Brandende fakkels zetten zichzelf in voor onafhankelijkheid
In Burning Bush schetst
Agnieszka Holland een indringend beeld van de toestand in Tsjecho-Slowakije na
de inval van de Sovjet-Unie in 1968, waarbij Dubcek werd afgezet.
De film begint vijf maanden na de bezetting met de zelfverbranding
van de 21-jarige geschiedenisstudent Jan Palach op het Wenceslasplein in het
centrum van Praag op 16 januari 1969. Een omstander probeert hem te blussen.
Jan roept nog om zijn aktetas en dat de man moet zeggen dat het geen zelfmoord
was.
Rechercheur Jires houdt zich bezig met de zaak. Hij heeft de
afscheidsbrief van Jan onderschept en leest die voor aan zijn chef, de kolonel.
Jan schrijft dat er meerdere fakkels zullen branden als men niet binnen vijf
dagen aan hun eisen voldoet. Jires gaat naar het ziekenhuis waar Jan zwaar
gewond ligt, maar krijgt geen toestemming hem te verhoren.
Op de faculteit is men in rep en roer als men hoort over de
zelfverbranding. Studentenleider Ondrej, die Jan eerder wegstuurde, wil een
staking beginnen.
Dramatisch is de kennisgeving aan de moeder. Eerst wordt Jiri,
de broer van Jan opgeroepen naar Praag te komen. Als die van de verpleging
hoort dat de moeder van Jan nog van niets weet, stuurt men hem in een
ziekenauto naar haar dorp. Als Jiri daar aankomt is de moeder net op de trein
gestapt naar Praag om samen met Jan een jas voor hem te kopen. Als ze in de
coupé zit, ziet ze het nieuws in de krant en is totaal van slag. Jiri Jan
ontfermt zich over haar op een tussenstation. Samen gaan ze naar het
ziekenhuis.
Vladka (links op de foto), een jaargenote van Jan blijkt niet thuis gekomen.
Haar vader Vladimir (in het midden) gaat haar zoeken met zijn collega, advocate Dagmar
Burescova (rechts), die haar thuis afzette. Tenslotte vindt men haar in het kantoor. Ze
was bij een vriend.
Van vrienden van Jan hoort Jirek dat hij een vriendin Hana
heeft die podiumkunsten studeert. Hij haalt Hana over Jan uit te horen wie er
nog meer in het complot zaten, maar zij kon niet verstaan wat hij mompelde. Jirek
chanteert haar met een eerder vergrijp en laat haar op de televisie een oproep
doen om de zelfmoordacties te beëindigen. De algemene staking die
studentenleider Ondrej wilde organiseren, wordt hierdoor afgeblazen.
Vier weken later leest Vladimir in de krant dat Jan volgens
parlementariër Vilem Novy een pion was van de Westerse geheime dienst. De
moeder van Jan gaat op advies van Ondrej naar Dagmar om een rechtszaak te
beginnen.
Vijf weken na de dood van Jan Palach brandt een tweede
fakkel, Jan Zajic. Omdat de regering de zaak in de doofpot wil stoppen, begint
Dagmar, ondanks veel weerstand van haar man Radim, die ziekenhuisarts is, een
proces tegen Novy. De waarheid staat voorop. Daartoe polst ze eventuele
getuigen. Van haar assistent Pavel hoort ze dat Novy zelf in de oorlog bij de
BBC werkte. Dagmar krijgt informatie van een professor dat Novy na een verblijf
in de gevangenis bij de KGB werkte. Jires waarschuwt Dagmar, dat pamfletten met
de afscheidsbrief van Jan Zajic in haar kantoor werden gedrukt. Dat had Vladka
gedaan.
Zeven maanden na de dood van Jan Palach zijn demonstraties
tegen de regering verboden en is het politiegeweld toegenomen. Dagmar krijgt
ook klappen, die door haar man in het ziekenhuis behandeld worden. Bij een
inval in het studentenkwartier van Ondrej worden papieren in beslag genomen.
Vladka zit in de gevangenis. Haar vader wordt gemanipuleerd en zet tegen de wil
van zijn dochter zijn handtekening om haar vrij te krijgen, maar Vladka vlucht.
Jires gaat op vakantie, maar die komt niet meer terug. De woning van Dagmar
wordt in de gaten gehouden.
Acht maanden na de dood van Jan Palach vindt het proces plaats
tegen Novy, maar de verdachtmakingen zijn ook toegenomen. De moeder van Jan is
in een inrichting opgenomen, de man van Dagmar wordt berispt, neemt later
ontslag en wordt huisarts, de enige getuige komt niet opdagen, de rechter staat
onder druk om overgeplaatst te worden.
Dagmar besluit dan maar het gevangenisdossier voor te lezen
maar dat blijkt door Vladimir weggehaald en aan de autoriteiten gegeven. Bij
toeval komt Pavel erachter dat er radio opnames bestaan van de lezing van Novy vanwege
wedstrijden van een duivensportvereniging. De radiobaas laat Dagmar de opnames
horen en wil getuigen. Dat houdt niet in dat zij daarmee een punt hebben. De
rechter krijgt het vonnis ‘onschuldig’ door de autoriteiten uitgereikt en leest
het voor om haar eigen hachje te redden.
Jiri hoort dat ook het graf van Jan weg moet, vanwege
provocaties die door het regime zelf zijn opgezet. Het is schrijnend te zien
dat de moeder van Jan met bloemen naar zijn graf komt dat inmiddels geruimd is
De serie is traditioneler dan de eveneens driedelige serie Unsere Mütter, Unsere Väter, maar
daarmee ook diepgaander. Vooral de vasthoudendheid van Dagmar is ontroerend om te
zien.
De oude archiefbeelden lopen bijna onmerkbaar over in de filmbeelden.
De stemmige en af en toe spannende muziek verleent nog meer kracht aan dit indringend
verfilmde drama over een aangrijpend moment uit de Europese geschiedenis. Gelukkig
vormden de demonstraties van twintig jaar later het begin van een politieke
lente. Dagmar werd minister van Justitie. In 1991 kreeg Jan Palach postuum de
Masaryk orde voor zijn diensten aan zijn land. De brandende fakkels, in totaal
een stuk of tien, waren niet voor niets geweest.
Hier
de trailer van deze driedelige HBO-serie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten