De PvdA als repareermachine
De PvdA heeft traditiegetrouw een sterke achterban in de
provincie Friesland, maar die ligt onder vuur. Een onderzoekscommissie, waarin
onder andere partijstrateeg Jacques Monasch, schreef een evaluatierapport naar
aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in maart j.l. om te voorkomen dat de
steun voor de PvdA verder afkalft.
Marcia Luyten heeft voormalig PvdA-voorzitter Ruud Vreeman (1947)
en publicist Rutger Bregman (1988) uitgenodigd om te praten over de manier
waarop een mogelijke verdere neergang van de partij kan worden voorkomen. De
heren verschillen meer dan veertig jaar en dat is hoorbaar.
Vreeman (zie foto) mag beginnen. Hij is een echte bestuurder en zegt
dat er onzekerheid is onder de leden maar dat de PvdA veel kan hebben. De
problemen met het electoraat waren er ook in de tijd dat hij partijvoorzitter
was. Hij is het niet eens met Luyten dat er een rechts beleid wordt gevoerd. Veel
leden zijn overgestapt naar D’66 dat individuele ontplooiing hoger in het
vaandel heeft staan. Voor de PvdA is globalisering minder een kans. Mensen
willen vastigheid, al vindt hij het niet verkeerd dat de overheid ook een
beroep kan doen op de eigen verantwoordelijkheid.
Bregman (zie foto) vindt de leegloop van de PvdA een probleem dat ook
andere grote partijen kennen. Hij meent dat het aan het politieke model lig, waardoor
partijen geen visie meer uitdragen maar kijken welke mening de meeste stemmen
trekt. De sociaal democratie stelde zich ooit verheffing tot doel, maar is
tegenwoordig enkel als een repareermachine problemen aan het oplossen. Zoiets
kan men beter aan consultants overlaten, sneert hij.
Vreeman bestrijdt dat het oplossen van problemen verkeerd
is. De lokale politiek is altijd progressief, zegt hij wervend. Hij bedoelt
daarmee dat niemand erbij gebaat is als er inwoners buiten de boot vallen. Als waarnemend
burgemeester van Groningen heeft hij natuurlijk een andere invalshoek dan de
historicus Bregman. Vreeman had beter geïnterviewd kunnen worden voor het
programma De stad aan de macht,
waarin stadsstaten het voor het zeggen hebben en de nationale politiek een
ondergeschikte rol heeft. Bregman vindt dat de uitdaging verder gaat dan het
lokale niveau. Democratie vraagt om het hebben van een keuze en die is er
nauwelijks meer in onze depolitiseerde maatschappij. Technische oplossingen zijn
niet neutraal.
De heren verschillen over het belang van volledige
werkgelegenheid. Bregman vindt dat de politiek met andere ideeën moet komen
omdat er steeds meer werklozen bij komen. Het heeft geen zin om die allemaal te
gaan bijscholen en met elkaar te laten concurreren. Vreeman zegt nogal vermoeid
dat hij die discussie wel kent. Die speelde ook in de jaren tachtig. Hij ziet
het als een conjunctureel probleem.
Luyten brengt de decentralisatie van bestuurstaken in.
Bregman vindt het geen ideologisch maar een pragmatisch beleid. Hij wil naar een
grotere, utopische visie toe. Vreeman waardeert de denkkracht van de jongere
generatie, maar acht decentralisatie van veel belang, vooral als het gaat om
het verduurzamen. Bregman meende laatst Lodewijk Asscher iets zeggen over het
opvangen van de gevolgen van robotisering en was verheugd op dat vleugje nieuwigheid.
Dat is heel wat anders dan mensen in baantjes dwingen die er niet zijn. Op de
tegenwerping van Vreeman dat men toch een baan wil, antwoordt Bregman dat er
ook veel onbetaald werk te doen is.
Hier
de belangrijkste voorstellen uit het rapport Samen sterk naar 2018 van de Pvda Friesland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten