Tegenwerking bij Europese samenwerking is niet van vandaag of
gisteren
Drie jaar geleden maakte documentairemaker Misja Pekel onder
de titel De eurocrisis en de beeldvorming
een programma over de crisis rond de verwachte uittreding van Griekenland uit
de Europese Unie. Inmiddels is er een andere partner die op eigen houtje
besloten heeft om het bijltje erbij neer te gooien. Na de Brexit kijkt Pekel
terug op het ontstaan van de Unie en vooral de samenwerking daarin met de
Britten die altijd al een buitenbeentje waren. De oude archiefbeelden zijn
daarbij een lust voor het oog.
Het Verdrag van Maastricht, dat vijfentwintig jaar geleden
gesloten werd, is niet aan Pekel voorbij gegaan omdat hij zelf uit die plaats
komt. Toen al veroorzaakte het verdrag breuklijnen tussen voor – en
tegenstanders van Europese samenwerking, dus de huidige malaise is niet alleen
van vandaag de dag. Pekel laat aan de hand van oude televisiebeelden zien dat
het verdrag in 1992 noodzakelijk was. De Nederlandse premier Ruud Lubbers zei
dat de twaalf lidstaten gevangenen van elkaar waren en dat ze gebonden waren om
tot overeenstemming te komen.
Pekel begint zijn documentaire aan het eind van de Koude
Oorlog. De Amerikanen verkeerden in de illusie die ze die na de val van de
Sovjet Unie gewonnen hadden. De gewijzigde verhoudingen in de wereld zorgden
ervoor dat de Europese Unie in zicht kwam. De samenwerking ging daarvoor echter
ook al niet gemakkelijk. Premier Thatcher lag in 1979 in Dublin al dwars op het
gebied van de afdracht aan geld aan de Unie. Volgens de Britse diplomaat John
Kerr irriteerde ze daarmee haar collega’s.
Verschillende opvattingen over het lidmaatschap lagen aan de
problemen ten grondslag. Lubbers vond dat men teveel bezig was met het
doordrukken van het eigenbelang. Kerr meende dat de nationale trots van de
Engelsen het moeilijk maakte om zich aan te passen bij de andere landen van de
gemeenschap. Onlangs ging Pankaj Mishra daar in een Tegenlichtuitzending dieper
op in. Het beeld dat Pekel van de kolos van de EU in Brussel laat zien, is
daarbij illustratief.
Uffe Ellermann-Jensen, minister van Buitenlandse Zaken van
Denemarken, zegt dat er geen bezieling voor Europa was, maar die kwam er wel in
1985 door Jacques Delors, die hamerde op een sociale component naast de
economische samenwerking. Het proces dat hij in gang zette, werd in 1992 met
het Verdrag van Maastricht afgerond, al ging dat niet soepel. Delors sprak
zelfs de Engelse vakbonden toe die tegen de Europese samenwerking waren. Dat
was tegen het zere been van Thatcher die niets zag in een centrale Europese
regering en de mislukte Sovjet Unie daaraan ten voorbeeld stelde.
De Unie werd desalniettemin in het zadel geholpen door de
val van de Muur. Mark Eyskens, de Belgische minister van BuZa, was verrast dat
de woordvoerder van de DDR bekend maakte dat de burgers van Oost Berlijn meteen
een kijkje konden nemen bij hun buren. Daarmee was het hek van de dam. Kohl
deed daar nog een stapje bovenop door de eenwording van de Duitslanden aan te
kondigen. Om aan de zorgen van de andere Europese leden tegemoet te komen was
hij bereid om een monetaire unie in te voeren. Tijdens een conferentie in
Straatsburg zat Thatcher bekneld tussen Frankrijk en Duitsland. In een
toespraak in 1990 zei ze dat ze tegen een gemeenschappelijke munt was.
De oorlog in Joegoslavië maakte de vorming van een Unie nog
urgenter. Om de vrede te waarborgen diende ook Oost Europa in het vangnet te
worden opgenomen. De besprekingen over het Verdrag van Maastricht duurden lang
en verliepen moeizaam. John Mayor die de plaats van Thatcher had ingenomen,
bedwong een opt-out wat betreft de monetaire samenwerking en later, met Kerr
als adviseur onder tafel, ook een opt-out wat betreft de sociale paragraaf. De
burgers in Europa hadden weinig te zeggen over het verdrag, maar koningin
Beatrix pleitte tijdens het openingsdiner voor de Unie. Hoewel de Denen in een
referendum tegen het verdrag stemden, werd de overeenkomst uiteindelijk toch in
een dik boek vastgelegd. In Engeland ontstond daarop UKIP die onder leiding van
Nigel Farage ijverde voor onafhankelijkheid. Terwijl de Unie doorgroeide,
stapte Groot – Brittannië er vorig jaar uit na een felle strijd waarbij
tegenstanders van de Unie zoals de jonge Boris Johnson (zie foto), zich van valse argumenten
bedienden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten