Ontroerend portret van een dementerende jazzorkestleider
Cherry Duyns reist mee met de Instant Composers Pool naar Londen. Dit orkest wordt sinds 1967 geleid
door pianist en componist Misha Mengelberg en treedt een week lang op in jazzclub
Vortex. Het bijzondere is dat het de laatste optredens worden voor Mengelberg
die aan dementie lijdt. Het reizen wordt hem te zwaar.
Misha enzovoort is,
vanaf de aankomst van de orkestleden in de lobby van het hotel waar Misha samen
met zijn vrouw verblijft, een ontroerend portret van een man die leefde voor zijn
muziek. Het is verademend dat men gewoon zichzelf blijft, grapjes maakt, een
Guinness drinkt, de toestand licht opvat. Mengelberg krijgt hulp van de manager
van het orkest die hem in zijn rolstoel voortduwt en hem naar de piano helpt. Hij
legt zijn loopstok op de toetsen en speelt daarmee. Deze sympathieke Olie B.
Bommel-achtige verschijning was altijd al wars van conventies en inmiddels in gevecht is
met zijn brein dat hem in de steek laat. Zijn spel is onvoorspelbaar geworden,
maar zijn aanwezigheid daarmee nog niet onbelangrijk.
Cherry Duyns praat met de afzonderlijke orkestleden uit
verschillende landen over hun gevoelens ten opzichte van hun eerste man. Mantelmuzikanten,
noemt Duyns hen.
Drummer Han Bennnink medeoprichter, die al sinds 1959 met
hem samenspeelt, gaat het verlies aan het hart, net zoals de andere
orkestleden. Hij wil het kleine geluk koesteren om Mengelberg erbij te hebben zolang
dat nog gaat. Ze waren nooit echt close, zegt hij, zo was Mengelberg niet.
Trombonist Wolter Wierbol zag de paniek in de ogen van
Mengelberg al toen ze een aantal jaren eerder op tournee waren in de Verenigde
Staten en met de trein reisden. Mengelberg vroeg toen opeens of ze in Zeeland
waren. Collega klarinettist Ab Baars zegt dat Mengelberg van verwarring en gekte
houdt. Hun stukken zijn sterk gebaseerd op een vorm en dat werd een probleem
toen Mengelberg de schema’s kwijt raakte. Bassist Ernst Clerum vindt zijn
composities moeilijk te doorgronden. Met zijn vingers kon hij het onmogelijke.
Dat is nauwelijks na te doen.
Cellist Tristan Honsiger zegt dat de vraag of hij al dan niet
meedoet een gepasseerd station is. Han Bennink brengt daar tegen in dat het
niet lachwekkend moet worden. Klarinettist Tobias Delius vindt het goed dat
Mengelberg niet tegen zijn wil optreedt. Als hij er geen zin in heeft, dan
speelt hij niet mee. Trompettist Thomas Heberer zegt dat Mengelberg in deze
moeilijke tijd dicht bij zich zelf kan blijven omdat hij zich niet gebonden acht
aan conventies. Hij was altijd raadselachtig, meester van de camouflage. Violiste
Mary Oliver heeft de tranen in haar ogen als ze over Mengelberg spreekt, de
mond van Ab Baars trilt als Duyns vraagt hoe hij het vindt dat dit het laatste gezamenlijke
buitenlandse concert is.
Tijdens het diner in het hotel praat men na over het
verleden. Over andere muzikanten als John Cage en Duke Ellington. Mengelberg is
niet zo onder de indruk, hoewel men hem zegt dat hij een fan van de laatste was.
Tijdens het laatste concert op de zaterdagavond fluit Mengelberg mee met De sprong, o romantiek der hazen.
Cherry Duyns vraagt Mengelberg of hij het verschil ervaart
tussen spreken en muziek maken. Dat laatste gebeurt gewoon, zegt Mengelberg. Er
komt dan iets vrij, dat oplucht. Ze bekijken een fotoboek van het orkest. Duyns
helpt met het herkennen van de leden. Mengelberg denkt dat het orkest wel
doorgaat. Ze laten zich niet kisten door het verlies van hem, al was het wel zijn
levenswerk. Hij signeert het boek in bibberige letters met ‘Misha enzovoort’.
Dat Mengelberg kan er wel af. Zo is het een onschuldig geheel.
Dementie is een lousy
disease, zoals in de documentaire
wordt opgemerkt. Het is ontroerend om te zien hoe goed men ermee omgaat.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten