Promiscuïteit doodt prille liefde
Deze film van Maurice Pialat draait vrijwel volledig om het debuut
van Sandrine Bonnaire. De rol van de zestienjarige Suzanne staat voorop in A nos amours. Meteen al aan het begin
als ze in een dun wit jurkje voorop de plecht van een jacht staat (zie foto), met
daaronder gemonteerd zwaar emotionele muziek van Henry Purcell bewerkt door
Klaus Nomi. Suzanne is een sirene, zou men kunnen zeggen, begeerd door vele
jongemannen, maar niet in staat om zelf liefde te geven. Haar vriendje Luc, net
zo’n kalf als Suzanne, weert ze van zich af en ze geniet meer van de aandacht van
oudere jongemannen.
Een van de eerste is een Amerikaan die Suzanne tijdens een zomerfeest
ontmoet aan de kust. Ze is daar met andere schoolgenoten op zomerkamp. Het is
een ideale gelegenheid voor Suzanne om zich te verzetten tegen strenge regels,
al zien we daar weinig van. Het verklaart wel dat ze het vriendje dat zijn tent
in de buurt heeft opgeslagen, weet weg te houden van haar escapades. Als ze in
de vroege ochtend terugkomt van een nacht met de Amerikaan, kan ze gemakkelijk
weer terug naar de slaapzaal, waar ze zich tegen haar vriendinnen beklaagt over
haar schuldgevoelens jegens Luc, die gedurende de film vaker bij haar aan
probeert te klampen.
Hoe komt zo’n meisje aan zo’n mentaliteit, zal de kijker
zich dertig jaar geleden afgevraagd hebben. Haar gezinsomstandigheden waren zeker
niet bevorderend voor een harmonische ontwikkeling. Haar vader is een Pool die
zich in het huis bekwaamt in het bontbewerken en zijn oogappel moeilijk kan
loslaten, haar moeder is zo preuts dat ze een nogal sexy jurkje, dat Suzanne
van een vriendin kreeg, in de vuilnisbak heeft gegooid, net als haar brieven
die ze van minnaars kreeg. Haar dikke broer, werkzaam bij zijn vader maar ook
bezig met toneelschrijven, ontpopt zich tot een sadist.
Maurice Pialat brengt Bonnaire niet alleen vaak zeer
voordelig in beeld maar speelt ook nog de rol van de vader, die bijzonder
geniet van een goed gesprek met zijn dochter Suzanne. Dat vindt plaats als
Suzanne weer eens te laat thuiskomt van een avondje stappen. Hoewel ze gezegd
heeft dat ze met vrienden naar de film ging, weet de vader beter. Als Suzanne
opbiecht dat ze met een jongen in bed gelegen heeft, vindt hij dat niet eens
erg. Hij bekent dat hij zelf ook een relatie onderhoudt en daardoor het
huisgezin gaat verlaten. Hij ziet dat ze niet gelukkig is. Het is op dat moment
dat hij zijn dochter vertelt dat ze alleen begeerd wil worden en dat daarin
haar ongeluk schuilt.
Dat ongeluk neemt toe als de broer de zaken thuis waarneemt.
Hij is er niet vies van een zijn zusje te slaan. Vooral niet als die tegen hun
moeder ingaat. Het huiselijk geweld is enorm in het gezin. De moeder gedraagt
zich als een hysterica, die door de broer in de houtgreep genomen moet worden. Als
Suzanne haar verdriet uit tegen een vriendje die zich zorgen over haar maakt,
gaat die naar de broer om verhaal te halen, maar die gedraagt zich dan
poeslief.
Het is niet voor niets dat de film begint met een
toneelscène en de repetities daarvoor tijdens het zomerkamp aan de kust. Eveneens
is het symbolisch dat Suzanne de roman De
hartenbreker van Boris Vian leest. Voor haar is de realiteit nauwelijks vol
te houden. Aan het eind brengt haar vader haar naar de luchthaven. Ze gaat met een
vriend een tijdlang naar San Diego. De vader raadt haar aan daar maar te
blijven. Verandering van omgeving doet soms wonderen, zegt het spreekwoord al.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten