De mens als onzekere enkeling of aangepast kuddedier
Louis Paul Boon (1912-1972) is een grootmeester in het
beschrijven van de sociale verhoudingen aan de onderkant van de samenleving. In
een bedrieglijk eenvoudige, maar vormvaste volkstaal stelt hij de hypocrisie
van de burger en het nutteloze najagen van idealen als recht en orde op scherpe
wijze aan de kaak. In het nog maar pril huwelijksleven van een denkende man en een doenerige vrouw zet een
dienstmeisje spanning op de weinig gepassioneerde relatie.
We horen eerst de visie van de man die in de vrieskelders
werkt en zich nogal buiten de maatschappij voelt staan, vervolgens krijgen we
de visie van het vrijgevochten dienstmeisje te horen en tenslotte zet de vrouw
daar haar eigen verhaal tegenover.
De man probeert het verstikkende klimaat te overleven door na te denken over het leven, terwijl zijn vrouw een echte zwoeger is uit een arbeidersgezin. Het meisje staat wat betreft haar ideeën dichter bij de man en probeert de vrouw met brutale vragen te provoceren. Dat lukt nauwelijks omdat de vrouw alle kritiek op haar bestaan afwimpelt met een harde lach. Op het moment dat de vrouw na een jaar of drie eindelijk zwanger wordt, worden de tegenstellingen in het huwelijk groter. Het meisje ziet kans een wig te drijven tussen de echtelieden, hetgeen echter door de langzaam zich ontvouwende ontwikkelingen in het verhaal nauwelijks gevolgen heeft, al blijft het voor de vrouw de vraag in hoeverre ze haar eigen levensbeschouwing zal opgeven ten gunste van een meer open houding ten opzichte van het bestaan zoals door haar man wordt voorgestaan.
De man probeert het verstikkende klimaat te overleven door na te denken over het leven, terwijl zijn vrouw een echte zwoeger is uit een arbeidersgezin. Het meisje staat wat betreft haar ideeën dichter bij de man en probeert de vrouw met brutale vragen te provoceren. Dat lukt nauwelijks omdat de vrouw alle kritiek op haar bestaan afwimpelt met een harde lach. Op het moment dat de vrouw na een jaar of drie eindelijk zwanger wordt, worden de tegenstellingen in het huwelijk groter. Het meisje ziet kans een wig te drijven tussen de echtelieden, hetgeen echter door de langzaam zich ontvouwende ontwikkelingen in het verhaal nauwelijks gevolgen heeft, al blijft het voor de vrouw de vraag in hoeverre ze haar eigen levensbeschouwing zal opgeven ten gunste van een meer open houding ten opzichte van het bestaan zoals door haar man wordt voorgestaan.
Mooi is een fragment waarin de onhandige man de nageboorte
van het kind in de tuin gaat begraven, hetgeen gewoonlijk het werkterrein is van
zijn vrouw. Hij doet dit niet diep genoeg hetgeen hem een paar weken later op
een schampere reactie van de buurman te staan die in opdracht van de vrouw de
tuin gaat omspitten.
De verhouding tussen de mens als kuddedier of als individu
staat centraal in Menuet. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het individu geen zelfbewuste persoonlijkheid bezit. Vooral de
houding van de aangepaste mens wordt aan de kaak gesteld. De man in het verhaal is het prototype van iemand
die geen enkele zekerheid heeft, in eenzaamheid zijn werk doet in een omgeving
waar warmte uitgesloten is. In de avonduren sluit hij zich op in zijn zolderkamer om morbide krantenknipsels te verzamelen, die duidelijk maken hoe
verschrikkelijk de mensensoort zich ontwikkeld heeft. Het dienstmeisje zit nog
op school en rebelleert tegen het systeem daar, net als tegen dat van de
kerk. Ze zoekt een uitweg voor haar puberteitsgevoelens die als een storm door
haar lichaam razen en verkiest net als de man het zintuigelijk ervaren boven
de kennis die door school en kerk als model voor het leven wordt voorgesteld. Ze weet daarmee de man te bedwelmen, die toch al weinig bevrediging van zijn
hardwerkende vrouw kan verwachten. De vrouw die op het eind van het verhaal een
glimp opvangt van de seksuele spanning tussen haar man en het meisje, kan
daarover niet echt boos worden, omdat ze zelf in het geheim een slippertje
heeft gehad met haar driftmatige zwager. Het meisje dat daarvan een vermoeden
heeft gehad, weet eerder dan de vrouw dat zij zwanger is. Terwijl de man vreest
dat hij zich te laat heeft teruggetrokken, is de vrouw bang dat de man haar in
de steek zal laten. Zo zit men gevangen aan elkaar.
Boon schotelt de verschillende gevoelens, die door het meisje worden geactiveerd, op subtiele en aannemelijke wijze voor aan de lezer. De Vlaamse taal waarvan hij schrijft is van een grote puurheid en geen is misplaatst. Als een mes snijdt Boon door de oppervlakkige laag van het mens-zijn, waarin traditie, sociale controle en fatsoen de leidende waarden zijn. In deze korte roman die net als Vergeten straat tot zijn vroege werk behoort, ontvouwt hij een weg waarin een menswaardig bestaan tot de mogelijkheden behoort, al is die niet de gemakkelijkste. In ieder geval biedt hij de lezer de ruimte om verder te zien dan zijn neus lang is, ook in deze tijd waarin conformisme sterker is dan ooit.
Boon schotelt de verschillende gevoelens, die door het meisje worden geactiveerd, op subtiele en aannemelijke wijze voor aan de lezer. De Vlaamse taal waarvan hij schrijft is van een grote puurheid en geen is misplaatst. Als een mes snijdt Boon door de oppervlakkige laag van het mens-zijn, waarin traditie, sociale controle en fatsoen de leidende waarden zijn. In deze korte roman die net als Vergeten straat tot zijn vroege werk behoort, ontvouwt hij een weg waarin een menswaardig bestaan tot de mogelijkheden behoort, al is die niet de gemakkelijkste. In ieder geval biedt hij de lezer de ruimte om verder te zien dan zijn neus lang is, ook in deze tijd waarin conformisme sterker is dan ooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten