Dichteres houdt rug recht.
Wim Brands begint met een fragment uit de documentaire De wording (1988), die Cherry Duyns maakte naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de toenmalige koningin Beatrix. Daarin komen vijf kunstenaars aan het woord, onder andere Ida Gerhardt die een gedicht spreekt terwijl ze over de IJssel uitkijkt. Volgens Mieke Koenen stond Gerhardt niet graag een interview toe. Ze was een moeilijke vrouw met de nodige stekels. Dat Duyns haar mocht filmen was al heel wat.
Door het lezen van de biografie is Brands het leven van Gerhardt (1905-1997) beter gaan begrijpen. Koenen vertelt over haar moeder die met grote psychische problemen kampte en een zware schaduw legde over het leven van haar dochter. Ida voelde zich als klein kind al een mikpunt van kritiek. Ze had de vervanger moeten zijn van het broertje dat jong gestorven was. Eens wilde haar moeder haar het water in sleuren, schrijft ze. Koenen, die zich naast haar universitaire werk zeven jaar verdiepte in haar onderwerp, zou meer weten over de moeder om te kunnen zeggen of de problemen van Ida een reële basis hadden of meer in haar beleving speelden.
Brands brengt haar leraar Leopold ter sprake die op de middelbare school belangrijk voor haar was. Koenen vertelt dat ze vaak samen wandelden en over poëzie spraken, totdat Leopold het contact verbrak hetgeen niet persoonlijk tegen Gerhardt bedoeld was, maar meer een karaktertrek van hemzelf.
Brands vond ook haar levensomstandigheden in de crisisjaren verhelderend.
Koenen vertelt dat Gerhardt in 1933 afstudeerde en moeilijk een betaalde baan als docente klassieke talen kon vinden. Zes jaar lang moest ze sappelen. Ook haar poëzie ondervond veel tegenwind. Na de aanzetten in de tijd met Leopold was ze in 1940 gedebuteerd, maar na de oorlog waren de Vijftigers in tel en werd haar, qua vorm en inhoud, ouderwetse poëzie als vooroorlogs weggezet. Gerhardt beet zich echter vast in haar werk. Omslag in de waardering volgde in de jaren zeventig na het toekennen van de P.C.Hooftprijs en uitgaven van Johan Polak.
Brands heeft een antwoordbrief in handen die Gerhardt schreef aan een vader van een negentienjarige dochter die zelfmoord pleegde en is daar zo verrukt over dat Koenen die moet voorlezen. Hij ziet die brief als de glanzende kiemcel van haar werk en leven en levert daar graag driekwart van de Nederlandse poëzie voor in. Op een intieme maar tevens gestileerde manier troost Gerhardt de vader en toont ze begrip voor de dochter, temeer omdat ze zelf op die leeftijd een zelfmoordpoging ondernam die helaas verhinderd werd. Koenen vindt het jammer dat ze over dat laatste weinig informatie meer gevonden heeft. Gerhardt had zeker ook moederlijke gevoelens, zoals voor haar leerlingen.
Het leven van Gerhardt eindigde tragisch. Na de dood van haar partner Marie van der Zeyde in 1990 werd ze achterdochtiger. De altijd aanwezige onderstroom van het niet erkend worden explodeerde, zoals tijdens een furieuze reactie op kritiek van Kees Fens op een bundel van haar, terwijl die toch eerder zoveel lof voor haar had dat hij zelfs een gedicht van deze protestantse dichteres liep opnemen in een katholieke bundel. Koenen noemt het raadselachtig dat Gerhardt de kwestie niet wist te relativeren.
Gisterochtend publiceerde Het mooiste gedicht als hommage De nazaten op Facebook:
Soms, nachten lang, zijn er signalen:
een raadselig zoeken en ontwijken;
ik kan de zin niet achterhalen,
kan geen verbinding meer bereiken.
Vervreemd ben ik van hen, verlaten,
de verzen die mij zijn geboren:
kinderen die niets laten horen,
met wie men in de droom blijft praten.
Maar als ik, wereld, lig verslagen
dan zullen zìj er zijn, mijn zonen,
om als een wacht, die stille dagen,
rond mij onder mijn dak te wonen.
Eerder bezorgde Mieke Koenen samen met Ben Hosman onder de titel Courage! (2005) de brieven van Ida Gerhardt. Het door Brands als intiem en ongenaakbare antwoord aan de vader van de dochter die zich om het leven bracht, ben ik daarin nog niet zo gauw tegengekomen. Wel zag ik onlangs nog de gedenksteen van Ida Gerhardt voor het oude raadhuis in Kampen.
Ja hoor, von Klagenstein powezie van de grootste Trut van Troje. Nogal logies dat ze werd weg gevaagd door de Vijftigers.
BeantwoordenVerwijderen