Verschillende manieren van verwerking na zelfdoding dochter
Documentairemaakster Annelies Heesakkers werd geconfronteerd met het onderwerp
zelfdoding en de verwerking ervan door de ouders toen dit in haar kennissenkring
voorkwam. Ze maakte een tweeluik over de verwerking van de dood van twee begaafde
dochters, die in de twintig waren toen ze uit het leven stapten uit angst
dat ze niet konden waarmaken wat ze wilden. De ouders praten heel openhartig
over hun verlies en hun manier om daarmee om te gaan.
Has en Lenny zijn de ouders van de 27 jarige Fijkje (1985 –
2013). Haar vader vertelt dat Fijkje doortastend was, haar moeder vond haar
vrolijk als kind, maar zag dat ze in de puberteit van karakter veranderde. Vanwege
anorexia verbleef ze een paar maanden in een kliniek, maar dat was een
vreselijke tijd.
Lenny leest voor uit het dagboek van Fijkje, waarin ze
schrijft dat ze niet in de tijd past, omdat ze geen plek voor zichzelf heeft
kunnen vinden. Ze zou graag documentaires maken in plaats van werken in de zorg
dat ze weinig aantrekkelijk vindt. Tijdens haar reizen was ze het gelukkigst,
zodat ze op zee wil worden uitgestrooid.
In de documentaire zijn beelden opgenomen van de uitvaart en
van vrienden die haar as overal uitstrooien. Has en Lenny nemen ook as mee in
hun kampeerauto.
Has heeft er vrede mee dat Fijke rust heeft gevonden, al zal
het voor hem nooit wennen zijn, Hij heeft het druk met zijn winkel in tweedehands
spullen. Lenny is nog aan het rouwen en heeft daar ook de tijd voor. De kamer
van Fijkje is een prettige ruimte daarvoor. Ook Has komt daar graag, het liefst
in zijn eentje.
Otto en Vellah zijn de ouders van Esther (1958 – 1982).
Volgens haar vader was Esther een levensblije meid, met artistieke begaafdheid
en veel sociale contacten. Haar moeder zegt dat ze heel succesvol was op de
Rietveldacademie, maar dat ze tijdens een stage in Rome de weg kwijt raakte.
Otto speelt een aria van Mozart over een meisje dat haar
speld kwijt is. Esther was de dag voor haar dood ook iets kwijt. Eerder
speelden ze samen verdienstelijk quatre mains, zoals ook in de documentaire te
horen is. De schilderijen die Esther in Rome maakte toonden een explosie van
creativiteit en hadden een veiligheidsspeldje als handelsmerk.
In haar afscheidsbrief schrijft Esther over de kloof tussen wat
ze was en wat ze kon. Ze zag zichzelf als een verliezer en uitte haar teleurstelling
daarover.
Esther maakte voor haar moeder een regenjas die ze niet
droeg maar later uit de kast haalde. Vellah hoopte een briefje in een zak te
vinden met de mededeling dat haar dochter nog steeds bij haar was, maar vond
wel een veiligheidsspeldje. Ze dacht dat ze haar taak goed volbracht had toen
haar kinderen het huis uit gingen, maar voelde zich na de dood van Esther tekortschieten.
Otto en Vellah gaan vaak naar het kerkhof en kunnen goed
praten over hun verlies. Ze maakten deel uit van een gespreksgroep van
lotgenoten en hoorden daar van andere schrijnende gevallen. Vellah begreep dat
ze zichzelf niets hoefde te verwijten. Ze schreef na een lezersbijdrage in Vrij
Nederland het boek Mijn dochter, een
leven en werkt bij Ypsilon om steun te verlenen aan mensen die hetzelfde
overkomen. Na vijftien jaar organiseerde ze een reünie voor de klasgenoten van
Esther waarbij die ook eigen werk exposeerden. Een klasgenoot vertelde dat ze daar
een blij gevoel van overhield. Ook Vellah wil geen eeuwig treurende moeder
zijn. Dat heeft Esther niet verdiend.
Het is sterk zoals deze ouders ieder op hun eigen manier met
dit vreselijke verlies omgaan. Het is toch het ergst wat hen kan overkomen,
zoals ook in de documentaire wordt gezegd. Tegelijk zegt het veel over onze
prestatiegerichte maatschappij, waarin het aantal verliezers de winnaars
noodzakelijkerwijs in geruime mate overtreft. Het zou mooi zijn als onzalige concurrentie
kon worden uitgebannen en ieder op eigen waarde werd geschat en beoordeeld. Dat
had in ieder geval de levens van Fijkje en Esther gered.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten