Opgeschoten straatkind speelt een gevaarlijk soort theater
Bus 174 is een lijnbus die door Rio de Janeiro rijdt. Op 12
juni 2000 werd de bus na een mislukte bankoverval gekaapt door de twintigjarige
Sandro do Nascimento, die als straatkind opgroeide. Hij nam elf mensen in
gijzeling. Dit was meteen groot nieuws in de stad. Verkeerscamera’s zonden de beelden
uit, cameraploegen en krantenjournalisten spoedden zich de plek. Voordat de
militaire politie aanwezig was, praatte politieman André Bastista al met de
gijzelnemer. Omdat hij diens naam niet kende sprak hij hem aan met Sergio.
In de documentaire maken we het drama opnieuw mee. Op de foto zien
we Sandro terwijl hij een van de vrouwelijke gijzelaars met een pistool onder
schot houdt. Een studente belt stiekem met haar mobiel en lijkt de ernst van de
situatie nog niet goed te begrijpen. Sandro neemt een secretaresse op schoot op
de chauffeursstoel en roept dat men vrij baan voor hem moest maken. Hij vraagt
om handgranaten en een geweer en dreigt alle gijzelaars binnen zes uur te
doden. Een studente schrijft de mededeling met lipstick op de ruit. De
secretaresse zegt later dat Sandro buiten zinnen leek. De politie kreeg van
hogerhand geen toestemming om een sluipschutter in te zetten, hoewel dit
praktisch gezien mogelijk was geweest Sandro op die manier uit te schakelen. Gijzelaar
Damiana die niet meer kan schrijven na een beroerte in de bus, legt dit met
handgebaren uit.
Tussendoor krijgen we informatie over Sandro die op
zesjarige leeftijd zag dat zijn zwangere moeder met een mes vermoord werd. Een vader
had hij niet. Na de moord verdween hij in de favela. In juli 1993 vond in de
wijk Candélaria een bloedbad plaats. De politie wilde de straatkinderen, dat ze
als vuil betitelden, opruimen. Sandro ontsnapte aan de dood en ging drugs dealen
en lijm en cocaïne snuiven. Op zijn zestiende werd hij na een beroving naar een
sociaal educatief leercentrum gestuurd. Zijn tante die eerder zijn voogd was en
zijn zus kwamen op bezoek, hetgeen een positieve invloed op Sandro had, maar
toch ontsnapte hij een november 1994. In 1998 kwam hij na een overval in een
beruchte afdeling van een gevangenis, maar hij gedroeg zich goed tot hij in
januari 1999 weer wist te ontsnappen. Hij ging naar een nieuwe favela en kwam
onder de hoede van een pleegmoeder die hem een eigen plekje gaf en hem
aanspoorde iets van zijn leven te maken. Helaas kwam het nooit zo ver. Hij ging
naar een sociaal werkster die in de documentaire zegt dat hij geen moordenaar
was.
Inderdaad was het nooit zijn plan om een gijzelaar te doden.
Men deed alsof voor de buitenwereld om een goed resultaat af te dwingen. Gijzelaar
Janaína moest in het gangpad knielen en na een schot moesten de anderen
hysterisch moesten reageren. Bastista bood een chauffeur aan en raadde de
gijzelaars aan een gesprek met hem aan te gaan en op die manier een band met
hem te krijgen. De onzekerheid bleef. Een van de jonge vrouwen vreesde toch dat
Sandro tot een moord in staat was. Toen hij na vier uur met gijzelaar Geísa
naar buiten wilde werd er door een agent geschoten, maar die miste doel, waarop
Sandro Geísa neerschoot en zelf werd ingerekend. Terwijl het publiek hem wilde
lynchen werd hij door de politie in een busje verstikt. Bastista wijt het falen
van de politie aan de gebrekkige opleiding.
De minister van openbare veiligheid spreekt van een
tragedie. Deze straatkinderen strijden tegen onzichtbaarheid en zijn hongerig
naar een sociaal bestaan dat niet voor hen is weggelegd. De media aandacht
geeft hen een gevoel van macht. Alleen zijn pleegmoeder was bij de begrafenis
van Sandro. Zijn tante durfde niet te verschijnen uit angst voor wraak.Wat de wraak van de politie betreft is er, getuige de recensie moord op Mexicaanse studenten, in twaalf jaar nog weinig veranderd in dat deel van de wereld.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten