjarige Haïtiaan gaat die naar Florida
vlucht, doet hij min of meer hetzelfde, zegt Wim Brands.
Van der Kolk is een hartstochtelijk zeezeiler. Vijftien jaar
geleden werd hij indirect met het probleem van de Haïtiaanse vluchtelingen
geconfronteerd, toen ze op zee over de radio hoorden van een gezonken boot van
zeven meter lang waarop veertig personen zaten. Omdat zij zich stroomafwaarts
bevonden konden ze niet helpen.
Voor de roman verbleef Van der Kolk drie maanden op Haïti,
op een eilandje aan de zuidkust.
De armoede is overweldigend, vooral na de aardbeving in
2010. Er is nauwelijks vis om te vangen, er liggen dode honden op straat, de
vuilnis stinkt, politie ontbreekt. Braziliaanse vredestroepen verdedigen hun
eigen kazerne.
Hij bouwde samen met anderen in drie maanden een boot en
trok daarmee langs de Bahama’s naar Florida. Vluchtelingen doen het in een
week, want op de Bahama’s worden ze gearresteerd.
Waarom een roman? vraagt Wim Brands.
Vanwege de behoefte om het een literaire karakter te geven,
zegt Van der Kolk. Hij zocht lang naar een vorm om zijn ervaringen recht te
doen.
Brands vindt ook dat fictie een beter beeld geeft van
non-fictie.
Van der Kolk zegt at het onduidelijk is wie de vader van hoofdpersoon
Nodieu is. De jongen ging niet, zoals hij zelf dacht, naar een school in Port
au Prince, maar bleek door zijn vader verkocht als restavec, een huisslaaf,
zoals vaker gebeurt. In die hoedanigheid verkoopt hij als negenjarige water aan
passanten op straat.
Van der Kolk sprak met kinderen die in een opvangcentrum
terechtkwamen. Daar moet je geluk voor hebben. Nodieu kreeg een ongeluk, kwam
in een ziekenhuis en vandaar in het opvangcentrum. Van der Kolk vertelt erbij
dat men in het ziekenhuis geen eten krijgt en daarvoor afhankelijk is van
familie, maar dat is bij mijn weten ook in een modern Europees land als Italië
het geval.
De Verenigde Staten is een droom. Er wonen daar een kwart
miljoen Haïtianen. Een kwart of een derde van het inkomen van Haïti komt uit de
V.S. Men heeft een onrealistisch beeld van het land. Alsof men daar werk kan
krijgen en asiel. Alleen Cubanen kunnen gebruik maken van de regeling Natte
voeten, droge voeten, die nog uit de koude oorlog periode stamt: als ze
eenmaal aan land zijn, moeten ze opgevangen worden.
Van der Kolk zegt dat men wel een keuze heeft, namelijk
teruggaan. De drie Haïtianen die met hem op de boot waren en voor wie hij visa
had geregeld wilden niet in Florida blijven. Liever armoede in het eigen dorp
dan ondergaan in de onderklasse in de V.S.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten