Minder globalisering en meer inspraak van de Europese burger
in een hervormde Unie
De uitspraken van politiek filosoof Stefan Rummens, werkzaam
aan het Hoger instituut voor Wijsbegeerte van de Katholieke Universiteit Leuven,
in de uitzending van het Filosofisch Kwintet over de onafhankelijkheid van de
politiek wekten mijn interesse. Een link van Human leidde tot een college over
vrijheid en democratie, een thema dat vandaag de dag weer zeer actueel is. Onze
democratie is tweehonderd jaar oud en behoeft vernieuwing om niet onder te gaan
in de strijd tussen technocratie en populisme maar dat is gemakkelijker gezegd
dan gedaan.
Rummens gaat eerst in op het verband tussen vrijheid en
democratie. Hij stelt dat democratie een vorm van vrijheid is omdat het volk
bepaalt wat er gebeurt en dat
burgers in een democratie vrij zijn om te gaan en te staan
waar ze willen.
Natuurlijk zitten daarbij addertjes onder het gras. In de
politieke filosofie is sinds lang nagedacht over de verhouding tussen
democratie en vrijheid. Daarin zijn twee traditie te onderscheiden: de liberale,
die de individuele vrijheid voorop stelt en de democratische, die uitgaat van de
volkswil. De liberale traditie kwam voort uit verzet tegen de macht van de
koning en verzet zich vandaag de dag met een beroep op de grondwet tegen een te
grote invloed van de staat, de democratische traditie leidde tot de Franse
revolutie.
De twee tradities zijn lang met elkaar aan het bakkeleien
geweest. John Stuart Mill moest niets hebben van de tirannie van de meerderheid,
die er bijvoorbeeld in 2009 in Zwitserland voor zorgde dat er geen minaretten
op moskeeën mogen worden gebouwd. Omgekeerd belemmerde de Amerikaanse grondwet
de wens van Obama om een algemene ziektekostenverzekering door te voeren. Er
werden vele rechtszaken gevoerd tegen staatsbemoeienis. Volgens Rummens is het
conflict tussen de twee tradities oplosbaar. Filosofen als Rawls en Habermas
tonen aan dat de tradities elkaar nodig hebben. Ons politieke systeem is een
combinatie van de twee tradities. Het parlement kan zelfs de grondwet
veranderen. Habermas omschrijft de democratie als een project dat nooit af is
en waar steeds aan gewerkt moet worden.
Loskoppeling van de twee tradities leidt tot problemen van
populisme en technocratie.
Een te grote nadruk op de democratische traditie versterkt
de populistische stroming die meent te weten wat goed is voor het volk, dat als
een homogene groep wordt gezien met een wil die indruist tegen belangen van
minderheden. De gevolgen kennen we nog uit de jaren dertig in Duitsland. Een te
grote nadruk op de liberale traditie geeft teveel aandacht voor de individuele
vrijheid. Het leidt tot een beleid dat gevoerd wordt door experts, of experten
zoals men in Vlaanderen zegt. De technocratische Europese Commissie is, net als
het IMF en de WTO, een goed voorbeeld van zo’n technocratische organisatie. Ze
kwam voort uit een Europa dat als een economisch project werd gezien. De
economische en financiële crisis maakte duidelijk welke barre gevolgen dat in
sociaal opzicht had. Rummens spreekt van een democratisch tekort dat een
voedingsbodem vormt voor het populisme, dat eerst de immigratie aan de orde
stelde maar inmiddels de Europese Unie aan de schandpaal nagelt.
De ontsporingen van populisme en technocratie zijn door de
globalisering versterkt. Het politieke systeem is steeds meer uitgehold omdat
internationale bedrijven gemakkelijk om de nationale wetgeving heen kunnen,
zoals Starbucks liet zien. De disbalans tussen economie en politiek kan worden
teruggebracht door de globalisering te beperken die een grote kostprijs heeft
betekend voor veel mensen en door het versterken van de Europese democratie
door een hervorming van de EU. Rummens zegt erbij dat dit vraagt om een goede
identificatie van de burger met Europa, maar ziet verder geen alternatief.
Hier
mijn bespreking van de uitzending van het Filosofisch Kwintet over de
onafhankelijkheid van de politiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten