Dansen als een jockey en een renpaard ineen
Frederick Wiseman (1930) is een zeer productief
documentairemaker, bekend om zijn lange films zonder commentaar, waarbij hij
registreert en de kijker zelf laat oordelen over de beelden. De twee delen van Domestic Violence over huiselijk geweld zijn
hiervan een duidelijk voorbeeld. Ook in La
danse dompelt hij ons onder in een ander onderwerp, dit maal niet maatschappelijk
maar kunstzinnig van aard: La ballet de l’Opéra
de Paris. Wiseman volgt negen weken lang het werk aan zeven verschillende
balletten, van klassiek tot modern, van De
notenkraker in de versie van Rudolf Nurejev, Romeo en Julia tot Orfeus en
Euridice van Pina Bausch.
Wiseman wisselt beelden van de repetities af met fraaie luchtbeelden
van Parijs bij dag en nacht met speciale aandacht natuurlijk voor de Opera,
waarop zelfs een imker bijen houdt. Binnen in het enorme gebouw, dat een wereld
op zich is, bevinden zich naast de indrukwekkende zaal repetitie- en kantoorruimten.
Het feit dat voorstellingen al drie jaar tevoren gepland worden geeft aan dat
er een hele organisatie nodig is om alles vlekkeloos te laten verlopen. Daarnaast
zijn er ook beelden van anderen die bij de producties betrokken zijn, zoals de
mensen van het licht, de kostuummakers, de grimeurs en de serveerders achter
het buffet. Zelfs de schilders en de schoonmakers met stofzuiger op de rug is
Wiseman niet vergeten.
Het is indrukwekkend te zien hoe veel mensen volledig gericht
op een doel bezig zijn. Ze worden aangestuurd door artistiek directeur Brigitte,
die haar op haar tanden heeft en zich niet omver laat praten. Een danser of
danseres is voor haar een jockey en een renpaard ineen. Danseres Laetitia Pujol,
die met haar praat over haar moeite op de spitzen en de last van het ouder
worden, noemt haar daarom God. Een jongere danseres wordt door haar moederlijk
toegesproken. Ze zegt de jonge vrouw dat ze haar kansen moet grijpen. Ze leert
er ook van om te kijken bij anderen. Aan het eind van het gesprek, als de
ballerina zich verontschuldigd voor het gebruik maken van haar tijd en Brigitte
dat wegwimpelt, prijst Brigitte haar dunne figuur.
In zo’n grote organisatie zijn er ongetwijfeld onenigheden,
ook inhoudelijk zoals we bij twee choreografen zien, een man en een vrouw, die elkaar
in hun commentaar op de dansers tegenspreken. Maar de saamhorigheid lijkt toch
te overheersen en wordt ook nog eens benadrukt door Brigitte als ze een praatje
van een vakbondsman over hun individuele pensioenvoorziening gebruikt om het
collectief en de vernieuwing door de generaties heen te benadrukken.
Het mooiste is de werveling van de lichamen die het meeste filmtijd
in beslag neemt. Het is fascinerend om te zien hoeveel macht de dansers en
danseressen over hun lichaam hebben, vooral twee ballerina’s die een gelijke dans
doen in hun witte plooirokken. Fraai ook om te zien hoe de verschillende
choreografen, sprekend in het Engels of in het Frans, hen wijzen op kleine
tekortkomingen. De overgave, de concentratie en de passie, om een modern woord
te gebruiken, waarmee de groep hun werk doet, is hartverwarmend.
Na een reeks beelden van Parijs, repetities en aanvullende
medewerkers, toont Wiseman een scène van de uitvoering. In Le Songe de Médée stort Medea bloed uit over haar kinderen en doodt
ze door de emmers op hun hoofd te zetten. Dramatiek en esthetiek, klassieke en
moderne bewegingen wisselen zich in de voorstellingen af en geven een heel
gevarieerd beeld van de wereld van het ballet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten