Grote verschillen in geslachtsorganen van soort tot soort
Bioloog Menno Schilthuizen werkt in Naturalis en heeft zich
verdiept in de vraag waarom de geslachten van de verschillende soorten zoveel
verschillen. Zijn antwoord heeft hij vastgelegd in het boek Darwins Peepshow met als ondertitel Wat geslachtsdelen onthullen over evolutie,
biodiversiteit en onszelf.
Wim Brands gaat eerst terug naar Darwin. Waarom besteedde die
geen aandacht aan de geslachtsorganen?
Volgens Schilthuizen kwam dat door de Victoriaanse tijd. Hij
was niet netjes om daarover te schrijven. Zijn dochter liep eens door een bos
en zag een paddestoel met een eikelachtige vorm. Ze wilde dat die soort werd
uitgeroeid, omdat die kwetsend zou zijn voor de ziel van onschuldige maagden.
Brands springt naar het jaar 1979 toen Jonathan Wagner zijn
onderzoek publiceerde over de voortplanting van waterjuffers. Hij had ontdekt
dat het mannetje met zijn penis eerst het sperma van zijn voorganger weghaalde.
Hij was de eerste die beschreef dat de voortplanting niet alleen functioneel
was.
Brands vraagt waarom dit niet eerder gebeurd was.
Schilthuizen zegt dat er wel over seksuele selectie geschreven
is, ook door Darwin, maar dat deze pas in de jaren zestig werd onderzocht. Het
werd duidelijk dat er een enorme diversiteit was aan geslachtsverschillen. Het
bleek dat vrouwtjesvogels wel opmerken of een man aantrekkelijk is.
Brands refereert aan het eendenverhaal in de Verenigde
Staten.
Schilthuizen legt uit dat eenden elkaar vaak verkrachten,
maar dat het vrouwtje wel bij machte was om dat te verhinderen als ze dat zou
willen. Maatschappelijk was dit gegeven nogal controversieel. Een conservatieve
journalist vroeg zich af of er zoveel overheidsgeld in dit soort onderzoek
gestoken moest worden. Hijzelf heeft zich gespecialiseerd in kever onderzoek.
Er zijn wel vierduizend soorten kevers, die soms moeilijk uit elkaar te houden
zijn, al blijken ze goed te determineren op grond van hun geslachtskenmerken.
Brands speelt het spelletje roept u maar en begint met de
haai (al komt hij daarmee niet verder).
Schilthuizen zegt dat in de jaren zeventig voor het eerst de
paring van haaien is waargenomen. Het mannetje heeft twee penissen met een
sifonzak gevuld met water, waarmee hij het vrouwtje eerst een vaginale douche
geeft, hetgeen dezelfde functie heeft als bij de waterjuffers.
Brands moet denken aan het onderzoek over het orgasme bij de
vrouw, dat een manier is van anticonceptie.
Volgens Schilthuizen is de functie hiervan nog steeds een
mysterie, maar gebleken is dat de kans op zwangerschap veel groter is als man
en vrouw gelijktijdig een orgasme hebben tijdens de copulatie. Het lichaam van
de vrouw houdt de sperma van de man dan beter vast.
Brands toont een aantal potten met inhoud die op tafel
staan, onder andere van een varkenspenis met de vorm van een kurketrekker uit
een slachterij in Brabant. Om de kunstmatige inseminatie te verbeteren maakte
men ook een pipet in deze vorm.
Er staat ook een kunstwerk van de Columbiaanse Maria Cardoso
die door geslachtsorganen geïnspireerd wordt. Ze toont daarmee hun
vormenrijkdom. Ook Schilthuizen kan opgewonden raken van bijzondere geslachtsorganen
van zijn kevers, hetgeen Brands tot de uitspraak brengt dat een bioloog pas
echt de schoonheid van de natuur ziet.
Op de vraag van Brands waarom dit soort onderzoek nog steeds
weinig gedaan wordt, antwoordt Schilthuizen dat we weliswaar opener zijn, maar
dat de preutse geest nog steeds in ons zit. Wellicht ook een aardig onderwerp
om te onderzoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten