Over een verlangen dat zichzelf stilt en scherven die
schitteren
De titel van de biografie Mijn versnipperd bestaan gaat verder met de ondertitel Het leven van Kees Fens 1929-2008. Over het onderwerp kan dus geen
misverstand bestaan. Ik herinner me van Kees Fens toen hij op mijn
middelbare school een lezing gaf die me boven de pet ging, net als zijn maandagse
essays in later jaren op pagina twee van de Volkskrant, maar anderzijds kon ik
zijn fabelachtig uitgesponnen kritiek bijvoorbeeld over het werk van Jan
Wolkers zeer waarderen.
Wim Brands toont een exemplarisch moment uit de persoonlijke
documentaire Erfgenaam van een lege hemel
(Hans Keller, 2008), waarin Fens de Chassékerk bezoekt die in dezelfde
staat van onttakeling bevindt als hij zelf vlak voor zijn overlijden aan een
longziekte. Brands memoreert dat zijn katholieke jeugd als een rode draad door
zijn leven loopt en een grote rol speelt in de stukjes die hij daar later over
schreef.
Biograaf Wiel Kusters schetst de door crisis getekende tijd waarin
Fens in Amsterdam-West opgroeide. Zonder vader die bij de koopvaardij had
gewerkt maar aan tbc overleed, met zijn moeder die met moeite de touwtjes aan
elkaar kon vastknopen. Hij had steun aan de diensten in de Chassékerk waar hij
tegenover woonde. Hij hield van de Latijnse liturgie, die uit eeuwenoude
teksten bestond en samen met de muziek het licht en de wierook alle zintuigen aansprak,
waardoor geloofservaring later voor hem altijd belangrijker was dan de
geloofsleer. Hij bezocht het Ignatiuscollege en moest gemiddeld een zeven en
een half halen om voor gratis studieboeken in aanmerking te komen. Hij werkte
als leraar Nederlands in Haarlem en Amsterdam en werd in 1982 benoemd tot
hoogleraar in de taal- en letterkunde in Nijmegen.
Brands vraagt wat er over blijft van alle literaire kritieken
en essays die hij geschreven heeft.
Kusters gokt op de meer persoonlijke stukken, die Fens onder
pseudoniem A.L.Boom later in weekblad De Tijd
schreef. In 1978 stopte hij als literatuurcriticus en daarna werd hij een
stukjessschrijver, waarin hij zijn wereldbeschouwing niet onder tafel of
stoelen stak.
Brands begint over kritiek op de biografie door een
Limburger, die natuurlijk een te katholiek persoon van Fens gemaakt heeft.
Kusters antwoordt beslist dat Fens zo’n katholiek was. Hij
vond dat de literaire esthetica zonder de kerkvaders en de exegese niet
denkbaar was en refereerde daar vaak aan.
Brands refereert aan de Vondellezing Geschilderd leven (1988) van Frans Kellendonk, een katholiek, die
graag de lege plek zou willen vullen.
Volgens Kusters gaat het ook bij Fens om een verlangen dat
zichzelf stilt en wakker houdt zonder daar een concrete invulling bij te
hebben.
Brands vraagt wat er opnieuw uitgegeven moet worden naast
alle bundels die er al bestaan.
Kusters noemt de stukken die onder het pseudoniem A.L.Boom
zijn verschenen en ander werk van de schrijver Fens dat nog nooit gepubliceerd is.
Brands komt nog terug op de titel van de biografie Mijn versnipperd bestaan dat een
negatieve klank heeft, maar dit was niet het geval bij Fens. Hij vond dat hij
in de marge van het bestaan schreef over scherven die schitterden.
Kusters beaamt dat zijn stukjes glitteren.
Wiel Kusters zat in januari 2013 bij Brands aan tafel om te spreken over zijn boek In en onder het dorp, dat over het leven in de Limburgse mijnbouw gaat.
Wiel Kusters zat in januari 2013 bij Brands aan tafel om te spreken over zijn boek In en onder het dorp, dat over het leven in de Limburgse mijnbouw gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten