Initiatieven om de negatieve spiraal rond de
vluchtelingencrisis te doorbreken
De documentaire van Eefje Blankevoort en Els van Driel maakt
deel uit van een project over asielzoekers dat op 30 maart j.l. in De Nieuwe
Liefde in Amsterdam van start ging. Het project onderzoekt, volgens de
informatie op de pagina van De Asielzoekmachine, ons asielbeleid. Hoe werkt het
en hoe zouden we willen dat het werkt? In de documentaire komen verschillende
partijen aan het woord, worden morele dillema’s zichtbaar en gezocht naar oplossingen.
De vluchtelingenstroom, die in de zomer van 2015 een treurig
hoogtepunt bereikte, liet zien dat we slecht zijn voorbereid op de komst van
vluchtelingen. De regering leurde bij gemeenten om opvangplekken te realiseren.
Tegen grootschalige opvang werd luid gedemonstreerd, terwijl er anderzijds veel
vrijwilligers klaarstonden om ontheemden een helpende hand te bieden. Inmiddels
worden er alweer opvanglocaties gesloten. Het beleid vraagt kortom om meer
creativiteit dan de door de regering ingezette weg waarin vluchtelingen worden
ondergebracht in grote opvanglocaties ver weg van de maatschappij, waarin ze
zich soms jarenlang dood vervelen.
De beelden doen nogal chaotisch aan. Blankevoort en Van
Driel schieten heen en weer in de tijd. Verschillende politieke opvattingen
worden kort aangestipt. We horen iets over het Vluchtelingenverdrag dat na de
Tweede Wereldoorlog ondertekend werd vanuit een schuldgevoel tegenover de
geringe steun aan joden die uit Duitsland vluchtten en dat volgens CDA leider
Buma inmiddels aan een wijziging toe is. Er zijn beelden uit Sarajevo in 1995
toen scherpschutters de straten onveilig maakten en bewoners wegvluchtten. Een
van hen was filmmaker Lidija Zelovic die haar ervaringen met ons deelt. Ze vond
het niet gemakkelijk om in het vliegtuig te stappen en haar land te verlaten en
was dan ook zeer blij dat ze hier vriendelijk onthaald werd. Een warm welkom is
zeer belangrijk voor ontheemden, zegt ze. Ze ziet in de ogen van mensen, die
hun leven wagen om naar Europa komen en niet weten wat hen daar te wachten
staat, een grote overlevingskracht.
Blankevoort en Van
Driel vragen zich af voor wie, waar en voor hoelang de opvang moet gelden en tonen
vervolgens de omvangrijke protestacties onder de bevolking, waaronder die uit
Goes, die protesteerde tegen de opvang van asielzoekers in een leegstaand
ziekenhuis of het Drentse dorpje Oranje dat zich overvallen voelde door een
massale komst van vluchtelingen. Reacties van bewoners tonen vaak aan hun
ongefundeerd hun angsten zijn. Vluchtelingen blijken op de eerste plaats
vreemdelingen te zijn en geen medemensen. De praktijk weerspreekt de
verwachting die in het begin van de documentaire getoond werd, namelijk dat de
toenemende mogelijkheid van verkeer in de wereld de betrekkingen tussen mensen
zou verbeteren. Zelovic vindt het eng dat men niet wil nadenken over de eigen
bekrompen opvattingen.
De protestacties zijn niet alleen van vandaag. Al in 1987 werd
in Stevensbeek geprotesteerd tegen de komst van een azc. Premier Lubbers wilde
de asielverzoeken van geval tot geval bekijken en van CDA leider Brinkman wilde
de komst van asielzoekers niet aanmoedigen. Ook in die tijd was de bereidheid
om vluchtelingen op te vangen al laag. Men zag het liefst dat ze in de regio
bleven, hetgeen in de praktijk ook zo is. Volgens migratiedeskundige Evelien
Brouwer reist slechts tien procent van de vluchtelingen door. Maar zelfs
daarover blijft de samenwerking in Europa in gebreke. In 1998 zegt
staatssecretaris Job Cohen dat de procedures streng moeten worden uitgevoerd om
het asielbeleid levensvatbaar te houden. Vincent Cochetel, directeur van de
UNHR in Europa, zegt dat politici geen duidelijk beleid uitstippelen omdat ze
bang zijn niet herkozen te worden.
Vervolgens zien we iets over die procedure, waarin mensen
voor langere tijd in grote complexen in een niemandsland worden weggezet.
Zelovic noemt het een straf om daar te worden opgesloten. Het is nog net niet
zo erg als in Australië waar men mensen op een eiland vastzet, maar veel
scheelt het niet, zo blijkt uit beelden van vluchtelingen in kampen in
Bulgarije. Cochetel zegt dat de lokale bevolking, anders dan de overheid, de
opvang wel aankan. Ook Brouwer stelt dat de regering zich op de bereidheid van
de bevolking verkijkt. Burgemeesters willen opvang op maat. In Oisterwijk gaat
dat goed en in Stevensbeek ziet men inmiddels de voordelen van nieuwkomers in
het leeglopende dorp.
Fronnie Biesma, oprichter van De Vrolijkheid, een stichting
die vanaf 1999 vrolijkheid wil bevorderen, voelt zich medeverantwoordelijk aan
de grensdoden die de afgelopen jaren gevallen of verdronken zijn. Ze stelt
daarom een soort tussenruimtes voor, zoals de leegstaande tuin in Rome die door
stadsbewoners in gereedheid werd gebracht voor de opvang van vluchtelingen.
Zoiets kan ook in Nederland worden gerealiseerd. In een periode dat er geen
behoefte aan opvang is, kan de locatie door andere groepen gebruikt worden. Ze
is ook voorstander van een koppeling van asielzoekers aan de ouderenzorg, zoals
hier en daar al gebeurt. Brouwer wijst op een gebrek aan arbeidsplaatsen in de
toekomst en wil buitenlanders uitnodigen hier te komen werken.
Het is kortom niet onmogelijk om kleinschalige opvang te
verzorgen voor mensen die niet meer in hun eigen land kunnen blijven. Zoiets
zal de komende jaren nog wel vaker voorkomen. Regeren is vooruitzien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten