Brieven met een lasapparaat geschreven
Het eerste deel van de biografie van Willem Otterspeer over
Willem Frederik Hermans mag zich in grote belangstelling verheugen en dat is
terecht, want Otterspeer is een begenadigd stilist en iemand met een visie op
zijn onderwerp. Otterspeer droomde er wel eens van dat Hermans hem opbelde. De ene
keer was hij vriendelijk en meegaand, maar hij kon ook woedend zijn op zijn
biograaf die zijn verleden oprakelde dat hij liever verborgen had willen houden.
Uitgever Robbert Ammerlaan stelde Otterspeer voor dat hij een
biografie over de door hem bewonderde Hermans zou schrijven. Otterspeer nam die
taak graag op zich, al voelde hij zich daarbij de voorzitter van een grote voetbalclub,
waarbij velen denken het beter te weten. Hoewel zo’n project in
wetenschappelijke zin niet zo interessant is, omarmde hij het voorstel van de
uitgever juichend.
Hermans bewaarde in zijn enorme archief al vanaf de lagere
school jaren brieven aan ooms en tantes, alsof hij wist dat hij een belangrijk
schrijver zou worden. Een polemisch schrijver moest ook een goed archief hebben
om anderen van repliek te kunnen dienen. Otterspeer las duizenden brieven die
fenomenaal zijn, omdat de woorden, anders dan in de romans waarin hij zichzelf
opdeelt in verschillende karakters, op papier gesmeten worden, doodeerlijk eruit
geranseld, alsof ze met een lasapparaat geschreven zijn.
Wim Brands laat een aantal fragmenten zien uit het
VPRO-radioprogramma Passages Passanten waarin
Ad Fransen en Erik Lieshout Hermans interviewen voor hun documentaire Ik verlang naar niets dat voorbij is terug
(1989). Het eerste fragment gaat over zijn vader en zijn toekomstig beroep.
Hermans wil excelleren, niet door een mooie rol te spelen in de openbaarheid
maar door goede romans te schrijven.
Hermans stelde dat hij geboren werd in het vruchtwater van
de angst. Otterspeer noemt de vader een huistiran, die tegelijk lieve briefjes
aan zijn zoon schreef. Zijn oudere zus Corrie werd heel gehoorzaam, Wim zette
de angst om in agressie. Hij voelde zich superieur aan zijn vader die voor onderwijsaktes
leerde. Otterspeer noemt Hermans de meest dierlijke auteur in de Nederlandse
literatuur.
Brands toont het dagboekje dat Emmy, de vrouw van Hermans, Otterspeer
gaf, waarin haar man tijdens de oorlog noteerde wat hij las. Er zat ook nog een
kladblaadje in met daarin een persoonlijke bekentenis. In een oud stoeltje van
zijn tante mijmerde Hermans. Hij beschreef zijn associaties in surrealistische
poëzie. In 1955 ging hij, inmiddels doctor in de fysische geografie, naar de
Etna om de vulkaan in werking te zien.
In een ander fragment uit de documentaire gaat het over
Corrie, die hem uitdaagde te excelleren. Otterspeer zegt dat ze een
ingewikkelde verhouding hadden. De gehoorzame rechtenstudente werd hem door de angstige
ouders tot voorbeeld gesteld. Ze was liever dan in het haatportret dat Hermans
in Ik heb altijd gelijk van haar
maakte. Ze gingen intens in elkaar op. Hermans had zijn negatieve wereldbeeld
al op de middelbare school ontvouwt in de schoolkrant, maar de zelfmoord van
Corrie maakte die ook werkelijkheid.
Brands vraagt naar zijn toetrede in de oorlog tot de
Kultuurkamer.
Otterspeer verklaart die uit het feit dat Hermans enkel
wilde schrijver, een totalitair schrijver wilde zijn, iets dat hij uitlegt in
zijn biografie. Hermans had zich daarbij niet gerealiseerd dat zijn debuutroman
Conserve nooit door de censuur
gekomen zou zijn.
Tenslotte volgt er een fragment waarin Hermans zegt dat een
schrijver aan het licht brengt wat de massa niet durft te denken. Volgens
Otterspeer was Hermans duizelig van ambitie. Schrijven was voor hem de macht om
zichzelf te zijn en elk boek was een afgedaan boek. Het steeds weer bedenken en
neerslaan van briljante gedachten was belangrijk dan het uitgeven ervan. Hermans
had met iedereen bonje, maar was anderen wel de baas, zoals Weinreb. Hij had
conflicten nodig om zijn tegenstanders te kunnen vernietigen. Hij kon alleen
omgaan met personen die dezelfde voorkeuren hadden als hijzelf, zoals Reve. Hij
legde aan anderen uit wat wel en niet goed was aan De avonden. In het tweede deel dat over een jaar verschijnt gaat
Otterspeer in op alle conflicten en zijn isolement in Parijs.
Hier
mijn verslag van de radio-uitzending, waarin ik per abuis schreef dat de naam
van de zus van Hermans Pauline was.
Hermans heeft ooit eens vermeld dat hij een wervings kantoor van de SS binnen ging om zich aan te melden, maar toe hij de fotos zag van atlethische jongemannen die over bokken sprongen dat hij als stijve hark er maar liever van af zag.
BeantwoordenVerwijderenDe humor-intelligentie zijn bij Hermans 'loeps' die als je er in kijkt je alles gelooft wat hij gezegd en geschreven heeft.
BeantwoordenVerwijderenRobert Kruzdlo
Hermans stemde geruime tijd PSP hetgeen toch wel een heel merkaardige switch is van SS naar PSP.
BeantwoordenVerwijderenMisantropie en Nihilisme verklaren deze ommezwaai. Beide partijen zouden Hermans als deelnemer of lijstduwer nooit hebben geaccepteerd.