Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 4 januari 2015

Philip Snijder over De volcontinu, VPRO Boeken, 4 januari 2015



Op de grens tussen een eerbewijs aan en het etaleren van familieleden

De verhalenbundel De volcontinu gaat verder waar Zondagsgeld, het debuut van Philip Snijder (1956), ophield, namelijk met een schets van zijn jeugd op het Bickerseiland in Amsterdam dat tegenwoordig een yuppenbuurt is. Snijder groeide op in een klein huis zonder douche. Dat deed hij eerst in een teil en later in het badhuis in de Spaarndammerbuurt. Ook schoolklassen gingen daar op vrijdagmiddag wel eens naar toe.

Wim Brands noemt het geschetste decor een mooie invulling van het tijdsbeeld dat door zijn eerdere gast Annegreet van Bergen werd neergezet in het nonfictieboek Gouden jaren over de veranderingen na de Tweede Wereldoorlog. Snijder noemt het Bickerseiland een verloederde achterstandsbuurt, waarin het familieleven erg hecht was en de schoolcarrière een lage status had. Hij was de eerste uit de buurt die naar de middelbare school ging en vervolgens ging studeren. Zijn losmakingsproces verwerkt hij in zijn verhalenbundels Zondagsgeld en De volcontinu.  

Op de vraag van Brands over de betekenis van zondagsgeld legt Snijder uit dat het een zakgeldje betrof dat een troetelkind van een ander gezin kreeg, bijvoorbeeld voor bioscoopbezoek. Het kind diende daartoe op zondagochtend na het stofzuigen bij het gezin op bezoek te gaan en daar een uurtje op te zitten met een glaasje Riedel. Priklimonade legt Snijder uit aan Brands die doet of hij nog piepjong is, terwijl ze in werkelijkheid maar drie jaar schelen. De vader van Snijder was na de Tweede Wereldoorlog op zijn zestiende jaar uit Zuid Oost Groningen gekomen, woonde in de Staatsliedenbuurt en vond een baantje als leerling kleermaker. Hij trouwde in in de familie van de moeder van Philip. In Zondagsgeld beschrijft Philip dat zijn vader niet onverdeeld gelukkig met deze situatie was.

Brands vraagt naar de mores op het Bickerseiland.
Snijder gebruikt daarvoor de term eigen. Daarmee wordt de bloedband aangegeven tussen de familieleden. Anderen, zoals zijn vader, dienden zich te voegen naar de leefcultuur zonder privacy. Zijn vader was daar niet zo goed in, worstelde daarmee.

Brands springt over naar de verklaring van de titel De volcontinu.   
Die verwijst naar het dienstrooster van een oom uit Beverwijk die bij de Hoogovens werkte. Omdat de ovens niet uit mochten gaan, werkte men daar altijd in ploegen, hetgeen funest was voor het slaapritme. Zijn oom viel zelfs tijdens feesten in slaap.  

Brands vraagt wanneer hij begon met het beschrijven van zijn jeugdherinneringen.
Dat was pas in het midden van zijn veertiger jaren. Tot die tijd schaamde hij zich voor zijn milieu. Het was een beschamende schaamte, die vanaf zijn puberteit lang doorgroeide.
Hij zag zijn familie niet meer, nam geen contact op en dat werd gerespecteerd, al wachtte men  wel op het moment dat de academicus zich weer zou invoegen in het milieu. Hij weet niet precies waarom hij erover ging schrijven. Het was niet met het doel om zijn herinneringen te publiceren. Het probleem is dat zijn bundels zowel een eerbewijs zijn als een etaleren van zijn familieleden, die soms herkenbaar beschreven worden. De grens daartussen is moeilijk te trekken.

Brands zegt dat het een liefdevolle beschrijving is en vraagt wat zijn jeugd zo bijzonder maakte.
Philip noemt de veiligheid en de liefde, al was die ook knellend.

Hier mijn bespreking van Retour Palermo dat ik een glansrijk vervolg van zijn debuut noemde.    

  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten