De moeilijke weg van jongenssopraan naar countertenor
Documentairemaker Hester Overmars werd getroffen door de intense
samenwerking tussen dirigent Geert van den Dungen en countertenor Oscar Verhaar.
Die bestond al vanaf de tijd dat Verhaar in het Rotterdams Jongenskoor zat. Er
zijn beelden van een solo optreden van Verhaar in Salt Lake City waarin hij in
een matrozenpakje de oren streelt van de elf duizend aanwezigen. Interessant is
de overgang van Verhaar naar het conservatorium waardoor hij de band met de
dominante Van den Dungen moet loslaten. Zelf zegt hij daarover dat hij in die
tijd nog wel sjoemelde tussen de adviezen van zijn oude leraar en die van zijn
nieuwe opleiding in Den Haag. De band met Van den Dungen was des te sterker
omdat Verhaar op jonge leeftijd zijn vader verloor, waardoor de dirigent een
vaderfiguur voor hem werd.
Michael Chance is een
van de docenten op het Haagse conservatorium, die vindt dat Verhaar los moet
komen van zijn jongenssopraan. Tijdens het Stabat Mater hoort hij de
kwetsbaarheid van de stem van Verhaar die nog ergens tussen een sopraan en een
tenor in zit. Hij had liever gezien dat de zanger nog een paar jaar had gewacht
met de conservatoriumopleiding, maar Verhaar had daarvoor het geduld niet.
Chance zegt zelfs dat de band met de oude leraar destructief kan zijn als die
niet op tijd verbroken wordt.
Verhaar toont ons zijn ouderlijk huis. Zijn moeder was
taalkundige en zijn vader dichter. Verhaar leest een gedicht van hem voor. Van
den Dungen wist helemaal niet dat de vader van Verhaar overleden was en sloeg
behoorlijk de plank mis toen hij op een bepaalde vraag van Verhaar zei dat hij
dat maar aan zijn vader moest vragen. Verhaar vertelt dat hij verschillende
keren op begrafenissen heeft gezongen maar dat dit nooit zo’n succes was,
vooral niet als de overledene net als zijn vader aan kanker gestorven was.
Overmars filmt Verhaar in het Nederlands Muziek Instituut
waar hij oude teksten raadpleegt. Het is de bedoeling dat hij niet alleen oude
muziek zingt maar ook weet waar die over gaat en die in een context kan
plaatsen. In dit geval een werk van Constantijn Huygens. Van den Dungen blijft
bij Verhaar betrokken en is voor Verhaar een bron van advies, ook al neemt
Verhaar niet zo gauw iets van hem aan, zoals ze zien in een uitspraak van een
bepaald woord of een toon die vals is. De verschillende inzichten tussen Van
den Dungen en de docenten op het conservatorium vormen een bron van conflict.
De laatsten willen zijn stem niet al te zeer sturen, om te voorkomen dat het
proces verstoord wordt. Verhaar beseft dat hij als countertenor doorleefder
moet zingen, terwijl hij zich persoonlijk niet zo expressief voelt. Dit zal te
maken hebben met het ingrijpende verlies van zijn vader op jonge leeftijd.
Wellicht daarom was het misschien toch niet onverstandig geweest om nog een
paar jaar te wachten met het conservatorium.
Aan het eind van de documentaire doet Verhaar auditie bij
een impressariaat. Hij zingt het Agnus Dei uit de Mattheus Passion die onder
leiding van Van den Dungen ten gehore wordt gebracht en krijgt het advies om
eerst eens concertwerk te gaan doen en zich los te maken van zijn oude leraar.
Van den Dungen die op de achtergrond aanwezig is, is het daarmee natuurlijk
niet eens. Op de eindpresentatie van het conservatorium zijn de docenten het
erover eens dat Verhaar gegroeid is. Hij besluit naar Wenen te gaan om daar
zijn opleiding te vervolgen. Van den Dungen, die zelf ooit pianist wilde
worden, maar door een duimafwijzing daarvan moest afzien, voelt zich gehoord en
begrepen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten