Afrikaanse klusjesman brengt geluk in grensstreek met veel miserie
David van Reybrouck noemt de nieuwe roman Dertig dagen van Annelies Verbeke een
dialoog met onze tijd. Ook op Wim Brands maakte het boek over een Afrikaanse
muzikant die klusjesman wordt in West Vlaanderen veel indruk. Wat kan een
schrijfster zich meer wensen aan het begin van het gesprek? Verbeke reageert
echter nogal koel - of misschien moet ik zeggen onbewogen - op deze lof.
Wellicht is het mentaliteit van de mensen uit de streek die zij beschrijft.
Binnenvetters zijn het in de Westhoek.
Brands refereert aan het feit dat de echtgenoot van Verbeke
uit Senegal komt en vraagt zich af in hoeverre die model heeft gestaan voor hoofdpersoon
Alphonse.
Verbeke ontmoette haar man op de Gentse feesten, maar hij
vertoont weinig raakpunten met de hoofdpersoon, al werd ze door de omgang met
hem wel met het thema racisme geconfronteerd. Het viel haar op dat dames hun
schoudertas opeens aan de andere schouder hingen als haar echtgenoot hen passeerde.
Ze vraagt zich ook wel af of het echt zo was, maar haar onzekerheid daarover
zegt genoeg. Het racisme in het boek komt tot uiting in de weifelende houding
ten opzichte van de buitenstaander tijdens gesprekken.
Brands vraagt naar de situering van de roman in de Westhoek.
Verbeke zegt dat het een gebied is dat door loopt over de
Franse grens, waarin leven en dood nadrukkelijk aanwezig zijn. Alphonse ziet
vooral het eerste in de natuur, zijn vriendin Kat het tweede. De streek heeft
veel te lijden gehad onder de Eerste Wereldoorlog en kent, vergeleken met
andere streken in Europa, veel zelfmoorden onder jongeren, iets dat onder de
aandacht is gebracht door David van Reybrouck.
Brands vraagt naar een verklaring hiervoor.
Verbeke kan die niet geven, maar denkt wel dat de introverte
aard van de Westhoeker daaraan bijdraagt. Er wonen veel boeren in het gebied die
naast emotionele ook financiële problemen hebben om het hoofd boven water te
houden. Inmiddels is er een meldpunt waar men met vragen terecht kan.
Brands wil weten waarom Verbeke een Afrikaanse muzikant in
deze streek opvoert.
Verbeke wilde eerst een vager platteland als achtergrond
gebruiken, maar was bezig met een schrijfopdracht in de Westhoek en realiseerde
zich dat de streek zich heel goed leende voor de couleur locale van deze roman.
Brands verbaasde zich over de vreugde die de klusjesman daar
brengt en begint over het engagement dat uit de roman spreekt.
Verbeke is niet zo gelukkig met de term geëngageerde roman
omdat die teveel over de actualiteit gaat. Deze roman over een ruimere wereld
dan in haar vorige boeken kwam op haar pad. Ze vindt dat het geluk dat de
klusjesman brengt niet overdreven groot is. Alphonse is zelf niet van onbesproken
gedrag, maar tevreden met zijn leven, waarin hij anderen tracht te helpen. Sommige
lezers zien ook zijn twijfels. Hij is iemand die het competitieve ontvlucht is.
Zelf is ze misschien ook zo iemand.
Brands herkent haar hulpvaardigheid in een oerverhaal van
Verbeke waarin ze dronken sloeber uit Gent helpt die voor haar stoep ligt.
Omdat hij zijn huissleutel niet kan vinden biedt ze hem een plaats aan op haar
sofa.
Verbeke zegt dat een van de weinige autobiografische
verhalen is en dat haar hulp werd afgestraft omdat hij alles onder scheet.
Het thema van de helper en de buitenstaander komt volgens
Brand steeds in haar werk terug.
Verbeke is zelf ook verbaasd dat het thema steeds terugkeert,
al was er eerder sprake van een mislukte helper. In Dertig dagen is de man niet helemaal een falend persoon. Ze was
bezorgd over de spanning in het boek, maar sommigen lezers voelden wel de
ondergrondse dreiging aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten