Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 28 oktober 2014

Piet Esser – verbeelden van het zien (2009), documentaire van Hansje Ran



Beeldhouwer werkt door tot de bobbels goed zitten

Hansje Ran maakte een boeiend portret van de bekende beeldhouwer Piet Esser (1914-2004). Daarin nam ze ook privébeelden op die kleindochter en fotografe Marte Visser eerder van haar grootvader in de Dordogne maakte. Hij was daar bezig met een beeld van was en vertelde dat men niet in de hoogte moet kijken, maar naar beneden en is blij als de contouren gezet zijn zodat hij de details nader kan invullen. Een portret is een van de moeilijkste onderwerpen in de beeldhouwkunst, zegt Esser, die nog tot op hoge leeftijd in zijn atelier in Frankrijk doorwerkte.

Het zijn de ogen die de schoonheid ervaren, zegt Esser. Hij heeft dat niet van zijn vader die schreef en geen enkele aandacht voor zijn omgeving had. Esser haalt de anekdote aan, dat zijn moeder bloemen bij zijn vader op zijn bureau zette en dat die pas na een week erachter kwam dat ze daar, inmiddels verwelkt, stonden. In zijn tuin kijkt Esser lang naar het perspectief van een kasteel in relatie tot een enorme cipres op de voorgrond. Hij kijkt ook veel terug. Hij herinnert zich een speelgoedpaardje en zijn droefenis toen de zemelen eruit vielen. Men moet niet te nieuwsgierig zijn, dan maakt men het geheim kapot.

Esser toont een oud dagboekje met schetsen die hij maakte toen hij een jaar of zestien was. Opvallend daarin is de beweging. Zijn zoon Daniël toont een beeldje dat zijn vader maakte, dat lijkt op De denker van Rodin en dat door hoogleraar Jan Bronner, meer dan zijn schetsen, als een bewijs werd gezien van de vaardigheid van Esser en reden om hem toe te laten tot de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Overigens had Bronner een haat liefde verhouding met Esser. Hij had meer met introverte types als Bolhuis en Hund. Aan het eind van de opleiding in 1938 kreeg Esser de Prix de Rome, hetgeen hem in staat stelde om in Zagreb les te nemen bij Mestrovich, die het begrip van Esser roemde.

In de Tweede Wereldoorlog liep Esser veel rond door de Peloponnesen, een schatkamer op het gebied van de beeldhouwkunst. Hij berichtte over zijn ervaringen aan Bronner. De brieven werden door Bronner aangevoerd als grondreden om in 1947 diens taak over te nemen. Esser bleef aan tot 1979. Een van zijn leerlingen was Jan Wolkers. Andere oud leerlingen komen aan het woord, zoals Tony van de Vorst, die vooral de opmerkzaamheid van Esser benadrukt als het om het gevoel voor de mens ging en Eric Claus die eens vroeg wanneer een beeld af was, waarop Esser antwoordde dat dit het geval was als de bobbels goed zaten. Aart Schonk leerde van Esser om het verloren gevecht aan te kunnen. Natuurlijk komt ook de aversie tegen figuratieve kunst en het ambachtelijke werk van Esser in de jaren zestig ter sprake.

Ran toont verschillende portretten van Esser, te beginnen met het beeld van actrice Else Mauhs. Kunsthistoricus Jan Teeuwisse vertelt dat het de eerste was in een serie van tien, afgesloten met dat van Jan Bronner. Ook komen er de nodige andere beeldhouwwerken langs, zoals het Troelstra monument (1953) in Scheveningen, dat hij maakte op 35 jarige leeftijd, De Barmhartige Samaritaan (1976), een opdracht was van de gemeente Utrecht of de Icarus figuur bij het gemeentemuseum in Den Haag. Ook was Esser geïnteresseerd in sporters. Hij maakte beelden van honkbalspelers en een schaatser met een lang zwaaibeen om de beweging te benadrukken. Zijn interesse in penningkunst werd geboren toen een vriendje van zijn broertje hem een dik Romeins muntje toonde. Esser wilde het graag hebben, maar het vriendje wilde het niet kwijt, tot diens vader het afpakte en het aan Esser gaf. Hij bleef zijn hele leven penningen maken.

Ran gaat in op de steun die Esser van zijn vrouw Dora, een aquarelliste, kreeg. Hij vertelt tegen Marte dat zij een prachtige vrouw was en dat hij verrukt was van haar ogen. Zoon Daniël zegt dat Dora hem opving en dat hij altijd luisterde naar haar raadgevingen. Samen konden ze erg genieten van de schoonheid van de natuur. Probeer niet middelmatig te zijn, hield Esser zijn zoon Daniël voor, die zelf in de muziek ging en de competitieve instelling van zijn vader miste.

Hier de trailer.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten