Misantroop gezegend met een goede pen
Jeroen van Kan ging naar Zutendaal in België om te praten
met Jeroen Brouwers over zijn nieuwe roman Het
hout die in het voorjaar van 2014 uitkomt. Die gaat over het seksueel
misbruik in jongenspensionaten in de jaren zestig. Het gesprek, dat twee uur
duurt, gaat over veel meer, over het leven van een schrijver, die zich heeft
teruggetrokken in de bossen, waar af en toe dieren te zien zijn, zoals op dat
moment een drinkende eekhoorn.
Brouwers ademt moeilijk. Hi ziet op tegen deze marathonuitzending.
Hij weet niet goed waar het over moet gaan. Hetgeen hij geschreven heeft kent
geen actualiteitswaarde. Zijn nieuwe roman is een grote klus, vooral omdat zijn
lijf niet meer wil. Na Bittere bloemen
dacht hij dat hij niet meer aan een roman zou beginnen, maar Het hout diende zich aan na alle krantenberichten
over misbruik in internaten. Hoewel hij daar zelf vanaf zijn tiende tot zijn
zeventiende zat en daar zelf geen last van heeft gehad, kende hij wel de geruchten
en verhalen. Hoofdpersoon in Het hout is
een vrome kloosterling die zwijgt over alle misstanden die zich om hem heen
voltrekken, zoals het sadistische slaan met het koord van de pij of met het hardhout.
Lang wordt doorgegaan op het essayistisch werk van Brouwers,
dat een grote plaats inneemt in zijn werk. Een essay is gemakkelijker te
behappen dan een roman. Een polemiek moet goed onderbouwd zijn. W.F. Hermans
nam nogal eens zijn toevlucht tot uiterlijkheden, die niet ter zake deden. Brouwers
schrijft op ernstige wijze. Hij neemt de literatuur serieus. In tegenstelling
tot wat hij eerder beweerde, wil hij nog een tiende feuilleton schrijven.
Daarnaast moet hij De laatste deur aanvullen,
dat gaat over zelfmoorden van Nederlands talige schrijvers. Een literator moet alle
genres beheersen. Brouwers waagde zich alleen niet aan poëzie. Dat lukte niet.
Brouwers koos voor de literatuur omdat andere kunstzinnige
disciplines niet aan hem besteed waren. Na zijn debuut vroeg hij zich af waar
hij zich op moest richten. Hij kwam uit op het thema waarom men is wie men is. Hij
schreef daarover in vertellend proza en in essays die altijd enkel over
literatuur gingen met als specialisatie zelfmoord onder Nederlandse schrijvers.
Hij is trots op zijn veelvormige oeuvre dat hij in een halve eeuw bij elkaar
heeft geschreven, maar hij heeft weinig illusies over de toekomst van zijn
werk. Schrijvers worden meteen vergeten als ze zijn overleden.
Brouwers woont al twintig jaar in afzondering. Hij woonde
vaker in dit soort bossen en was meteen verliefd op het huidige huis in een
doodstille omgeving. Hij bewoog zich toch al nooit in het literaire wereldje.
Door kranten en tijdschriften bleef hij op de hoogte. De laatste generatie kent
hij niet meer, al hoort hij nog wel eens wat van jonge schrijvers die bij hem
langskomen. Hij wordt niet meer verrast. Hij leest wel eens wat in een boekhandel,
maar kent het allemaal wel. Hij leest liever biografieën.
Hij vraagt zich af waarom er geen biografieën over andere
beroepsgroepen bestaan. Ook de plaatselijke bakker kan een zeer interessant
leven geleid hebben. Helaas is het bronnenmateriaal van zo iemand beperkt. Hij
schrijft zelf nooit autobiografisch. Zijn eigen personages zijn ongewild zakkerige
figuren, terwijl hij zelf ondernemend is. Hij vindt het niet nodig zichzelf af
te vragen waarom dat zo is.
Eerder uitte hij in zijn werk zijn misnoegen over het leven.
Hij noemt zichzelf nog steeds ernstig en pessimistisch. De zorgen blijven, ook
over zijn financiële situatie. Geheime
kamers was een kassucces maar daar hield het ook wel mee op. Hij moet
schrijven om in leven te blijven, maar doet geen concessie aan de lezer. Dat
verdraagt zich niet met zijn roeping. Als hij geen schrijver was geworden, had
hij uitgever willen zijn. Hij werkte twaalf jaar bij Manteau en kon andere
schrijvers op positieve wijze stimuleren.
Brouwers bekent dat hij altijd wat nerveus is voor
interviews, alsof hij een examen moet afleggen. Hij heeft het idee dat hij,
anders dan op papier, niets te vertellen heeft. Hij vindt zichzelf niet handig
en dat neemt de luisteraar voor hem in. Hij geeft het zinloze leven zin door de
literatuur, net als anderen kinderen op de wereld zetten. Dat hij alle kaarten
op het schrijven zette, gaf ook verdriet in zijn gezin. Dat hij contacten
verwaarloost, hoort bij zijn karakter.. Hij ziet neer op de huidige culturele
klimaat wanneer alles luchtig en oppervlakkig moet. Hij is verontwaardigd dat
men zijn boeken niet meer leest, maar houdt zich daar niet mee bezig. Men ziet
maar, zegt hij berustend, deze misantroop met zoveel schrijftalent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten