Hartverscheurend Romeins drama roept op onze stellingen te
verlaten
Regisseur Olivier Diepenhorst bewerkte Berenice van de 17de eeuwse Franse toneelschrijver Jean
Racine over het ernstige lot van de Romeinse keizer Titus tot een compact toneelstuk
waarin de essentie los komt te liggen. De nieuwe keizer kan onmogelijk nog zijn
geliefde Berenice aan zijn zijde houden. Hij wil, met pijn in zijn hart, dat
zijn vriend Antiochus haar terugbrengt naar haar land, Palestina, maar dat gaat
niet zonder slag of stoot. De hoofdrolspelers komen niet gemakkelijk van hun
troon af.
Antiochus is de eerste die van zich laat horen op het podium,
bereikbaar met twee zwembadtrapjes, met daaronder een glazen kooi. Antiochus is
de koning van het verslagen Commagene, een land grenzend aan Palestina. Op zijn
weg door Italië werd hij door Titus ontboden aan zijn hof en ontwikkelde zich
tussen de mannen een vriendschap. Antiochus vertelt ons over zijn liefde voor
Berenice. Sinds Vespasianus, de vader van Titus, overleden is en Titus keizer
wordt, heeft hij de hoop op Berenice opgegeven en wil hij terug naar zijn land.
De schokkerige motoriek waarmee hij - en later Titus - zijn
wanhoop toont is verrassend om te zien. De lichtval onder het verlaagde plafond
in een verder donkere ruimte, waarin de acteurs hun hart uitstorten, geeft de
enorme paleisruimte weer die zich rond het podium uitstrekt. Het dienstmeisje,
dat ook de dienstmeisjes speelt van Berenice en Titus, geeft Antiochius advies.
Als ze niet gehoord wordt, trekt ze zich, voorzover ze niet wordt teruggeduwd (zie foto), terug in de glazen kooi, vanwaaruit ze
met subtiele lichaamsgebaren de ontwikkelingen volgt.
Koningin Berenice met strakke achterovergekamde haren en een
perfecte make up, geniet al bij voorbaat van de weelde die haar straks omringt
en de bijval die zij van het volk zal ontvangen. Ze kijkt uit vanuit het podium
en ziet haar geluk binnen handbereik. Haar dienstmeisje praat een grappig soort
Oost-Europees met haar, dat gelukkig niet teveel wordt uitgelegd, maar
duidelijk wordt wel dat ze weinig in de melk te brokkelen heeft.
Titus leefde vijf jaar lang zijn liefdeslust uit met Berenice.
De dood van zijn vader Vespasianus maakt daaraan een eind. Hij wordt verscheurd
door de eis van de Romeinse wet die geen vreemde vrouw aan zijn zijde duldt en
vraagt zijn vriend haar mee te nemen.
Antiochus kan die wens echter niet zomaar vervullen. Hij wil
weten hoe Berenice erover denkt, maar kan het niet over zijn hart verkrijgen om
haar de waarheid te zeggen. Het is Titus die haar tenslotte inlicht.
Daarmee ontstaat een emotionele verwikkeling die zich ook
verder in de toneelruimte afspeelt waarbij de drie in steeds verwilderde vorm om
elkaar heen draaien, tot ze alle drie uitgeput naast elkaar liggen, met het
idee dat het leven te zwaar is. Berendice is tenslotte degene die opstaat en met
haar losse haren als de Franse Marianne nieuwe kracht hervindt en ons als het
ware oproept ook onze ingenomen posities te verlaten en het leven opnieuw uit te vinden.
Berenice valt op
door de sterke stilering, die past bij de inhoud. De tekst is sterk en de
acteurs spelen vol energie een vitaal emotioneel spel. Wat wil men meer dan
deze op het toneel bereikte perfectie? Nu het leven nog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten