Biografie over jonge verzetsvrouw ondergesneeuwd door vraag
naar verraadster
De jonge Vlaamse journalist Jeroen de Bruyn schreef samen
met Joop van Wijk, de jongste zoon van Bep Voskuijl, een biografie over diens
moeder die een belangrijke rol speelde in de onderduik in Het Achterhuis.
Helaas werd het onderwerp van het boek overschaduwd door de storm die opstak in
de media over een nieuwe verdachte van het verraad die de schrijvers noemden en
de afkeuring van de Anne Frank Stichting die daar het gevolg van was.
Wim Brands vraagt wanneer De Bruyn zich in Bep Voskuijl, een
jonge kantoorbediende die een van belangrijkste helpsters in de onderduik van
de familie Frank, is gaan verdiepen.
De Bruyn las al, met behulp van zijn moeder, op zijn
achtste Het Achterhuis. Dat verhaal liet hem niet meer los. Op zijn vijftiende raakte
hij nieuwsgierig naar Bep Voskuijl omdat ze in het dagboek van Anne Frank nogal
onderbelicht bleef. De Bruyn werd gefascineerd door de jonge vrouw van 23 jaar
haar leven in de waagschaal stelt voor de hulp aan anderen.
Brands begint over een citaat van Herman Vuijsje, die haar eerder typeerde als een angstig meisje dat zelf liever niet gezien wilde worden. De Bruyn
heeft dit beeld samen met Joop van Wijk willen rechtzetten. Bep was niet naïef,
deed veel voor de onderduikers en was zeer teleurgesteld dat haar missie
mislukte.
Brands vraagt naar de research die De Bruyn en Van Wijk
deden.
Allereerst waren er de brieven, bewaard door de Anne Frank
Stichting, de plakboeken van Bep uit de jaren zestig en zeventig, maar daarnaast
waren er ook een zus van Bep en een verloofde van haar uit de oorlog die hen
informatie gaven. Bep zelf die in 1983 overleed was altijd te getraumatiseerd
om over de geschiedenis te praten.
Brands vraagt om een typering van Bep.
De Bruyn zegt dat ze een gedaanteverwisseling heeft
ondergaan. In Het Achterhuis komt ze naar voren als een optimistische, speelse
jonge vrouw, maar na de oorlog verviel ze in wanhoop. Daarbij speelde haar
slechte huwelijk mee en het mogelijke verraad van haar zus Nelly die voor de
Duitsers werkte. Ze deed zelfs een zelfmoordpoging die door haar jongste zoon Joop
verijdeld werd.
Brands vraagt door over het mogelijke verraad van die zus
Nelly.
De Bruyn zegt dat de in 1963 opgespoorde SS-er Karl
Silberbauer daarop zinspeelde. In een interview met Panorama in de jaren zestig
zei Bep dat ze niet geloofde in het verraad van magazijnbediende Van Maaren.
Brands begint over de media die vervolgens op het boek doken,
waarna de Anne Frank Stichting haar steun terugtrok en het boek niet ter
verkoop in het museumwinkel legde. De commotie was voor Van Wijk zelfs reden om
niet in het programma te komen.
De Bruyn betreurt alle commotie. Hij had niet verwacht dat
dit onderwerp overbelicht zou worden. Hij zegt dat zij een plausibele verdachte
genoemd hebben, maar dat het boek een eerbetoon is aan Bep Voskuijl en andere
stille helpers die met gevaar voor eigen leven onderduikers hielpen. Dit eerbetoon
komt volgens De Bruyn net op tijd, want over tien jaar leeft niemand van deze
groep meer. Hij denkt dat Bep Voskuijl in ieder geval blij geweest zou zijn met
de biografie. Recht door zee!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten