Weergaloze representatie van de spanning tussen ons leven en onze
verlangens
Henrik Ibsen was een gevierd negentiende-eeuws
toneelschrijver en een lichtend voorbeeld voor andere toneelschrijvers. Zijn
vele theaterstukken zijn direct verbonden met zijn eigen levenservaringen, zo
vertelt Ricci Scheldwacht in zijn inleiding, die eindigt met de uitspraak van
Ibsen dat hij het leven niet beleefd maar doorleefd heeft. Bouwmeester Solness uit 1892 is een van zijn laatste stukken waarin
Ibsen diep graaft in de menselijke existentie. Hoofdpersoon Halvard Solness zit
in een zware persoonlijke crisis en probeert zich daar met behulp van een wilskrachtige
jonge meid uit te bevrijden. De realiteit van het leven is echter hard en botst
met onze wensen en verlangens.
Regisseur Theu Boermans van het Nationale Toneel heeft het
ruim honderd jaar oude toneelstuk nieuw leven ingeblazen en de context overgebracht
naar onze tijd, zonder dat de essentie van de boodschap van Ibsen daaraan
afbreuk doet. De vijftigjarige Harvard Solness, hoofd van een architectenbureau,
zit in een midlife crisis. Hij wordt door de tijd op de hielen gezeten en voelt
de adem van de jongere generatie in zijn nek. In persoonlijke zin heeft hij een
slechte relatie met zijn ziekelijke, getraumatiseerde vrouw Aline. Hij is
daarom gevoelig voor de charmes van zijn boekhoudster Kaia. De komst van een de
jonge, springerige, brutale Hilde zaagt de poten onder zijn stoel weg.
Decorontwerper Bernard Hammer heeft weer een prachtige
omgeving bedacht waarin het drama zich voltrekt. De witte tafels onder het
kille neonlicht in de bijna onmetelijke ruimte geven de leegheid weer waarin
het werk op het architectenbureau zich voltrekt. Bij aanvang van het stuk is de
oude Brovik, die ooit Halvard in dienst nam maar door de laatste overvleugeld
is, met zijn zoon Ragnar daar druk aan het tekenen. Brovik is aan het eind van
zijn Latijn. Hij laat Halvard weten dat hij nog maar kort te leven heeft en wil
graag dat Ragnar het bedrijf overneemt. Daarnaast speelt ook nog een mogelijk
huwelijk tussen Ragnar en Kaia, waardoor hij zijn geliefde kwijt zou raken. De
kwesties knagen aan het geweten van de bouwmeester, die niets kan laten vallen.
De opkomst van Hilde op zware wandelschoenen - heel grappig precies
op het moment dat Halvard tegen de dokter van zijn vrouw heeft gezegd dat hij
de klop van de jeugd vreest - brengt nieuwe perspectieven. Ze vertelt met veel
bravoure dat hij haar op de kop af tien jaar geleden een koninkrijk heeft
beloofd en dat zij dat nú komt opeisen. Halvard is eerst stomverwonderd, maar
gaat algauw met haar mee. Zo’n jong springerig ding is de beste garantie tegen
zijn eigen zware gedachten. Ze opent deuren.
Fraai is de dialoog in de tweede akte in de directeurskamer tussen
Halvard en Hilde waarin Halvard haar vertelt over de demonen die hem
achtervolgen. Hilde is een klankbord voor zijn gevoelens die Halvard niet met
Aline kan delen. De dood van hun twee kinderen na een brand in hun vroegere
huis heeft het verlangen naar een thuis vernietigd. Dat geluk voelt als een
wond in zijn borst die nooit genezen is. Hilde wijt zijn ongeluk aan zijn overgevoelige
geweten. Als dat gestaald zou zijn, zou hij doen wat hij zou willen, zegt de
knappe verleidster. Ze haalt Halvard over om Ragnar de eer te gunnen om een,
door hem eerder geweigerde opdracht, aan te nemen. Halvard op zijn beurt wil verder
niets meer van Ragnar of Kaia weten. Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
In de derde en laatste akte, die zich in de tuin afspeelt, spitst
zich toe op het nieuwe huis dat Halvard tegenover het bureau bouwt op de plaats
van het verbrande huis. Aline noch Halvard hebben veel animo om daar te gaan
wonen, maar Hilde ziet wel iets in de torenkamer die Halvard, net als voor het
project waar hij tien jaar daarvoor aan werkte, aan het huis gebouwd heeft. Zij
zal erin wonen en hem ontvangen, net zo vaak als hij zal willen. De
voorstelling krijgt daarmee een fantasierijke dimensie. Hilde wil dat Halvard
net als tien jaar geleden een krans om de weerhaan hangt en ziet samen met de
anderen aan het eind van de voorstelling gespannen toe hoe Halvard zijn
hoogtevrees trotseert om aan haar wens tegemoet te komen.
Alles klopt in deze voorstelling van het Nationale Toneel.
De tekst scharniert moeiteloos rond de vele thema’s die worden aangesneden.
Humor is nooit ver weg. De fris ogende Anna Raadsveld in de rol van de onverschrokken,
idealistische en bellen blazende Hilde vormt een mooie tegenhanger van de
zwaarlijvige Mark Rietman als Halvard Solness (zie foto van Kurt van der Elst). Ze vinden elkaar in hun
verlangen naar een ander leven, dat pijnlijk genoeg niet voorhanden blijkt. Het
is de verdienste van Theu Boermans en Bernard Hammer dat zij deze utopie in een
prachtige theatrale vorm hebben gegoten. Het warme applaus was zeer verdiend en
gold ongetwijfeld ook Henrik Ibsen die zijn tijd vooruit was met zijn scherpe
blik op ons gebrekkige leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten