Taaldichter die zich steeds persoonlijker uitte
De documentaire totaal
witte kamer gaat over Gerrit Kouwenaar die zeer onlangs op 91 jarige
leeftijd overleed. In de tijd dat de documentaire gemaakt werd presenteerde
Kouwenaar de bundel Totaal witte kamer
waarin hij reflecteert over de dood van zijn vrouw Paula en zichzelf hervindt
in een ongezellig leven.
De titel van documentaire als dichtbundel slaan op een kamer
in hun huis in Frankrijk dat nog eenmaal wit gemaakt moet worden. Kouwenaar
vertelt aan Frodo Terpstra dat de kamer ontruimd moest worden vanwege een nieuw
dak en dat zij de kamer nog eenmaal wit wilden maken:
Totaal witte kamer
Laten wij nog eenmaal de
kamer wit maken
nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik
dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal
de kamer wit maken, nu, nooit meer later
en dat wij dan bijna het volmaakte napraten
alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar
dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale
zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven
witter dan, samen –
nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik
dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal
de kamer wit maken, nu, nooit meer later
en dat wij dan bijna het volmaakte napraten
alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar
dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale
zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven
witter dan, samen –
Hij
schreef het gedicht in Amsterdam nog voor de dood van zijn vrouw. Wit maken is
het ontdoen van de bekrassing van de tijd. Wit is geen kleur maar de zuiverheid
waar de kleuren uit te voorschijn komen. Daarmee is het volgens Terpstra
onaangetast door de tijd.
Kouwenaar
vertelt tegen Terpstra dat hij bang is dat zijn nieuwe, meer persoonlijke
gedichten niet overkomen, maar op het poëziefestival in Landgraaf krijgt hij
een groot applaus. Volgens redacteur Jan Kuijper van Querido is Kouwenaar
opener geworden, wellicht ook door de toegenomen techniek. Zelf zegt hij dat
hij zich minder bekommert om het objectiveren van zijn ervaringen, maar wel op
een afgekoelde manier over emoties schrijft. Doel van de kunst is om iets aan
de tijd te onttrekken. Hij hoopt dat zijn huidige poëzie geen breuk betekent
met zijn eerder werk, alleen de toon is anders.
Terpstra filmt
in het huis van Kouwenaar in Amsterdam en ook in Frankrijk. De sfeer is rustig,
versterkt door mooie pianoklanken. Kouwenaar zit achter zijn bureau en laat
zien dat hij veel versies van een gedicht maakt. Hij rookt en drinkt rode wijn
en werkt nog op een oude typmachine. Ook is hij in het bezit van de pil Het juiste woord, een ondersteuning bij
het dichten.
Vriendin Anna
Enquist die de nodige tegenslagen te verwerken kreeg, vertelt hoe Kouwenaar
weer plezier in het dichten kreeg en is onder de indruk van zijn vermogen om in
twee of drie regels omgeven door een witregel een hele afgeronde wereld te
vangen. Ze was gefrappeerd door Dus
vredig de avond, het laatste gedicht van de bundel dat eindigt met Zwart is de mode als een bewuste of
onbewuste hommage aan Paula die kostuumkenner was.
Terwijl het laatste
gedicht het tijdstip verteert
staat de maker geledigd op van zijn tafel
hij reinigt zijn vleesmes en kijkt uit het raam
op de sierbestrating zieltogen de
bladerenstaat de maker geledigd op van zijn tafel
hij reinigt zijn vleesmes en kijkt uit het raam
verlost van hun zomer, de windengel hurkt
in het eeuwige onkruid en wacht tot er tijd is
dus vredig de avond vol afscheid en oorlog
wereld waarheid en liefde behelzen onkwetsbaar
hun ijzeren letters
nu nog iets eetbaars, bloedbeuling witbrood
dan eindelijk slapen, zwart is de mode -
Tijdens de presentatie
van de bundel in een boekhandel is ook Bernlef aanwezig. Na het voorlezen klopt
Bernlef hem amicaal op de schouder. Een andere verrassing is de bijdrage van
Kees Fens die zegt dat Kouwenaar niet bang hoeft te zijn voor
kwaliteitsverlies, want hij kiest zijn woorden al vijftig jaar erg zorgvuldig.
Bij Kouwenaar geen gemakkelijke snik, maar talige rijkdom.
Hier
een analyse van het gedicht Totaal witte kamer op de blog Over poëzie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten