Surinaamse bloedbanden sterker dan politieke verschillen
Suriname kent een bewogen verleden van kolonisatie en slavenhandel.
In 1975 werd het onafhankelijk, in 1980 werd een militaire coupe gepleegd door Bouterse.
Hij vermoordde in 1982 vijftien politieke tegenstanders, waaronder André
Kamperveen. De reacties waren zeer verdeeld, ook in de familie Breeveld. De
vijf kinderen uit het domineesgezin hebben ieder hun eigen weg in het leven
gevonden: Hans is politicoloog, Clarence zit in de muziek, Borger bij de
televisie, Lucia is dominee en stervensbegeleidster en Carl is parlementariër. Hun
politieke ideeën over de laatste gebeurtenissen, die het land een trauma
opleverden, zijn heel verschillend, maar ze maken wel samen muziek. Zingen en
geloof bindt, zegt Borger.
In het domineesgezin was het vroeger een vrolijke boel. Hans
zegt dat hun moeder dienstbaarheid leerde terwijl hun vader iemand was van
grote woorden. Volgens Carl gaven hun ouders het goede voorbeeld. Zijn moeder
drukte hem voor haar overlijden op het hart om bijeen te blijven, om te kijken
wat verbindt.
Hans studeerde in Nederland en was eerder minister van
Binnenlandse Zaken in een kabinet waarin ook Bouterse zat. Als je met de duivel
eet moet je lange vorken hebben, zegt hij daarover. Om te zorgen dat je hand
niet wordt afgehakt, bedoelt hij. Hij geeft een lezing over exploitatie en
kolonisatie en toont waar de schepen met slaven de haven binnenkwamen. In Fort
Zeelandia werden ze verhandeld. Hij is tegen de partij van Bouterse, maar vindt
het hypocriet dat Nederland wel kritiek had op Suriname, maar niet op onderdrukking
in Indonesië of de apartheid in Zuid Afrika. Hij denkt niet dat de
tegenstanders van Bouters een tegencoupe wilden plegen. Daarvoor waren ze te
verschillend.
Borger werkte, na zijn hoofdrol in Wan Pipel (1976) van Pim de la Parra, als woordvoerder voor
Bouterse. Mensen herkennen hem nog steeds. Ze kennen zelfs dialogen uit de film
uit hun hoofd. Inmiddels is hij manager bij de televisie. Hij is nog steeds in
de ban van Bouterse, een sportman, die een sterke intuïtie heeft. Hij begrijpt
de actie van de militairen, al onderdrukte hij wel zijn gevoel erover. Hij
kende de slachtoffers.
Carl is een onafhankelijk parlementariër en tegen Bouterse. Hij
reist over de rivier door het land om zich op de hoogte te stellen van de noden
van het volk (zie foto). Hij zingt het volkslied samen met schoolkinderen in het
achterland en noteert hun wensen, bijvoorbeeld voor een speeltuin. Hij is tegen
steekpenningen en zou wel de nieuwe president willen worden.
Lucia praat met mensen die aan het eind van hun leven zijn.
Velen willen zich uitspreken en hebben behoefte aan rust. Zij vindt de
politieke ontwikkeling moeilijk en ook moeilijk te veranderen. Surinamers zijn
emotioneler dan Nederlanders, voelen zich met elkaar verbonden. Ze waardeert het
dat haar broers in een goede verstandhouding met elkaar leven.
Clarence woont in Nederland. Hij kreeg nog judoles van André
Kamperveen en herinnert hem als een hele sociale man. Toch geeft hij Bouterse
niet de schuld van de moorden. Hij speelt en zingt in een kerk de meeslepende spiritual
Before I’d be a slave en zegt dat de
pijn van de slavernij nog altijd niet verdwenen is en dat Surinamers nog altijd
gebukt gaan onder het superioriteitsgevoel van de Nederlanders. Suriname heeft
Nederland door de slavenhandel tot bloei gebracht, zegt hij. In de Gouden Eeuw was
Suriname een wingewest. Hij zou wel terug willen maar blijft in Nederland
vanwege zijn baan en kinderen.
Tijdens het proces tegen Bouterse in 2012 klapte Ruben
Rozendaal uit de school. Vervolging vond niet plaats vanwege de amnestiewet die
Bouterse vrijwaarde. Carl was tegen die wet. Na het aannemen daarvan werd de
ambassadeur door minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken teruggeroepen naar
Nederland. Hans begrijpt deze reactie maar vindt ook dat Suriname het recht
heeft eigen beslissingen te nemen. Carl vindt de reactie van Nederland
hypocriet. Het reageert anders tegen China en meet met twee maten.
Borger huilt. Hij noemt de dag van de decembermoorden in
1982 een klote dag,die veel veranderd heeft in zijn land. Hij haalt zijn vader
aan die gezegd zou hebben dat wie schuldig is straf krijgt. Hij vindt evenwel dat
ze verder moeten, met het land en met het volk.
Ondanks zijn meningsverschil met Borger blijft Carl zijn
broer waarderen, Hans praatte er niet met hem over, maar Clarence wel. Hij
hoorde dat Borger de betrokkenheid van Bouterse ontkende. Borger zelfs vroeg
niets aan Bouterse. Hij wilde het antwoord niet weten. Hij was er bang voor.
De Breevelds maakten bezwaar tegen de strekking van de
documentaire. Men herkende zich niet in het eindresultaat. Over het geschil is te
lezen in artikelen hier op de site
van Geertjan Lassche.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten