Poëtische film met krachtige beelden over een Iraans vissersdorp
in verval
Be calm and count to
seven is de poëtische debuuutfilm van Ramtin Lavafipour over het leven van vissers in het zuiden van
Iran. Vanwege de overbevissing houdtt de dorpsbevolking zich bezig met de
smokkel van goederen en mensen. De vader van hoofdpersoon Motu is iemand die mensen
over zee vervoert, maar na enkele dagen nog niet is thuis gekomen.
Het poëtische gehalte van de film is meteen al duidelijk
door de Iraanse volkswijsheid dat de zee blauw is of groen maar dat die er voor
de doden anders uitziet. Voor hen heeft de zee een kleur die zij alleen kennen.
Door een uitgedroogde boom water te geven, kan een dode terug komen.
De dertienjarige Motu houdt zich net als de andere mannen en
jongens in het dorp bezig met de smokkel van goederen. Het is imponerend hoe ze
met hun speedboten het strand opscheuren, waar ze opgewacht worden door de
vrouwen die meehelpen de goederen zo snel mogelijk,voordat de politie er lucht
van krijgt, in hun huizen te verbergen. Later worden de goederen doorverkocht. Een
belangrijke schakel is Mahmoud die een pickup heeft en daarmee, geholpen door de
vrouwen, de goederen verder vervoert. In een grappige scène stuurt hij de
vrouwen met hun bagage de bergen in en gaat zelf langs een pas waar de politie
controleert. Hij staat daar een tijdje te wachten tot de politieman, die wel
weet wat er achter zijn rug gebeurt, vindt dat hij maar eens door moet rijden. Verderop
pikt Mahmoud de vrouwen en de bagage weer op.
Mahmoud (links op de foto naast Motu) maakt veel indruk vanwege de kiespijn die hij heeft
en die hij vroeger bezwoor met dadels tot die niet meer hielpen. Verder mist
hij zijn vrouw en zoon die in Teheran wonen en van plan zijn om te emigreren. Het
is mistroostig om hem in zijn nieuwe huis te zien zitten, met een groot
televisiescherm en een bak blikvoer waaruit hij lepelt. Hij belt vervolgens met
zijn beminden, maar de treurnis druipt er van af. Helemaal als hij met zijn
pick up vast komt te staan ergens op een weg in de woestijn.
Het zou er nog bijna op lijken dat Mahmoud de hoofdpersoon
in de film is, maar dat is toch echt Motu, soms geschreven als Motoo of als
Moto. Hij wil een voetballer worden als Ronaldinho en gaat regelmatig naar een
telefooncentrale om van Fazel aan de andere kant van de Perzische Golf te horen
of die iets van zijn vader weet. Zijn moeder wil niet dat hij de zee op gaat,
maar Motu lapt dat aan zijn laars. Als hij van Fazel verneemt dat er lijken
zijn gevonden op zee, wil hij kijken of zijn vader daarbij hoort. Hij dringt er
bij Mahmoud op aan om hem mensen te laten smokkelen, maar Mahmoud wil zo ver
niet gaan. Op een nacht is Motu toch verdwenen, constateert zijn zus Roki die
nog een fraai jack van hem kreeg.
Het fraaie van de film is dat er weinig wordt uitgelegd,
maar des te meer visueel wordt getoond. Zo zijn er sprekende beelden van de
opnames op zee, waar Motu oesters duikt en die in de boot op parels doorzoekt, de
smokkel van goederen, de draad van het bolletje wol waarmee Roki naar haar
nieuwe jack geleid wordt en het prachtige rotsachtige gebied waar de mensen
wonen. Be calm and count to seven is daarmee
een poëtische film met krachtige beelden over een visserscultuur in verval
Hier de trailer.