Roman over het karakter van de Nederlandse ondernemer
NRC journaliste Jannetje Koelewijn schreef de roman Heilbrons hel over een fictieve zakenman
die geslachtofferd wordt, omdat hij informatie met voorkennis aan zijn zonen
heeft verstrekt.
Koelewijn heeft de roman kunnen schrijven op basis van
interviews die ze al in haar Vrij Nederland periode op de achterbank afnam aan
ondernemers. Een van de personen die model stond voor Heilbron was havenbaron Frans
Swarttouw, bestuursvoorzitter en ondernemer. Swarttouw probeerde in de eerste
hoedanigheid om Fokker van de ondergang te redden. Volgens Koelewijn zegt het
laatste iets over diens behoefte om geld te verdienen en winst te maken. Zij
vindt dit soort mensen, die heel anders zijn dan de autoritaire, calvinistische
mannen in haar eigen familie, ook creatief en hartelijk. Het zijn lefgozers die
het niet erg vinden om vervelende opmerkingen te horen te krijgen. Lieden die
wel literatuur in de kast hebben staan, maar geen tijd hebben om die te lezen
en dat ook niet erg vinden.
De romanfiguur Heilbron komt op een nogal onverkwikkelijke
manier aan zijn eind. Vroeger was het handelen op basis van voorkennis normaal,
later werd het AFM opgericht om te zorgen dat dit niet meer kon gebeuren.
Koelewijn bracht een aantal weken door op de burelen van deze financiële waakhond
en merkte dat daar dezelfde soort intelligente mannen werkten, die soms jaloers
waren op de mannen die ze moesten controleren. In de roman is bijna niets
verzonnen, zegt Koelewijn. Ook de manier om toch aan het langste eind te
trekken als men de zaak tegen deze ondernemers verliest, namelijk door naming
en shaming, is in de praktijk voorgekomen, al was dat niet altijd eerlijk.
Wim Brands komt, zoals hij op de site van VPRO-Boeken al aankondigde, uitgebreid terug
op de affaire Friso, waarin Koelewijn zelf met voorkennis, namelijk van haar
echtgenoot, handelde en daarover publiceerde op de voorpagina van NRC. Het was
naar om mee te maken en kwam haar op veel ellende te staan. De kritiek machine
was niet meer te stoppen. Ze kon het niet meer uitleggen en werd nog net niet
onthoofd. Door de affaire kreeg ze wel een idee hoe de media werken en het reikte
haar het plot van haar roman aan. Ze voegde een jonge journaliste Francoise
tussen de tegenspelers Heilbron en de officier van justitie, die samen met
Heilbron het dal in gaat (ik vroeg me af of Koelewijn dit ook zo letterlijk
bedoelde).
Brands refereert aan een handelswijze van Unilever baas Morris
Tabaksblat, die eerlijk vertelde hoe het zat als er iets mis ging met de
productie. Koelewijn zegt dat zoiets in die tijd misschien wel kon, maar door
het internet verspreiden negatieve berichten zich zo snel dat er geen houden
meer aan is.
Dit brengt Brands over de rol van de journalistiek die geen
hand in eigen boezem steekt.
Koelewijn antwoordt dat dit wel in haar roman gebeurt. Het
bevat zelfkritiek op het feit dat de journaliste Francoise zich laat
manipuleren. Zelf heeft Koelewijn geen hinder van de NRC publicatie over Friso
ondervonden. Veel dingen zijn erger dan een publieke veroordeling.
Brands vraagt haar wat zij het minst begrijpt van haar
hoofdpersoon.
Koelewijn is daarin stellig: het is de zelfreflectie die ze
mist, al kan dat ook lekker zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten