Loopjongen van een massamoordenaar
De documentairemakers David Aronowitsch en Staffan Lindberg
volgden een jaar lang Khieu Samphan, staatshoofd tijdens het wrede bewind van
de Rode Khmer in Cambodja van 1975 tot 1979, waarin, zoals na de film The killing fields (1984) bekend mag
worden verondersteld, een massaslachting plaatsvond, die een vijfde deel van de
bevolking het leven kostte. Wat bezielde iemand om daaraan mee te doen? Met die
vraag in het achterhoofd gingen Aronowitsch en Lindberg naar hem toe. Samphan
wilde in afwachting van het genocide tribunaal in 2007 graag zijn mening geven.
Hij was ervan overtuigd dat hij vrij zou worden gesproken.
De documentaire begint met de stem van Samphan in het
ziekenhuis in hoofdstad Pnom Penh. Hij is ingestort na het bevel van zijn
arrestatie. Een jaar eerder, in september 2006 ontmoeten Aronowitsch en
Lindberg hem in een hotel in de hoofdstad. Hij nam hen mee naar het koninklijk
paleis waar hij vier jaar lang woonde, maar vluchtte opeens weg, bang om
herkend te worden en voor weer een aanslag op zijn leven. Vervolgens gaat het
naar zijn villa in Palin City, waar hij met zijn vrouw een genoeglijk leven
leidt. In de buurt woont ook Nuon Chea die als de tweede broeder wordt
aangeduid. Sampan heeft een onderonsje met hem maar hij is te ziek om vragen
van de filmmakers te beantwoorden.
Samphan studeerde voor zijn toetreden tot de Rode Khmer in Parijs
en was een integer politicus die koos voor de armen. Door zijn contact met
radicale studenten die tegen het kolonialisme streden probeerde hij bij
terugkomst in zijn land een vreedzame verandering tot stand te brengen, maar
toen koning Sihanouk hem tot minister benoemde liep hij over naar de Rode Khmer.
In 1970 zette de Verenigde Staten Lon Nol op het bord, een pion in hun strijd
tegen de communisten in Vietnam. Omdat Nixon Cambodja zwaar bombardeerde,
liepen veel inwoners over naar de Rode Khmer die in 1975 de macht kon grijpen.
Ze verdreven de bevolking uit de hoofdstad, want ze wilden een
landbouwsamenleving van boeren als basismensen. Samphan kwam in
een lege stad op de troon. Stadsmensen en monniken deugden
niet en werden gemarteld in de vele gevangenissen en kampen.
De knappe en sterk ogende juriste Theary Seng zat als vierjarige
met haar moeder, broertjes en zusjes in een concentratiekamp. In een nacht werd haar moeder vermoord en zij en de anderen vrijgelaten. Via Thailand kwam Theary Seng in de
Verenigde Staten waar ze rechten studeerde. Ze ging terug naar Cambodja om
slachtoffers van het schrikbewind van Pol Pot te ondersteunen en
inventariseerde getuigenverklaringen voor het proces tegen Samphan.
Samphan ontkent steeds dat Pol Pot verantwoordelijk was voor
de massamoord, al was die, anders dan hijzelf, overtuigd van de noodzaak van
geweld om zijn doelen te bereiken. Het aantal doden door het veelal uit kinderen bestaande leger
S-21 betwist hij. Dat moet dan maar onderzocht worden. Hij wist van niets,
noemt het een complex probleem en wijst op het dreigende gevaar van Vietnamese overheersing die in 1979 alsnog plaatsvond.
Tijdens een hoorzitting in december 2008 wordt Samphan
verdedigd door de Parijse advocaat Jacques Vergès die al eerder met het bijltje
heeft gehakt en meteen fel van leer trekt, waardoor het proces vertraagd wordt.
Theary Seng wil gerechtigheid en geen technisch proces. Pas op 7 augustus j.l.
werd Samphan tot levenslang veroordeeld.
Achteraf gezien kunnen de Amerikanen door hun bemoeienis met
de binnenlandse politiek van Cambodja indirect medeverantwoordelijk gesteld worden
voor de genocide.
Hier
de trailer van De schaduw van Pol Pot,
die in het origineel Facing
Genocide-Khieu Samphan and Pol Pot heet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten