Een verse ananas leidt tot historisch onderzoek
Het boek Gouden jaren
van Annegreet van Bergen (1954) gaat over de ongebreidelde materiële groei in
de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Aan de hand van een viertal foto’s vertelt ze
daarover.
Wim Brands begint over de telefoon die eind jaren zestig in
zijn ouderlijk huis kwam.
Van Bergen weet met percentages aan te geven hoe snel die
ontwikkeling ging, maar wil eerst nog iets anders vertellen, namelijk hoe ze
aan haar onderwerp kwam.
Het is een vraag die Brands gewoonlijk ook stelt, maar Van
Bergen is hem dit keer voor.
Ze vertelt dat ze in november 2011 erg somberde over de economische
crisis. Haar opdrachtgevers lieten het afweten en op het pensioen van haar man
werd gekort. Ze kwam daardoor op het idee om terug te kijken naar de weelde van
de afgelopen decennia. Concreet begon het toen ze een verse ananas schilde. Ze
herinnerde zich dat haar vader, die bedrijfsleider was, in de jaren zestig een
verse ananas kreeg, iets dat in die tijd ongekend was, terwijl ze op dit moment
bij wijze van spreken elke dag verse ananas zou kunnen eten.
Ze gebruikte veel materiaal om haar onderzoek uit te voeren.
Haar eigen en andermens herinneringen, cijfers van het CBS, historische studies
en ze ging ook op pad, bijvoorbeeld naar musea.
Brands vraagt haar iets te vertellen wat ze onverwacht vond,
want veel van de zaken zijn ons natuurlijk wel bekend.
Van Bergen noemt het regeringsbrood, dat nog in de jaren
zestig gebakken werd. Het was een erfenis uit de Tweede Wereldoorlog, toen
bakkers verplicht waren goedkoop brood te leveren dat behalve met graan ook met
peulvruchten gemaakt was om aan de behoefte van arme mensen te voorzien.
Brands toont de eerste foto: De lege snelweg.
Van Bergen wilde veranderingen in de maatschappij in kaart
brengen en las daarom het boekje van de Anwb Veredelde rijkunst voor iedereen. Daarin werd beschreven dat men
voor de autorit onder andere moest controleren of de portieren goed dicht
waren. Dit herinnerde haar aan een voorval uit haar jeugd toen een zoontje van
de huisarts uit de auto geslingerd werd en aan zijn verwondingen overleed.
Inmiddels is het verkeer, ondanks de enorme toename van auto’s, veel veiliger
geworden. Van Bergen verklaart dat uit het feit dat het gedrag veranderd is, de
wegen verbeterd en de auto’s zelf ook veiliger zijn.
Foto twee: Groot gezin.
Van Bergen heeft uitgezocht dat tot 1968 in het openbaar
geen condooms werden verkocht. Ze vertelt de anekdote dat haar ouders ze
hergebruikten. Ze zag namelijk een gebruikt exemplaar in de linnenkast. Dat
gebeurde vaker, weet ze. Ze heeft het archief van de NVSH geraadpleegd en uitgezocht
dat condooms in die tijd duurder waren dan nu.
Foto drie: Kinderwagen.
Van Bergen wilde een oude kinderwagen in een museum wegen,
maar die was te zwaar voor haar. Haar man lukte het wel en kwam op 34 kilogram,
drie keer zo zwaar als nu, maar de oude wagen was dan ook niet bedoeld om
achterin de auto mee te nemen.
Foto vier: Bermtoerisme.
Omdat er weinig te doen was en men ook geen geld had, stapte
men in de auto om ergens op een mooi plekje langs de weg naar andere
automobilisten te gaan kijken.
Tenslotte vraagt Brands of de meeste veranderingen in de
geschiedenis in de door haar beschreven periode optraden.
Absoluut, zegt Van Bergen.
Een boek dat ik wel ga kopen
BeantwoordenVerwijderen