Misselijkmakende blik op ons verleden
Daar werd wat
gruwelijks verricht is een non-fictie boek over de geschiedenis van de
slavernij in Nederlands Oost-Indië. Wim Brands vroeg na lezing van het boek aan
onderwijzers of ze hiermee bekend waren, hetgeen, anders dan slavernij uit de
West zoals Suriname en de Antillen, niet het geval was.
Ook letterkundige en historicus Reggie Baay wist daar niets
van. Meldingen daarvan in het werk van Jacob Haafner werden als een curiosum
gezien. De studie van de njai, concubines van kolonisten, en zijn gelijknamige
boek dat daaruit voortkwam, zette hem op het spoor.
Brands zegt dat de verborgen geschiedenis van de slavernij
via een familieverhaal bekend werd. De moeder van Baay was namelijk een Javaanse
njai en zijn vader zweeg daarover. Baay stuitte op bronnen over VOC schepen die
uitgestuurd werden om slaven op te halen om voor de Nederlandse kolonisten te
werken of om te verhandelen.
Brands vraagt wat njai precies betekent.
Volgens Baay is het een neutraal woord dat vrouw betekent, maar
door de kolonisten kreeg het de negatieve connotatie van inheemse huishoudster,
bijzit, bijslaap.
Brands meent dat het uit schaamte is dat nooit over hen
geschreven is.
Baay bevestigt dat het binnen de Hollandse verhoudingen not done
was om daar openlijk over te praten of over naar huis te schrijven, maar dat
een verschijnsel was dat doortrokken was in de koloniën.
Brands vraagt hoe men omging met de kinderen uit dit
concubinaat.
Baay zegt dat er sprake was van een complot. Een lichtbruine
Indiër zou verwekt zijn door een man uit Zuid-Europa.
Brands vraagt hoe Baay aan zijn informatie over de slavernij
is gekomen.
Uit verslagen uit het nationaal archief van de VOC in Den Haag
en het archief in Djakarta, waarin overtredingen gemeld werden. De VOC maakte
ook dagregisters waarin het aantal opgehaalde slaven vermeld werden. Baay
spreekt over 600.000 tot een miljoen slaven tijdens de twee eeuwen dat de VOC
bestond. Zonder die slaven zouden de vestingwerken nooit van de grond gekomen
zijn. Ze werden gerekruteerd uit een groot gebied. Eerst uit Voor Indië zoals
Malakka en Ceylon en, nadat de vorsten restricties opwierpen, van eilanden als
Celebes en Bali. Dit ging door tot de dekolonisatie in 1949. Nederlandse handelaren
en geestelijken kochten slaven op van inheemse slavenhandelaren die met een
list anderen tot slaaf maakten. Baay noemt in zijn boek een oppassende
huisvader uit Zuid Celebes, die na een bad in de rivier in de boeien geslagen
werd, naar Batavia vervoerd en daar werd opgekocht door een zilversmid. Omdat
hij na een paar weken iets liet vallen werd hij gegeseld. Hij smeekte niet om
genade en keek zijn beul brutaal aan waardoor hij zwaar gewond veroordeeld werd
tot radbraking en ook nog de proceskosten moest betalen.
Brands vindt het een bizar verhaal, zoals de andere verhalen
in Daar werd wat gruwelijks verricht.
Baay lichtte een deksel en toont ons een misselijkmakende blik op ons verleden.
Hier de site
van Reggie Baay, waarop informatie over zijn boek De njai.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten