Ondergang en revalidatie van een saxofonist pur sang
Ties Mellema was een begenadigd en zeer gezien saxofonist,
die door een huis tuin en keuken ongeluk kreeg zijn rechterhand dermate
blesseerde, dat hij die niet meer kon gebruiken. Door lang en geduldig oefenen
kreeg hij weer grip op zijn ledemaat en daarmee op zijn instrument. De kwetsbaar
makende ervaring verwerkt hij in de solovoorstelling The end of desire, ondersteund door zwart wit videoprojecties op zwarte
gazen doeken van beeldend kunstenaar Michiel Voet. Deze toont onder andere verkeersstromen
op de maat van zijn muziek of het voorzichtig weer lopen op bladmuziek, die het
aankijken zeer de moeite waard zijn. Met vrij simpele middelen worden de
zintuigen van het publiek ruimschoots aangesproken.
Het is niet zo eenvoudig om in woorden te vatten wat de precieze
inhoud is van deze mengeling van beeld en geluid. Taal ontbreekt, op enkele
kopjes na, die de verschillende delen aangeven, te beginnen met Me, up above the world en eindigend met Now my charms are all o’erthrown. Of het
moet de taal zijn van de muziek, die uit een beurtelings schelle, weemoedige,
opstandige of knorrende saxofoon wordt gehaald. Zoals dat in beeldende en
uitvoerende kunsten gaat, brengt Mellema een gevoel over, in dit muzikale verhaal
een sterk gevoel van beklemming. Zijn herwonnen vaardigheid wordt overschaduwd
door hetgeen hem is overkomen: My long
way down.
Mellema ligt om te beginnen op een matras voor de doeken waarop
de videoprojecties getoond worden en keert daar na de verschillende muzikale fragmenten
steeds weer naar terug. Het lijkt daarmee of hij steeds weer moet uitrusten van
zijn spel. Elk fragment bestaat uit een solo op een van de saxofoons die
verspreid op het podium liggen, omgeven door schoenen of op een bedje van
schoenen, die doen denken aan een activiteit die stil ligt. Mellema speelt op
blote voeten, hetgeen ook handig is om de voetcomputer te bedienen waarmee hij
effecten en herhalingen van zijn spel in werking stelt. Andere geluiden, zoals
de eenzaam tikkende waterdruppels, vogels op de achtergrond en het harde vuurwerk
dat losbarst, versterken het effect van de saxofoons. Als Mellema weer eens op
het matras rust, begint hij ook nog te fluiten.
Centraal staat de hand die het niet doet (zie foto van Michiel Voet). Vanaf zijn matras
brengt hij de lamme hand voorzichtig met zijn goede hand op een hoofdkussen dat
hij op zijn knieën heeft gelegd. Het instrument dat in zijn nabijheid ligt,
schuift hij veelbetekenend weg. In de projecties is Mellema ook vaak met een
hand voor zijn oor te zien. Zijn gezicht komt hij ook regelmatig in beeld, verborgen
achter een door hem zelf opgehouden ernstige portretfoto, die wijst op het
ongeluk dat hem ten deel gevallen is.
De voorstelling beweegt zich van akelige droombeelden van claustrofobische
tunnels en eindeloze bruggen naar het dramatische hoogtepunt door het slijpen
van een speerpunt, die later rood gedrenkt is. Daarna volgt een close up van de
zwaar bloedende rechterhand op alle drie doeken tegelijk. De laatste diepe blik
van Mellema met achter hem een projectie van met bloed bespatte bladmuziek is
veelzeggend. Zonder woorden geeft hij de toeschouwer, tegelijk met een hoogstpersoonlijke
ode aan de kracht van de muziek, zoals de ondertitel van zijn programma luidt, een
ontroerend beeld van de fragiele staat waarin we leven.
De composities in The
end of desire zijn van Ian Wilson en de regie is van Jos van Kan.
Hier
de teaser.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten