Verrassingen achter de gevels
Het is verrassend wat zich achter de gevels in een Haarlemse
straat als de wat sombere Jansweg bevindt. Vaak fiets ik er doorheen op weg
naar het station, maar nooit had ik gedacht dat daarachter zo’n bijzondere
wereld schuil gaat. Dat is het mooie van een stadswandeling met Corry en Hans van
Gilde Haarlem, een vrijwilligersorganisatie, die mensen daar toegang toe biedt.
De hofjes met hun besloten karakter dateren van de
middeleeuwen. Ze werden naar het voorbeeld van de begijnhoven met een bleekveld
in het midden gebouwd door een weldoener en waren bedoeld voor arme, bejaarde
vrouwen. Die hoefden geen huur te betalen, kregen wat geld voor boodschappen,
turf voor de verwarming en kaarsen voor licht. Inmiddels is dat niet meer het
geval. De bewoners, die over het algemeen boven de 55 jaar zijn, betalen
tegenwoordig gewoon huur, maar hebben wel eigen sanitair. De hofjes worden
beheerd door stichtingen met regenten aan het hoofd, die beslissen over de
toewijzing van de woningen.
In Haarlem zijn tweeëntwintig hofjes. Anders dan in
Amsterdam of Leiden worden de hofjes niet voor jongerenhuisvesting maar voor
hun oorspronkelijke doel gebruikt. Als de verzorgingstehuizen straks vanwege
bezuinigingen moeten sluiten vormen dit soort hofjes misschien een alternatief.
Het hofje van Staats aan de Jansweg is het grootste hofje
van Haarlem en dateert uit 1730. IJsbrand Staats was een weduwenaar zonder
kinderen die zijn erfenis in het hofje stak. De zwartgele (eigenlijk gouden)
luiken zijn de kleuren van zijn wapen. In de jaren negentig is het hofje
gerenoveerd, waarbij men twee huisjes samenvoegde tot een huisje met sanitair.
Vroeger ging men voor het toilet naar de gemene heimelijkheid en voor water
naar de pomp. Het straatpatroon is nog origineel. De regentenzaal aan de
straatkant werd gebruikt voor vergaderingen. Aan de achterkant bevond zich een
lijkenhuisje.
Het hofje van Noblet bevindt zich op de hoek van Hooimarkt en
Nieuwe Gracht. Het stamt uit 1760 en is gebouwd met geld uit de nalatenschap
van een Amsterdammer. In het hofje waren tien huisjes voor dames uit Haarlem en
tien uit Amsterdam. In de hoek rechtsachter bevindt zich de waterplaats met
twee pompen. Mies Ruys tekende voor het tuinontwerp waarin de dubbele hagen
opvallen.
We maken een uitstapje naar de Bakenesser kerk, waarin tegenwoordig
bureau Archeologie gevestigd is. Het gerucht gaat dat de toren gemaakt is van
stenen van de toren van de Grote Kerk. Die was te zwaar en moest worden
afgebroken. In de kerk hangt onder de glas in lood ramen, gemaakt door
verschillende striptekenaars, een plakkaat uit 1879 waarop staat dat de kerk
honderd jaar als kinderkerk dienst doet. Dat was in een tijd dat er veel wezen
waren. Die werden verplicht naar de kerk gestuurd.
Het idyllische en veel gefotografeerde hofje van Bakenes
ofwel Bakenesserkamer is het oudste hofje van Haarlem en werd in 1359 door
Dirck van Bakenes gesticht. Het heeft een vijver en een overdekte pomp. In de
zeventiende eeuw werden de houten huisjes vervangen door stenen. Aangrenzend is
het nieuwste hofje, dat het hofje van Johan Enschedé heet omdat het op diens
terrein staat. Er wonen zelfs echtparen. Joost Swarte werkte samen met de
architect en heeft een aantal kunstwerken geplaatst.
Na een ontmoeting met Malle Babbe - een beeldje van Kees
Verkade in de Barteljorisstraat - die leed aan cretinisme en door Frans Hals
vereeuwigd werd omdat zijn zoon mentaal geretardeerd was en de twee samen in
een verbeterhuis zaten, komen we bij het hofje van Van Oorschot (zie foto), wederom een
Amsterdammer. Op de timpaan hangt zijn spreuk uit 1768, die nog steeds
actueel genoemd kan worden: Wouter van
Oorschot laat hier zijn liefde blijken, den arme tot een troost en voorbeeld
aan de rijken. Hij ligt in de Bavokerk begraven en bepaalde dat zijn
huishoudster Mathilde als eerste een plaats kreeg in het hofje, gevolgd door
enkele familieleden. Omdat het hofje schuin tegenover de burgemeesterwoning in
de Kruisstraat lag, zorgde de toenmalige burgervader Silvius voor een fraai hek
dat er nog steeds staat. Onder de boogvormige haag in de tuin staat een ranke Eva van een beeldhouwer die
in de oorlog werd gefusilleerd. In het Kenaupark was het beeldje niet veilig,
daarom werd hij hier neergezet. Hier werd het overigens ook gestolen, maar
gelukkig bestond er nog een mal van.
Helaas konden we in anderhalf uur niet alle hofjes bezoeken,
maar dit maakte de honger alleen maar groter om de andere ook te zien. Veel
hofjes zijn toegankelijk op werkdagen, sommige ook op zaterdag, maar op zondag
zijn ze gesloten. Het VVV heeft een plattegrond en beschrijvingen, maar een
wandeling met Gilde Haarlem is aan te bevelen. Hier meer informatie over de wandelingen.
Hier
meer over het hofje van Staats op de site van Open Monumentendag, die komend
weekend weer zal plaatsvinden. Op de site ook de andere hofjes. Dan is ook de
regentenkamer van het hofje van Noblet geopend. Tenslotte is er zelfs een Haarlems Hofjeskrant die een paar maal per jaar uitkomt en gratis wordt verspreid.
Die wandeling heb ik ook gedaan. Ook in Groningen is er een mooie hofjeswandeling.
BeantwoordenVerwijderenIk heb 'm ook gedaan en was net als jij aangenaam verrast...
BeantwoordenVerwijderen