Eeuwenoude liefdesgedichten nog springlevend
De manier om onze geliefde te bereiken en uiting te geven
aan ons verlangen, namelijk door middel van brieven, lijkt met de digitale
revolutie afgelopen. Hoe moet men straks het hartstochtelijk verlangen, dat bij
de menselijke existentie hoort, vormgeven? Misschien wordt er straks toch weer een
dichtvorm in het leven geroepen worden.
In Jouw koude hart
zwijgt dat de ondertitel Memoires heeft,
staat de communicatieve dichtvorm centraal. Hoewel men bij memoires aan langlopende
beschouwingen denkt, schrijft Izumi Shikibu in een geconcentreerde gedichtvorm
over de periode waarin ze de geliefde werd van Atsumichi, wiens oudere broer met
de dochter van de keizer van Japan zal trouwen. De liefde van de jongere broer
had nogal wat voeten in de aarde, omdat Izumi tot de lagere adel behoorde, hij getrouwd
was en zij zelf al een dochter had.
Ze drukt het verlangen en de smart als dat niet ingewilligd
wordt, uit in buitengewoon heldere, weinig tot de verbeelding overlatende strofen,
steeds bestaande uit vijf regels, bij voorbeeld als de ontmoeting weer eens
niet tot stand gekomen is. Er zijn misverstanden alom. De prins schrijft, nadat
hij een haan gedood heeft:
‘Ik heb gedood
maar ben nog niet
tevreden.
Die haan
met zijn ontijdige
gekraai vanochtend!’
Izumi antwoordt:
‘Hoe dan ook,
juist ik voelde me
ellendig:
ochtend na ochtend
heb ik het wrede
kraaien
van de haan moeten
horen.’
Vertaler Ivo Smits schrijft bij de gedichten een uitgebreid en
verhelderend voorwoord waarin hij onder andere een en ander uitlegt over het
hofleven in Japan rond de tiende eeuw, het werkelijkheidskarakter van de
memoires en over het verband van de gedichten met eerdere poëzie. In
bovenstaande gedichten wordt gerefereerd aan een oudere tekst, die luidt:
Heftig is onze
liefde;
in de ochtendschemer
van de weinige
nachten samen
hoe wreed is dan
het kraaien van de
haan.
Daarmee is Jouw koude
hart zwijgt een schat van intertekstualiteit.
Natuurbeelden zoals van de maan en de regen worden vaak
gebruikt. Het zijn symbolen, net als de natte mouw van de arm waar het hoofd in
de nacht op ligt. Pages verzorgen de correspondentie tussen de geliefden die
elkaar eerst in het donker treffen. Soms vindt Izumi het niet erg dat het
allemaal niet zo snel gaat. Overgrote intimiteit leidt tot sleur en
desinteresse zegt ze, al dacht Atsumichi daar anders over.
Een van de invloeden in deze poëzie komt uit het boeddhisme.
Dat ziet het zware aardse leven tegen de achtergrond van de volkomen staat waar
de mens naar streeft. Vaak is de discrepantie tussen de twee toestanden
pijnlijk. Op mijn bureau ligt al vele jaren een koan van Ikkyu waarin hij vraagt
waarom ik schrik van de vergankelijkheid als deze wereld toch slechts een
vluchtige droom is. Een oplossing bestaat misschien niet. Onze menselijke
existentie is verscheurd, hartverscheurend en liefde is gehechtheid bij uitstek.
In de verhouding tussen Izumi en Atsumichi komt deze spagaat scherp tot uiting.
Izumi schrijft zo overtuigend dat Louis Couperus schreef
tijdens een verblijf in Japan in de jaren 1922-1923 door haar gegrepen werd.
Hij schreef in de Haagse Post dat de keizer een pruimenboom van haar afnam,
maar die weer aan haar teruggaf nadat hij ontroerd werd door de dichtregels die
zij op een banderol om de boom had gewikkeld.
Onlangs verscheen de eerste Nederlandse vertaling van De vertelling van Genji door Murasaki
Shikibu. Zij schetst in een epos over een prins een beeld van het Japanse
hofleven rond de elfde eeuw. Smits noemt bijvoorbeeld het richtingstaboe dat op
grond van een ongunstige stand van de sterren, maakte dat men niet bij een ander
op bezoek hoefde te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten