Meningen als hardnekkige lijm die plakt aan onze handen
De voorstelling Men.
van de Vlaams Nederlandse collectie BOG, die tegelijk ook een collectief is, komt
op een mooi moment. De vrijheid van meningsuiting is na de aanslagen in Parijs
weer in het geding. De vrije wereld loopt te hoop tegen de aantasting ervan door
een stel godsdienstwaanzinnigen. Wat er precies beschermd moet worden is niet
geheel duidelijk. Het gaat in ieder geval om het recht van cartoonisten om zich vrij te
uiten en daarmee een ongezouten bijdrage te leveren aan het publieke debat, maar misschien is onze beschaving meer gebaat met zelfcensuur dan met het idee om
overal maar meningen op na te moeten houden en die te moeten ventileren.
Van te voren kon het publiek zich op de site van de
Toneelschuur voorbereiden door zonder het gebruik van een woordenboek invulling
te geven aan begrippen als mening, oordeel, standpunt, vooroordeel, indruk en
idee. Men kreeg er een bedankje voor.
In Men. - de
titel staat voor mensen - krijgen we een speels taalspel voorgeschoteld waarin
de eigen mening tot in het absurde wordt geventileerd en afgebroken. Een mooi
voorbeeld is de mening van de enige man in het gezelschap die daarbij tegenstrijdige standpunten over
pedofilie naar voren
brengt. Een medespeelster brengt daar heel ontwapenend tegenin dat zij de klank
van het woord pedofilie mooi vindt, maar de volgorde van de klinkers moeilijk
uit te spreken.
De vier leden van de collectie beginnen achter een houten schot
dat langzaam omhoog gaat wanneer ze als sprinters aan een hardloopwedstrijd tegen de
achterkant van het podium duwen. Het is alsof een scheidingswand wordt
opgehaald, waardoor ze vrij zijn te zeggen wat ze willen. Dat ze daarbij niet
elkaar proberen te de loef af te steken, geeft toch echt aan dat ze een collectief
zijn.
Ik vind… Met deze twee
woorden beginnen de meeste zinnen in dit talige theaterstuk. Om beurten
brengen de vier spelers in sjofele kleren, die wellicht het gebrek aan
pretentie moeten benadrukken, hun mening in. De opinies breiden zich uit,
worden absurder. Ze worden soms in samenspraak met elkaar en een andere keer uitvoeriger
door een van de spelers naar voren gebracht. Fraai is de tegenstelling tussen
de man die zich zeer verantwoordelijk voelt voor zijn daden tegenover de vrouw met
de blote benen die oproept om alles te vergeten, zelfs het vergeten. Fraai is ook
de rede van deze laatste speelster die, nadat ze mechanisch van het podium
weggeschoven is, haar identiteit probeert vast te stellen, een beetje zoals
kinderen doen die zich vestigen in het middelpunt van het heelal, maar dan
uitgebreider met zo’n beetje alle classificaties die ze voor zichzelf kan
bedenken. Als ze zich realiseert dat ze in de kou staat spoedt ze zich naar
haar medespelers die haar koeltjes opnemen, terwijl ze toch over het algemeen een
begripvol oor voor elkaar hebben.
Tenslotte wordt het vuilnisvat aan meningen weer enigszins
geleegd door stellige meningen te herroepen, al is dat door het vervangen van
weer andere meningen. Ze doen denken aan een goedje dat aan de vingers plakt en
niet te verwijderen is, zonder opnieuw vieze handen te krijgen. Door het
plotselinge einde beseffen we dat er nooit een eind aan onze meningsuiting
komt. Even is het stil, maar bij het afdalen van de trap klinkt alweer het
geroezemoes in het theatercafé. Het bewijst hoe hard wij onze meningen nodig
hebben, herstel: nodig dénken te hebben, want dat bewijst BOG.
Hier de fraaie
site van de BOG collectie, waarop u zich kan aanmelden als lid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten