Oud leraar gevangen in verhalen
In Het labyrint van
meneer Wolffers met als ondertitel Roman
in twaalf wandelingen onderhoudt essayist Piet Meeuse ons over de betekenis
en de waarde van verhalen. Hij doet dit aan de hand van rolstoelwandelingen die
de eerdere geschiedenisstudent en vaak beroofde ex-sigarenboer Bart Schaap door
het centrum van Amsterdam maakt met de oude meneer Wolffers (1927). Als deze in
het verzorgingstehuis overlijdt laat hij Schaap een rode map na. De inhoud van
de map wordt achterin het boek geopenbaard, eerst gaan we aan de wandel.
De schrandere en erudiete maar sociaal beperkte Wolffers haalt
heel wat overhoop als het over verhalen gaat. Ze staan om te beginnen in een gespannen
verhouding met de werkelijkheid, die men verder nooit meer kan kennen. Een verhaal
over een beroving van een sigarenzaak wordt bij voorbeeld steeds onduidelijker
als advocaten diep erop doorgaan om te weten wat er precies gebeurd is. Bij het
lezen van verhalen is daarnaast altijd sprake van the willing suspension of disbelief: om erin te geloven moet men de
werkelijkheid tussen haken zetten. Dat was volgens Wolffers ook het baanbrekende
van literatuur.
Omdat Wolffers weinig loslaat over zichzelf, zoekt Schaap
naar informatie over zijn wandelmaatje op het internet. Hij komt aan de weet
dat de man in 1927 geboren is en leraar Nederlands is geweest op een school in
Haarlem en daarna actief was als literair recensent. Na 1980 is geen informatie
meer over hem beschikbaar.
Wolffers gaat tijdens zijn rolstoelcolleges verder in op
morele kwesties die door verhalen opgeroepen worden. Vertellen is altijd een
selectie en daarom een vervalsing van de werkelijkheid. Omdat goed en kwaad met
elkaar samenhangen, heeft het geen zin hard tegen onrecht te protesteren. Schaap,
die soms door de bomen het bos niet meer ziet, brengt daar tegenin dat het soms
toch wel goed is actie te voeren tegen misstanden in de wereld zoals de Zweedse
documentairemaker Fredrik Gertten deed in de documentaire Bananas. Wolffers waarschuwt echter tegen teveel actie, omdat die
al gauw uitgaat van vaste overtuigingen terwijl de waarheid niet zo gemakkelijk
te vatten is en vaak anders is dan men denkt.
De relatie tussen woord en beeld brengt Wolffers op beeldvorming,
dat een krachtig medium is om het publiek te bespelen. Iemand die een duidelijk
beeld neerzet is altijd bezig met een versimpeling van de werkelijkheid. Het verhaal
is tegenwoordig een consumptieartikel geworden en heeft zijn inhoud opgeofferd aan
de vorm. Zie de storytelling door reclamemakers, die een soort oplichters zijn,
zoals Schaap vermoedt, hetgeen bevestigd wordt door Wolffers: ‘Daar komt het wel op neer: het is hun vak om
je te verleiden tot uitgaven die je zonder hun gladde praatjes niet gedaan zou
hebben.’
Wolffers die onvoorspelbaarheid als een kenmerk van verhalen
ziet, vreest dat dit in onze wereld met zijn nadruk op technische perfectie steeds
meer een probleem wordt. Schrijvers gaan steeds meer uit van sjablonen. De verteller
is daarmee niet meer dienstbaar aan het verhaal, maar maakt het dienstbaar aan
zijn eigen prestatie. De huidige literatuur heeft ons weliswaar kritisch, maar tegelijk
dakloos gemaakt, waardoor we niet meer - zoals gelovigen in een kalifaat nog
wel kunnen - in onze verhalen kunnen wonen. Tegelijk zitten we gevangen in onze
verhalen. Zoals de titel al aangeeft herbergt elk verhaal weer andere verhalen.
‘Daar komt geen einde aan: het is een
labyrint zonder uitgang.’ Over de toekomst is Wolffers somber. Onze innerlijke
ruimte wordt in cyberspace tot een technische uitvoering en vrijheid is
verdwenen.
De constructie die Meeuse neerlegt deed me enigszins denken
aan Zen en de kunst van het
motoronderhoud van Robert Pirsig, waarin een vader zijn zoon iets over
kwaliteit probeert bij te brengen tijdens een motorvakantie in de Verenigde
Staten. Bart Schaap en meneer Wolffers doen het wat rustiger aan. Tijdens de
wandeling door een deel van het centrum pauzeren ze altijd voor een kopje
koffie. Hoewel Wolffers niet bepaald een zonnig karakter heeft, is er altijd ruimte
voor een kwinkslag, die deze in een paar volzinnen soms moeilijk te behappen
materie beter verteerbaar maakt.
De map met krantenknipsels waarin persoonlijke gebeurtenissen
na 1980 ook een plaats vinden, maken de lezer min of meer duidelijk waarom
Wolffers in een labyrint terecht gekomen is. Het labyrint van meneer Wolffers kent een boeiende vorm zonder dat
de inhoud overbodig gemaakt is. Het zet aan tot nadenken over de manier waarop
we onze verhalen beter tot hun recht kunnen laten komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten