Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 20 december 2017

Recensie: Waan en willekeur, J.T.B. Jansen


Caleidoscopisch beeld van de verschrikkingen van de oorlog voor pessimisten

Achter de nog zware titel Waan en willekeur - die opzichtig op de voorkant prijkt waarop half verscholen het gezicht van een SS soldaat te zien is - gaat een reeks sterke verhalen van langere adem schuil die samen een beeld geven van de ontreddering die de Tweede Wereldoorlog in de hoofden van nogal pessimistisch gestemde hoofdpersonen teweegbrengt. De zes verhalen, die wat betreft morele opvattingen en politieke omgeving sterk uiteenlopen, worden in chronologische volgorde opgediend. We maken eerst kennis met een dolende Nederlandse soldaat in de dagen van de capitulatie van het Nederlandse leger en tenslotte beleven we in het zesde verhaal de bevrijding, al is die een gemengd genoegen voor de hoofdpersoon met een vader bij de SS. Door zijn caleidoscopische blik weet Jansen het moeizame leven tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog sterk te verbeelden.

In de inleiding - als ik het eerste deel Creditorium zo mag opvatten - wijst de verteller vooruit naar de ellende die komen gaat. Hij heeft niet zo’n hoge pet op van zijn schrijfsels en stelt zich een zwakzinnige oom tot voorbeeld vergeleken bij wie zijn eigen werk niet veel verschilt. Zijn negatieve visie op het leven zien we terug in het eerste verhaal Voorbij de catacomben dat eerder als zelfstandig verhaal werd gepubliceerd, maar sterk herzien werd. De sfeer in het hoofd van de dolende soldaat die zich verkleedt als Duitser om aan de dood te ontsnappen is dermate zwartgallig en houdt zo lang aan dat het een ware opluchting is om in het meer sprookjesachtige Kuuroord te lezen over de jonge Xavier die in oktober 1941 door zijn moeder naar zijn zusje Corinne in de kinderkliniek gestuurd wordt, maar verdwaalt en later hoort dat de kinderen uit de kliniek zijn weggevoerd.

In het derde verhaal Endlösung, dat in april 1942 speelt, maken de sterfdag van Arthur Rosenthal mee, zoals de schrijver ons meteen al laat weten. Arthur noemt zichzelf een bastaardjood, heeft een zusje Mireille met een hersenbeschadiging en wordt daarmee gepest door schoolgenoten. Hij heeft daarnaast ook nog een akelige relatie met zijn vader, zodat hij zich het liefst met een boek op zijn kamer terugtrekt. Het beeld van een verschoppeling wordt door de schrijver letterlijk bevestigd. Als Arthur door het ouderlijk huis dwaalt en de kamer van Mireille in ogenschouw neemt kan hij niet anders concluderen dat dit etiket op hen beiden van toepassing is. ‘Verschoppelingen, dat zijn wij beiden.’ Gelukkig is er de positieve knappe joodse leeftijdsgenote Helena die hij in de leesclub ontmoet en die hem steeds weer vertrouwen inspreekt al is dat voor Arthur nauwelijks te behappen, maar juist haar vertrek met haar kunstzinnige ouders maakt de afgrond voor Arthur heel erg diep.

Acte gratuite speelt zich af in 1943 een psychiatrische kliniek in Duitsland, waar Johan Schmitt zich opwerkt van gevangene tot deelnemer aan experimenten met gevangenen die men daar verricht. Schmidt komt terecht in een situatie waarin het moeilijk is om uit te maken wie van de leidinggevenden de waarheid spreekt waardoor hij moeilijk weet wie hij moet geloven, maar hij maakt gebruik van informatie die hij krijgt van verpleegster Therese om zijn baas te chanteren en zijn vrijheid op te eisen. Therese, die met hem na de oorlog verder wil draagt een kind dat van hem maar ook van een ander kan zijn, hetgeen door een miskraam opgelost wordt waarna Schmitt als vrij man de kliniek kan verlaten.  

Kétyner Graben verwijst naar een steunpunt in Hongarije van waar de Duitse sergeant Weissmann en zijn naïeve hulpje zullen worden opgehaald nadat ze bommen hebben geplaatst die de Russische invasie moeten tegenhouden. Weissmann, die liever met de andere soldaten achter de door hem begeerde Natasja was aangegaan, ziet tijdens het wachten om opgehaald te worden dat het Hongaarse meisje dicht bij hem in de buurt was, maar of hij haar kan krijgen is zeer de vraag want de Russen zijn ook bezig met hun opmars. Aangrijpend is een anekdote waarin Weissmann met een meisje geconfronteerd wordt dat door de nazi’s wordt voorgehouden dat ze haar vader voor dertig kronen kan terugkrijgen. Ze spreekt ook Weissmann aan, die zich echter van haar afwendt. ‘Hij was de straat uitgelopen met achter zijn rug het hoongelach van de SS-ers, ondertussen probeerde hij niet te luisteren naar het geweeklaag van het meisje dat nog altijd op zoek was naar dertig kronen, de prijs voor haar vader die kort daarop moest zijn neergeschoten, want toen hij even later het centrum verlaten had, had hij niet ver weg bij de steengroeve buiten het dorp, het geratel van mitrailleurs kunnen horen.’      

In het laatste deel Aankomst in Arcadië, dat aan het eind van de oorlog speelt en de omvang heeft van een korte roman, maken we kennis met aartspessimist jood Wessel die zich gewend heeft tot Alex, een oud collega van zijn vader, om de arbeidsdienst te ontvluchten. Hij verricht hand- en spandiensten voor Alex en brengt de jonge vrouw Esther met haar pseudoniem Sybille naar een onderduikadres. Als hij op zoek naar rookwaar opnieuw bij haar aanklopt, blijkt het tussen de twee dermate goed te klikken dat Wessel bij Esther blijft tot de grond onder zijn voeten te heet wordt en hij teruggaat naar het huis van Alex, waar hij een armoedige, lekkende kamer heeft. Hij stuit daar op een Duitser die een relatie heeft met de dochter van Alex, waarna het tot dan toe vrij duidelijke verhaal, net als in Acte gratuite, opeens allerlei onverwachte versies krijgt, die de lezer, ondanks de grote zorgen van Wessel, in een gelukzalige achtbaan brengen. Alex blijkt toch een heel ander persoon te zijn dan de jodenhelper die hij voorgeeft te zijn. Het verhaal blijft tot het eind toe spannend, omdat de mogelijkheden voor Wessel die een vader heeft die mogelijk bij de SS in dienst getreden is, beperkt zijn en hij in het licht van de bevrijding voor zijn leven moet vechten.

Vanuit verschillende optieken worden we geconfronteerd met morele dilemma’s die het leven van individuen tijdens de oorlog tot een hel maken. Onjuiste informatie is net als in een onze tijd een belemmering om juiste beslissingen te kunnen nemen. De hoofdpersonen zijn niet zwart wit. Ze strijden zowel voor als tegen de nazi’s, hebben het nooit gemakkelijk met hun vader, die, zoals in Endlösung, een regelrechte hekel heeft aan zijn zoon, moeders zijn over het algemeen zwak en zusjes ziek. Door de dwarsverbanden tussen de verhalen maken we de dilemma’s aan de lijve mee. De verhalen zijn daarnaast goed geschreven en ademen een sfeer die, in het geval van Arthur, in een roman van Vestdijk of Reve niet zou misstaan maar daarnaast roept het ook associaties op met het werk van W.F. Hermans. Door de overtuigende verhalen van Jansen en de intense spanning die hij weet op te wekken, beleven we de stressvolle situaties mee waarin de hoofdpersonen hun hoofd boven water proberen te houden. De inleiding, waarin de schrijver zijn inspanningen bagatelliseert, had dus wel achterwege kunnen blijven.

Hier meer informatie op de site van de uitgever met daarop ook perscommentaren over Voorbij de catacomben.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten