Onzekerheid bij jonge vluchtelingen.
Journaliste Hanne Phlypo en regisseuse Catherine Vuylsteke
volgen drie jongens die te maken hebben met het leed dat vluchteling zijn heet.
De Afghaanse Fattah, De Syrische Saleh en de Guinese Mamadou zijn slechts
voorbeelden van de omstandigheden waaronder vluchtelingen leven. De verhalen
van deze jongens zijn heel verschillend maar de zorgen zijn in deze drie
gevallen even sterk. De afloop van hun avontuur is ongewis.
Fattah is zestien jaar oud en werkt in Istanbul in een
textielatelier. Met het geld dat hij daar verdient wil hij verder Europa in en
een studie gaan doen, bijvoorbeeld voor dokter. Hij ontspant zich met vrienden
langs de Bosporus. Hij barbecuet met andere Afghanen op een grasveld en hoort
dat Griekenland, waar hij eerst naar toe wil, erg duur en onveilig voor buitenlanders
is. Als hij uitbetaalt krijgt in het atelier, onderneemt hij de treinreis naar
Athene, maar bij de grens al, zo horen we later, wordt hij gesnapt en
teruggestuurd. Inmiddels zwoegt hij weer om het benodigde geld bijeen te
verdienen voor een nieuwe poging.
Saleh is elf jaar en voetbalt op het schoolplein. De Sint
komt in de klas, is over hem te spreken en raadt hem aan zijn best te blijven doen,
dan komt hij er wel. Op het internaat belt hij af en toe naar zijn ouders, die onder
moeilijke omstandigheden leven. Ze zeggen daarover niet veel tegen Saleh, maar
wel tegen diens oudere neef en diens begeleider op het internaat. De laatste
zegt dat Saleh op zijn tablet de toestand in Syrië in de gaten houdt. De ouders
vragen hun zoon wel steeds of hij al een verblijfsvergunning heeft zodat hij
hen kan opzoeken. Op zijn verjaardag huilt hij vanwege heimwee. Als hij asiel
krijgt kunnen zijn ouders naar hem toe. Tenslotte komt dit uit. Zijn ouders
zijn in België met hem verenigd.
Mamadou is achttien jaar oud en werkt in België voor een
aannemer, die het goed kan vinden met zijn knecht, maar hij kan alleen een arbeidscontract
krijgen als hij een verblijfsvergunning heeft. In zijn vrije tijd loopt hij
hard en is hij voetbalscheidsrechter (zie foto). Zijn advocate zegt dat hij een Belgisch
meisje aan de haak moet slaan en daarmee een samenlevingscontract moet zien te
regelen. Hij gaat naar een disco en vraagt een en ander aan meisjes maar zo te
zien zonder resultaat.
De advocate is een beroepsprocedure begonnen. Daartoe moet
Mamadou zich bij de rechtbank melden. Ze instrueeert hem wat hij moet zeggen.
Ze vertelt hem ook over terugkeerprojecten maar dat is niet zijn bedoeling.
Zijn doel is om internationaal scheidsrechter te worden. Zijn advocate regelt ook
een andere kamer voor hem in een woning waar meer Afrikanen wonen. Daar heeft
hij dan steun aan, hoewel hij zelf liever tussen blanken woont. Helaas wordt
hij na vier jaar in België aangehouden en teruggestuurd naar Guinee. In de
aftiteling lezen we dat hij moeite heeft zijn leven daar op te bouwen.
Het is en blijft een treurige zaak hoe Europa met zijn
vluchtelingen omgaat. Rutger Bregman schreef in 2013 onder de titel Waarom
we alle grenzen moeten openzetten een fraai en uitdagend artikel in de Correspondent,
waarin hij stelt dat open grenzen in het voordeel van iedereen zijn.
Hier de trailer van
The art of becoming op de website van
dit programma.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten