Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 31 mei 2015

Meindert Fennema over Goed fout, VPRO Boeken, 10 mei 2015



Overeenkomsten studentencorps en Communistische Partij Nederland

Meindert Fennema - die ik leerde kennen door de bijdrage van Lodewijk Asschers Mijn idee van Nederland – was tot voor kort hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen en schreef het biografische boek Goed fout dat de ondertitel Herinnering van een meeloper draagt en dat over zijn herinneringen aan het studentencorps en de Communistische Partij Nederland gaat.

Wim Brands noemt hem een politicoloog, maar Fennema wil ook graag weten dat hij schrijver is. Fennema legt uit dat hij zijn uitgever vertelde over zijn idee voor zijn nieuwe boek, namelijk een portret van vier personen uit zijn omgeving die in de CPN zaten en dat zij toen voorstelde om ook zijn eerdere verleden als corpslid erbij te nemen. Fennema begon daaraan als een voorstudie vanwege de overeenkomst tussen de leden van de twee gesloten organisaties, die zichzelf als elitair zagen, neerkeken op de massa en dachten dat ze voorbestemd waren voor een leidende rol in de maatschappij.

Brands noemt het ongewoon dat Fennema, met een vader die in een slachthuis werkte, in een corps terecht kwam.
Fennema vertelt een leuke anekdote over zijn broer die diergeneeskunde studeerde en een feestje gaf. In de nacht kwam een lakei de trap op die de studenten met hun achternaam aansprak en met alle egards werd behandeld. Hij bleek de bediende van de sociëteit waar zijn broer en andere feestgangers lid van waren.

Brands gaat niet verder over het corps waar Fennema zelf lid van uitmaakte, maar stelt dat het corps er in vergelijking tot de CPN in zijn boek goed van af komt.
Fennema zegt dat het corps buiten de Groentijd een hele liberale vereniging was, die ook leden telde die tot de studentenvakbeweging behoorden en dat het bij de CPN altijd Groentijd was. Je wist bij de laatste groep nooit zeker of je erbij hoorde. Corpsleden betreurden het dat Fennema door een politieke reden in 1972 wegging. Hij werd lid van de effectief opererende CPN na een maoïstische coupe van het ASVA bestuur. Eerder was hij lid van de PvdA maar dat zegde hij op doordat men de oorlog in Vietnam steunde.

Brands wil nog eens uitgelegd krijgen hoe het stalinisme werkt.
Fennema vertelt dat hij door Rinus Haks van de CPN op het matje werd geroepen met het verzoek om, op straffe van opzegging van het lidmaatschap, afstand te nemen van zijn docent Ger Harmsen, die boeken gestolen zou hebben van een andere organisatie, hetgeen een voorwendsel was dat de ideeën van Harmsen niet strookten met de partijlijn.

Brands vraagt of iemand toch maar lid blijft omdat er aan iedereen wel wat op te merken valt.
Fennema zegt dat hij inderdaad afstand van Harmsen nam in een klimaat dat steeds wantrouwiger werd. Daar kwam bij dat men uitgemaakt werd voor anti-communist als men uit de partij stapte en daarop zat Fennema niet te wachten. De ondertitel van zijn boek slaat op de positie die hij innam. Fennema vertelt dat hij depressief werd tijdens het schrijven erover maar dat zijn stemming verbeterde toen hij zich realiseerde wat hij gedaan had. Daarna kon hij het proces beschrijven waardoor hij zover kwam.

Fennema beantwoordt de vraag van Brands over huidige stalinistische praktijken van uitsluiting allereerst met een verwijzing naar Janmaat, maar dat is alweer een tijd geleden. Ik vraag me af of het echt zo slecht is om uit de vergaderzaal weg te lopen als deze aanhanger van het nationaal socialisme in de Kamer aan het woord kwam. In plaats van uit een gevoel van morele superioriteit kan dit als een gerechtvaardige daad van verzet gezien worden. Het voorbeeld van jihadisten die door alle kritiek op hun idealen juist meer vastberaden op hun doel afgaan, is sterker.

Hier Mijn idee voor Nederland - Lodewijk Asscher in De Balie (2012) Ik wil altijd nog een verslag over Fennema’s idee met Nederland, hier .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten