Goedbedoelende Kuifje in Afrika
Daniël Knoop werkte als ontwikkelingswerker voor de VN, maar
vertrok uit ongenoegen over de werkwijze. Hij wilde zelf aan de slag in Congo omdat
dat land een enorme potentie heeft als voedselleverancier van Afrika.
Investeren in duurzame landbouw, direct handelen met boeren, hun producten
verkopen en daarmee winst maken, zowel voor hemzelf als voor de boeren. Een win
win situatie, ook ten gunste van het klimaat omdat het ongecontroleerd afbranden
van bos wordt tegengegaan.
Hans Bouma gaat mee op de tweede onderzoeksreis, waarin Daan
met boeren spreekt die in de provincie Bandundu leven. Hij vertelt dat hij
zorgt voor transport en verkoop van hun producten op de markt in Kinshasa. Hij
wil van een zelfvoorzienende - tot een marktgerichte landbouw komen. Daan heeft
zich gevestigd in een oude missiepost die bemand wordt door twee Congolese paters.
Een jaar later begint hij met maniok ofwel cassave. Hij
koopt de wortels van de boeren en laat ze verwerken tot meel dat hij in Kinshasa
verkoopt. Met zijn jeep rijdt hij heen en weer over een weg die hij heeft laten
herstellen. Hij heeft inmiddels een hulp, maar komt amper uit de kosten. Hij
moet steeds dieper het oerwoud in om aan maniok te komen. Op slechte wegen komt
de jeep soms vast te zitten. Op slippers volgt Daan zijn helpers naar boven.
Hij roept dat ze Middeleeuws bezig zijn. Zijn helpers willen palmwijn nadat ze
de maniok naar de auto gebracht hebben. Hij dient ook een Afrikaanse vrouw
anders aan te raken. Daarnaast zijn er meer problemen. De werknemers in de
fabriek staken omdat ze meer loon willen. Hans Bouma vraagt zich af of Daan wel
met een goede voorstelling van zaken aan het project begon.
Na een half jaar maakt Daan nog steeds geen winst. Zijn jeep
begeeft het. Daan is in Nederland om naar een tractor te kijken. Hij praat ook
met een machinebouwer over machines voor zijn fabriek en wil dat men in zijn
project investeert. De ouders van Daan organiseren een donoravond, waarop
duidelijk wordt dat hij groot geld nodig heeft. Om aan een subsidie te komen
heeft hij investeerder nodig die met hem mee wil doen. Het machinebedrijf haakt
af, omdat de politieke toestand in Congo te onzeker is. Uiteindelijk krijgt Daan
toch subsidie om de fabriek te vernieuwen.
Terug in Congo ziet hij dat men meer bosgrond heeft
afgebrand, ook langs de route, waardoor het gevaar bestaat dat de weg straks
niet meer begaanbaar is. Hij voelt zich desolaat na een periode in Nederland en
begrijpt niet dat hij het eerder zo lang heeft volgehouden. Als de machines
geleverd zijn wil Daan investeren in savanne landbouw. Tijdens een rondgang
langs boeren hoort hij dat ze geen maniok meer willen leveren. Hij begrijpt dat
zijn hulp erachter zit. Die heeft tegen de boeren gezegd dat de prijs te laag is.
Om aan de sabotage te ontkomen wil Daan een eigen maniok akker inzaaien,
volgens de principes van savanne landbouw. Hij verdient dan meteen veel geld en
de boeren zullen zijn voorbeeld gauw volgen.
Drie maanden later vertelt Daan dat hij eerst in Nederland
aan de slag gaat. Hij wil een gemengd bedrijf starten waarop zijn schapen een
rol vervullen bij de bemesting. Pas over twee jaar, als zijn eigen maniok
geoogst kan worden, wil hij verder in Congo. Daartoe moet hij nog wel de
financiering rond krijgen.
Helaas lukt dat niet. Daan trekt de stekker eruit. Hans gaat
nog eens terug om te zien hoe de toestand in Bandundu is. De documentaire
eindigt met beelden waarmee die ook begint, namelijk met wisselende commentaren
van Congolese boeren over het vertrek van Daan.
Inmiddels werkt Daan voor Solidaridad. Hij traint boeren in
de omschakeling naar duurzame landbouw. De fabriek in Congo wordt opgestart met
behulp van een Congolese investeerder.
ik heb intens 'genoten' van deze documentaire; ik had mutatis mutandis dezelfde ervaringen met mijn project boarding school in de FDlippijnen. De wanhoopskreet 'biodiversiteit is belangrijker dan 'deze mensen', die kunnen er beter niet zijn en ze worden vooral op dit soort (biorijke) plekken geboren' komt overeen met mijn ijzige noodkreet destijds 'Jan Pieterszoon Coen, die wist het: Je moet ze blauw slaan'
BeantwoordenVerwijderen