Een nieuwe Henk van der Meyden gluurt door het sleutelgat
De gesprekken in haar appartement aan de Amsterdamse
Snoekjesgracht zijn erg rommelig, zo ze de deur al opendoet. Het begint er de
eerste keer al mee dat Adèle discussieert over de juiste belichting. ‘Waarom
zou je een mens lelijk maken,’ brengt ze uit terwijl ze nog eens haar blonde haren
fatsoeneert. Haar siamezen onderbreken af en toe het gesprek voor aandacht. Ook
gaat de telefoon. Het is iemand van de Volkskrant die naast het interview met
haar een aparte afspraak wil maken voor de fotograaf. ‘Geen denken aan,’ zegt
Adèle. ‘Eens wil ik ervan af zijn.’
De inhoud is weinig boeiend. Onderwerpen zoals over haar
eerste huwelijk op twintig jarige leeftijd met een tien jaar oudere man met wie
ze naar de Verenigde Staten ging en over haar latere relatie met de overspelige
Donald Jones kan men wel op het internet vinden.
Vragen over haar verschillende beroertes zijn nogal
impertinent, laat staan die over haar einde. Adèle laat zich inpakken door
cadeautjes en lekkernijen die Mourik meebrengt. Ze zegt dat ze soms moeite
heeft bepaalde woorden te vinden, maar dat het haar niets kan schelen dat dit
gezien wordt.
Een goede moeder voor John, die in 1963 geboren werd uit
haar relatie met Jones, was ze niet, erkent ze. Het werd pas leuker toen de
jongen een jaar of acht was. De huiselijkheid was vanwege haar drukke agenda echter
ver te zoeken en het was beschamend dat haar zoon haar dronken zag, geeft ze
toe. Haar katten houdt ze eronder met de plantenspuit, al kan die niet elke
irritatie over hun vraag naar aandacht onderdrukken.
Ze leed aan podiumvrees nadat ze eens belazerd was door een
producent die haar niet betaalde voor een soloprogramma. Een psychiater
vertelde haar dat vrees altijd met woede te maken heeft. Ze realiseerde zich dat
ze helemaal niet meer op de planken wilde staan.
Mooi maar ook weer schrijnend was een verhaal van Adèle over
haar tachtigste verjaardag die ze doorbracht in het Amstel Hotel. Ze was daar
al eerder voor opnames en kreeg toen toestemming om de nacht door te brengen in
een suite met een mooi uitzicht, maar op haar tachtigste verjaardag kreeg ze
een andere kamer toegewezen, die haar in de nacht tegenstond, waarop ze een
vriend belde om haar op te komen halen omdat ze toch liever thuis sliep. ‘Waarom
vertel ik dit eigenlijk?’ vraagt ze zich na dit verhaal af.
Een liefdevol portret wordt de documentaire genoemd, maar die
aanduiding moet ongetwijfeld het gebrek aan liefde verhullen, want anders had
Mourik afgezien van zijn project. Liever had men een paar liedjes kunnen
uitzenden van ’t Schaep met de vijf pooten.
We zijn toch op de wereld om mekaar te helpen, nietwaar?
De vier moeizame gesprekken worden afgewisseld door oude
fragmenten, zoals liedjes of een optreden met Rijk de Gooyer. Aan het eind
lezen we dat Adèle een half jaar na de opnames naar een bejaardenhuis ging en vervolgens
vanwege een nieuwe beroerte naar een revalidatiecentrum. Het laatste nieuws is
dat ze uit het revalidatiecentrum ontslagen is en weer terug is in het
bejaardencentrum.
Hier
’t Schaep met het heerlijke Het zal je kind maar wezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten