Een probleem dat niet opgelost kan worden is geen probleem
Wim Brands begint het negende seizoen met een, naar hij zegt,
complex onderwerp: onze houding ten aanzien van persoonlijke of
maatschappelijke ellende. Filosoof en hoogleraar Paul Frissen heeft zich daarin
verdiept en kan daarover professoraal vertellen. Brands heeft zijn draai nog
niet helemaal gevonden, want herhaaldelijk onderbreekt hij zijn gast met opmerkingen
die het gesprek onrustig en onduidelijk maken.
Brands opent met een didactische hulpmiddel, namelijk vanuit
het kleine naar het grote te kijken. Hij stelt dat een popconcert wordt
overvallen door noodweer. Het publiek neemt het de organisatie kwalijk dat het
dat niet voorzien heeft, waarop voor de volgende keer protocollen worden
opgesteld. Frissen heeft ook een voorbeeld. De bultrug Johannes die aan de
Noordzee aan zijn eind kwam heeft inmiddels een potvisprotocol opgeleverd. Er
zijn vijfentwintig veiligheidsregio’s, maar de brand bij het chemisch bedrijf
in Moerdijk, waarvan de burgemeester meteen zei dat die geen gevaar opleverde
voor de volksgezondheid, viel net buiten die indeling. Voordat Frissen zijn
idee mag uitspreken dat het geloof in regels die ons beschermen op een illusie
berust, wil Brands eerst nog meer verhalen horen, zoals over de NS die
inmiddels een aangepaste dienstregeling heeft gemaakt voor noodweer, terwijl
onze zuiderburen heel wat laconieker met die mogelijkheid omgaan.
Anders dan verwacht moet de fatale staat niet, zoals de
falende staat, negatief worden opgevat. Het gaat om een houding waarbij we een
zeker risico accepteren en niet alles proberen voor te zijn met regels. Het
idee van de maakbaarheid van de samenleving leidt tot een ongeremd normerend
optreden van de overheid, zoals tegenwoordig te zien is bij de operatie badeend,
waarbij men kijkt of jonge gezinnen wel voldoende speelgoed in huis hebben. Zo
niet, dan komen ze in aanmerking voor interventie.
Een ander voorbeeld is de verplichte leerplicht in Amsterdam
vanwege taalachterstanden bij een deel van de bevolking. Deze maatregel, gebaseerd
op rechtsgelijkheid, brengt zichtbare ergernis teweeg bij Brands. Rotterdam kan
er ook wat van. Daar zijn interventieteams actief die bij huur- of leerachterstanden
kunnen ingrijpen. Een plan waar de ombudsman kanttekeningen bij plaatste, hetgeen
hem niet in dank werd afgenomen.
In het verleden verschilde de houding ten opzichte van het
fatalisme. De Grieken vonden dat het noodlot onafwendbaar was en dat men zich
daarmee moest verzoenen, christenen dienden het te accepteren als een teken van de
voorzienigheid, de moderne samenleving wil juist de ellende met alle mogelijke
middelen bestrijden. Hoewel men daarin vastloopt waren er ook positieve kanten
aan maar die kon Frissen niet noemen omdat Brands hem vraagt naar zijn
persoonlijke standpunten aangaande de drie posities.
Niets doen is moeilijker dan iets doen, zegt Frissen. Hij roemt
Piet Hein Donner die aftrad na de Schipholbrand waarbij asielzoekers om het
leven kwamen. Hij verklaarde daarbij dat de democratie in gevaar komt als de
overheid teveel gaat optreden. Brands smaalt over fietsende kinderen die
tegenwoordig helmpjes dragen. Frissen doet er een schepje bovenop. Dat er deze
zomer meer mensen verdronken, komt volgens sommigen doordat het schoolzwemmen
is afgeschaft. Men ziet meer in eerherstel daarvan dan het beroep op de eigen
verantwoordelijkheid. Het preventiedenken heeft school gemaakt door de dreiging
van terrorisme. De kern van de vrijheid, zo betoogt Frissen, bestaat erin dat
er risico’s aan verbonden zijn.
Brands begint over het populisme dat problemen in kaart
brengt die meestal in termen van wij en zij gesteld zijn zoals over een kliklijn
ten aanzien van Poolse werknemers, maar daarmee wel andere politici - vooral die
van de PvdA - opzadelt om die op te lossen en daarmee meewerkt aan de verdere
regelzucht.
Frissen acht het populisme een vitalistische stroming die aan
emoties appelleert. Om daarin niet mee te gaan moet men, als Donner, sterk in
de schoenen staan. De overheid heeft een monopolie op geweld maar dient zich
niet met de moraal bemoeien zolang burgers hun grenzen niet overschrijden. Een
fatalistische visie is beter. Hij noemt als voorbeeld de credit cards die
handig zijn maar wel fraudegevoelig. Dat laatste moeten we dan maar op de koop
toenemen, zoals banken ook doen. Een probleem is pas een probleem als er een
oplossing voor is. Anders dienen we ons te schikken, zoals de Grieken al
wisten.
Het waren uitdagende stellingen om het nieuwe seizoen mee te
beginnen. Het was nog wel aardig geweest een reactie te horen van Frissen op ons
rechtsbestel met daarin de machtige positie van advocaten, die meteen beginnen
te schreeuwen als een cliënt verkeerd bejegend wordt. De juridisering van de
samenleving, die in de Verenigde Staten al veel verder is voortgeschreden, staat
haaks op het acceptatie van risico’s. Ook de rechter moet stevig in zijn
schoenen staan.
Niet gezien deze aflevering, heel boeiend!
BeantwoordenVerwijderenKomt er ook nog een recensie over het gesprek met Karl Ove Knausgard?
groet, Fenny
Het verslag staat er sinds vanmorgen op, Fenny!
Verwijderen