Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 24 oktober 2014

Recensie: Het labyrint van meneer Wolffers (2014), Piet Meeuse



Oud leraar gevangen in verhalen

In Het labyrint van meneer Wolffers met als ondertitel Roman in twaalf wandelingen onderhoudt essayist Piet Meeuse ons over de betekenis en de waarde van verhalen. Hij doet dit aan de hand van rolstoelwandelingen die de eerdere geschiedenisstudent en vaak beroofde ex-sigarenboer Bart Schaap door het centrum van Amsterdam maakt met de oude meneer Wolffers (1927). Als deze in het verzorgingstehuis overlijdt laat hij Schaap een rode map na. De inhoud van de map wordt achterin het boek geopenbaard, eerst gaan we aan de wandel.

De schrandere en erudiete maar sociaal beperkte Wolffers haalt heel wat overhoop als het over verhalen gaat. Ze staan om te beginnen in een gespannen verhouding met de werkelijkheid, die men verder nooit meer kan kennen. Een verhaal over een beroving van een sigarenzaak wordt bij voorbeeld steeds onduidelijker als advocaten diep erop doorgaan om te weten wat er precies gebeurd is. Bij het lezen van verhalen is daarnaast altijd sprake van the willing suspension of disbelief: om erin te geloven moet men de werkelijkheid tussen haken zetten. Dat was volgens Wolffers ook het baanbrekende van literatuur.

Omdat Wolffers weinig loslaat over zichzelf, zoekt Schaap naar informatie over zijn wandelmaatje op het internet. Hij komt aan de weet dat de man in 1927 geboren is en leraar Nederlands is geweest op een school in Haarlem en daarna actief was als literair recensent. Na 1980 is geen informatie meer over hem beschikbaar.

Wolffers gaat tijdens zijn rolstoelcolleges verder in op morele kwesties die door verhalen opgeroepen worden. Vertellen is altijd een selectie en daarom een vervalsing van de werkelijkheid. Omdat goed en kwaad met elkaar samenhangen, heeft het geen zin hard tegen onrecht te protesteren. Schaap, die soms door de bomen het bos niet meer ziet, brengt daar tegenin dat het soms toch wel goed is actie te voeren tegen misstanden in de wereld zoals de Zweedse documentairemaker Fredrik Gertten deed in de documentaire Bananas. Wolffers waarschuwt echter tegen teveel actie, omdat die al gauw uitgaat van vaste overtuigingen terwijl de waarheid niet zo gemakkelijk te vatten is en vaak anders is dan men denkt.

De relatie tussen woord en beeld brengt Wolffers op beeldvorming, dat een krachtig medium is om het publiek te bespelen. Iemand die een duidelijk beeld neerzet is altijd bezig met een versimpeling van de werkelijkheid. Het verhaal is tegenwoordig een consumptieartikel geworden en heeft zijn inhoud opgeofferd aan de vorm. Zie de storytelling door reclamemakers, die een soort oplichters zijn, zoals Schaap vermoedt, hetgeen bevestigd wordt door Wolffers: ‘Daar komt het wel op neer: het is hun vak om je te verleiden tot uitgaven die je zonder hun gladde praatjes niet gedaan zou hebben.’

Wolffers die onvoorspelbaarheid als een kenmerk van verhalen ziet, vreest dat dit in onze wereld met zijn nadruk op technische perfectie steeds meer een probleem wordt. Schrijvers gaan steeds meer uit van sjablonen. De verteller is daarmee niet meer dienstbaar aan het verhaal, maar maakt het dienstbaar aan zijn eigen prestatie. De huidige literatuur heeft ons weliswaar kritisch, maar tegelijk dakloos gemaakt, waardoor we niet meer - zoals gelovigen in een kalifaat nog wel kunnen - in onze verhalen kunnen wonen. Tegelijk zitten we gevangen in onze verhalen. Zoals de titel al aangeeft herbergt elk verhaal weer andere verhalen. ‘Daar komt geen einde aan: het is een labyrint zonder uitgang.’ Over de toekomst is Wolffers somber. Onze innerlijke ruimte wordt in cyberspace tot een technische uitvoering en vrijheid is verdwenen.

De constructie die Meeuse neerlegt deed me enigszins denken aan Zen en de kunst van het motoronderhoud van Robert Pirsig, waarin een vader zijn zoon iets over kwaliteit probeert bij te brengen tijdens een motorvakantie in de Verenigde Staten. Bart Schaap en meneer Wolffers doen het wat rustiger aan. Tijdens de wandeling door een deel van het centrum pauzeren ze altijd voor een kopje koffie. Hoewel Wolffers niet bepaald een zonnig karakter heeft, is er altijd ruimte voor een kwinkslag, die deze in een paar volzinnen soms moeilijk te behappen materie beter verteerbaar maakt.

De map met krantenknipsels waarin persoonlijke gebeurtenissen na 1980 ook een plaats vinden, maken de lezer min of meer duidelijk waarom Wolffers in een labyrint terecht gekomen is. Het labyrint van meneer Wolffers kent een boeiende vorm zonder dat de inhoud overbodig gemaakt is. Het zet aan tot nadenken over de manier waarop we onze verhalen beter tot hun recht kunnen laten komen.

Hier mijn bespreking van de documentaire Bananas.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten