Project over ongedocumenteerde vluchtelingen met rijke
inhoud
Het Over het IJ festival in Amsterdam Noord wil een
verbinding leggen tussen gevestigde Europeanen en nieuwkomers. De voorstelling De onzichtbare man van beeldend
kunstenaar Michiel Voet past daar prachtig in. Voet vertelt in zijn werkruimte
in de loods van de NDSM werf over zijn ontmoeting met een Algerijnse
vluchteling en later horen we het verhaal van die Algerijn in een voorstelling
in de loods zelf. Anders dan te verwachten is rond actuele maatschappelijk
onderwerpen, kent de inhoud van de voorstelling een diepere dimensie en laat de
toeschouwer achter met vragen over zijn eigen bestaansgrond. Daarmee wordt de
kloof tussen het bekende en het onbekende grotendeels gedicht.
Het is al bijzonder zoals Voet vertelt over zijn zoektocht naar
een geschikte atelierruimte. Dat was na zijn afstuderen aan de
Rietveldacademie. Hij nam zijn intrek in de NDSM werf waar het net leek alsof
de arbeiders pas een uur daarvoor hun werk hadden neergelegd. De immense
verlatenheid werd langzaamaan opgevuld, onder andere door een bedrijfje dat
kleding recyclede en naar Afrika stuurde. Toen het failliet ging bleef er één
man steeds bij Voet terugkomen. Hij heette Karim Ramtani en was gedeserteerd
uit het leger tijdens de Algerijnse burgeroorlog. Er ontstond vriendschap
tussen de twee. Voet bood hem een slaapplaats aan in zijn werkruimte, maar wist
niet dat zijn vriend geheimen had.
Op een nacht schrok hij van een been dat zich terugtrok in
een installatie waaraan hij werkte. Hij hoorde de adem van een man die in
paniek verkeerde. Hij beraadde zich buiten over hetgeen hem te doen stond, maar
toen hij weer naar binnen ging was de onbekende verdwenen. De enige plek waar
hij zich zou kunnen schuilhouden was in een kraanhokje. Voet pakte een ladder
en ontdekte Ramtani badend in de zweet. Het bizarre incident leidde tot een
kunstproject waar Ramtani met steeds meer interesse aan meewerkte. Voet toont
foto’s, waarin Ramtani onzichtbaar gehuld gaat in vieze omhulsels van matrassen
of zich verstopt heeft in oude meubelen. Ondertussen vertelde Ramtani een ongelooflijk
verhaal over zijn identiteit, die hij gekocht had van een Marokkaan. Toen hij
op een nacht werd aangehouden door de politie, moest hij mee naar het bureau op
verdenking van een ernstig geweldsdelict. Vervolgens werd hij afgevoerd naar
Casablanca waar hij in een ondergrondse cel werd vastgezet. Hij kocht een
bewaker om zodat hij met zijn moeder in Algerije kon bellen zoals hij dagelijks
deed, hetgeen ertoe leidde dat men hem weer terugstuurde naar Amsterdam.
De kwestie van de identiteiten inspireerde Voet tot het
maken van afgietsels van het gezicht van Ramtani en zijn eigen gezicht. Hij
laat de twee mallen zien en zegt dat Ramtani veel meer ontspannen oogt dan
hijzelf. De Algerijn waaide zonder weerstand mee met de wind, zegt Voet. Hij is
bezig met een installatie van honderdvijftig mallen van Ramtani op sokkels die
een weg bieden door een onzichtbare stad en ontvankelijk maken voor een
parallelle samenleving waarin zich veel meer mensen zich ophouden dan wij voor
mogelijk houden.
Ramtani verdween en kwam terug met een verhaal over een nare
ervaring in een gevangenis in Zaandam. Hij hervatte het kunstproject, maar was toch
aangetast door alles wat hij inmiddels had meegemaakt en begon neurotisch plastic
tasjes te herpakken. Nadat hij op een ochtend aan Voet had gevraagd een tasje
goed te verbergen verdween hij. Acht maanden later deed hij het verzoek aan
Voet om de sleutels van het atelier te vernieuwen om zich daarna nooit meer te laten
zien. Voet begreep dat Ramtani de sleutels moest hebben nagemaakt want er
sliepen ook wel anderen in de werkruimte.
Voet neemt ons mee naar de grote hal waar vroeger schepen
werden gebouwd en waar inmiddels een fraaie houten tribune staat die uitzicht
geeft op een videoscherm rond een aantal oude banken en kolossale foto’s van de
onzichtbare man. Vanuit de verte komt iemand met een rugtas en een plastic zak
op de banken afgelopen. Hij wijst op de islamitische vrouw die op de video haar
zoon Mohammed oproept om naar huis te komen omdat men hem daar nodig heeft. Hij
zegt dat het niet de moeder van Ramtani is, noch zijn echte moeder, maar een
ingehuurde Marokkaanse uit Amsterdam-West, die gevraagd is de rol van zijn
moeder te spelen. Het gaat niet om de feiten maar om het verhaal, dat hij te
vertellen heeft. Dat staat af en toe haaks op de informatie die Voet verstrekt
heeft. Het zet de toeschouwer aan het denken en brengt aan het twijfelen.
Zonder vastgestelde identiteit kan iedereen elk verhaal opdissen dat men wil,
hetgeen soms nodig is om te overleven. De identiteit is een burcht gebouwd met
stenen van angst, zegt de man die het verhaal van Ramtani uit de doeken doet.
Hij vertelt over een gesprek met een schrijver in het
centrum van de stad die hem wilde doden om daarover een roman te schrijven,
waarop hij in de nacht naar het atelier vluchtte. Omdat de pont niet voer, zwom
hij het IJ over en verborg zich in het kraanhokje dat hij zijn penthouse noemt
omdat een schoon bed niets voor hem was. Hij herinnert zich dat Voet met een
koevoet voor hem stond en dat ze allebei van slag waren. Hij doet voor hoe hij
in een oude bank kroop om de oude situatie te reconstrueren en te ensceneren.
Terwijl hij een fles wijn uit zijn tas haalt en een glas uit
de zak opdiept komt er een witte Mercedes met de koplampen aan de hal
binnengereden. Achter het stuur zit een man met een masker op die in de auto
blijft zitten en Ramtani in de gaten lijkt te houden. Ramtani trekt zich er
weinig van aan. Hij spuugt op toeristen die naar alle uithoeken van de wereld
vliegen om hun ziel te zoeken, terwijl die ook in de gevangenis te vinden is. Hij
kwam daarin terecht nadat hij in Rotterdam door een stel neonazi’s in elkaar
geslagen was en probeerde eruit te komen door de identiteit van Voet aan te
nemen, die echter geen medewerking wilde verlenen aan een persoonswisseling en
hem meteen vertelde dat hij het tasje van Ramtani had weggegooid, niet wetend
dat die vervalste identiteitsbewijzen en daarmee ook de identiteit van de man
bevatte. De mededeling vormt de aanleiding voor de binnenkomst van twee andere
gemaskerde mannen die zich op de banken zetten. Terwijl op het videoscherm het
briesende masker van Voet te zien is, stelt Ramtani vast dat hij bestaat en neemt
plaats naast de chauffeur, die wegscheurt waardoor alles in stofwolken
verdwijnt. Alleen de regendruppels die uit het dak vallen en de wind die aan de
plastic zijkanten rukt zijn nog echt. Al het andere is een constructie waarin
we geloven en waaraan we ons vasthouden.
De onzichtbare man
is een herneming van twee jaar geleden, maar wordt opnieuw tot en met 17 juli
a.s. vertoond vanwege het grote enthousiasme van het publiek. De regie is van
Leopold Witte. Michael Bijnens schreef de tekst voor de voorstelling in
samenhang met het verhaal van Voet. De onzichtbare
man is onderdeel van een kunstproject waaronder ook een expositie en een
fotoboek. In galerie Nieuw Dakota, elders op het NDSM terrein, is een minitentoonstelling
van kleine foto’s die Voet in het kader van het project maakte. Deze
minitentoonstelling maakt deel uit van het project De Asielzoekmachine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten