Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 13 december 2017

Rodaan Al Galidi over Duizend-en-één nachtmerries, VPRO Boeken, 26 november 2017


In Nederland moet een kanarie om vier uur kraaien.

Rodaan Al Galidi (1971) is schrijver en dichter maar heeft daar geen hoge pet van op. Hij speelt liever op een muziekinstrument of luistert ernaar. Vorig jaar kwam zijn roman Hoe ik talent voor het leven kreeg uit, dit jaar gevolgd door de verhalenbundel Duizend-en-één nachtmerries. Jeroen van Kan praat met de Irakees die uitgesproken, weinig geaccepteerde meningen heeft en daarom een genot is om naar te luisteren.

Van Kan vraagt meteen wat de verschillende verhalen, buiten de persoon van de schrijver, bij elkaar houdt.
Al Galidi zegt dat de lezer niet dient na te denken maar verder moet lezen. Zijn verhalen doen geen appèl op het intellect en de lezer moet er niet door veranderd willen worden. Men dient juist voorzichtig te zijn met het opgeladen worden met woorden, want daar zijn slechte voorbeelden van, zoals Mein Kampf, dat veel over de toonbank gaat.

Van Kan vraagt daarop waarom hij zich dan inspant om zijn ideeën op papier te zetten.
Al Galidi antwoordt dat hij vaak niets te doen heeft en dan maar gaat schrijven. Muziek en sport zijn belangrijker activiteiten voor hem. Schrijven doet hij om wat geld te verdienen want acht uur per dag werken lijkt hem niets. Van huis uit is hij civiel ingenieur en schrijven is een hobby. Een mooie zin komt toevallig naar boven en doet hem nadenken of hij die ergens gelezen heeft. Zijn lezers zijn vaak minder te spreken over zo’n zin omdat die te ingewikkeld is. Hij houdt van kinderboeken met zwart en witte karakterschetsen van vlees en bloed en verder vindt hij alleen de negentiende schrijvers van belang. In de levensduur van zijn eigen boeken heeft hij geen hoge dunk. Die zullen snel vergeten worden. Hij vindt geluid belangrijker en was musicus geworden als hij talent daarvoor gehad had.

Van Kan haalt de uitspraak van hem aan dat zijn verhalen niet verder dan twee centimeter diep gaan.
Al Galidi antwoordt dat ze soms wel een halve centimeter dieper gaan. Veel van de inhoud heeft hij afgepikt van zijn personages. Hij luistert en kijkt graag, maar heeft geen goed geheugen, waardoor situaties steeds weer nieuw zijn. Hij haalt een verhaal aan over een buitenlandse vrouw die een Nederlandse kip krijgt van een boer, die de culturele botsing tussen de twee culturen symboliseert. Zo’n kip weet net als een Nederlandse hond meer van ons met de tijd verbonden leven dan een advocaat in Bagdad. Voor een buitenlander is onze levensstijl, waarin we ook in onze persoonlijke sfeer bedrijfsmatig handelen die burn-outs veroorzaakt, vervelend maar er valt wel onder te werken. 

Dat doet Van Kan denken over een verhaal van een Amsterdammer van buitenlandse afkomst die op een eiland toch weer zijn eigen land van herkomst probeert vorm te geven.
Al Galidi vraagt zich af hoe een buitenlander zich aan onze levensstijl kan aanpassen en of hij daartoe moet veranderen. Hij moest meer veranderen dan Nederlandse emigranten eerder deden, zoals in de Verenigde Staten en Canada. Op straat dient men zich anders te gedragen dan thuis. Hij vertelt dat hij in een azc woonde en met een groep Arabieren naar de supermarkt ging, hetgeen zo bedreigend was dat zelfs de katten in de straat van de vensterbank verdwenen. In Nederland moet een kanarie om vier uur kraaien. Het systeem heeft twee gezichten en geeft aan wat men wel en wat men niet moet doen. Zelf opteert hij voor het eerste. In Irak zou hij hetzelfde systeem maken als hier. Dan zou dat het mooiste land in het Midden Oosten zijn. Een crimineel volgt hier de regels beter op dan een advocaat in Bagdad. De eerlijkheid hier, of die nou uit angst of geloof voortkomt, komt hem voor als een wonder. Hij is in de loop van de tijd zo Hollands geworden dat hij zich op een boekenbeurs in Algerije ergerde aan het feit dat zijn lezing tot een later tijdstip werd uitgesteld.

Van Kan eindigt het gesprek met de opmerking dat de verhalen wel dieper gaan dan twee en een halve centimeter.

Hier het verhaal Slaap lekker op de site van de uitgeverij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten