Geld speelt niet de hoofdrol in overtuigend zwart
familiedrama
De raciale tegenstellingen leken op hun retour, maar keren
in de huidige onstuimige wereld weer net zo hard terug. Ik moet denken aan een
foto, afgelopen woensdag in de Volkskrant, waarop bekende Amerikaanse
footballspelers weigeren om op te staan voor het volkslied, hetgeen in de
patriottistische Verenigde Staten een erezaak is. Ze herkennen zich niet in de
tekst over de vrijheid die daarin bezongen wordt. Barack Obama reageerde mild
door te stellen dat zij daarmee in ieder geval het gesprek over dit heikele
onderwerp openden. De zaak van de integratie, die net zo goed in de Europese
samenlevingen aan de orde is, gaat over de vraag of men zich dient aan te
passen aan de bestaande mores of dat men de vrijheid heeft een eigen ruimte in
te nemen. In A raisin in the sun, een
familiedrama in vijf akten geschreven door de strijdbare Lorraine Hansberry die
al op 34 jarige leeftijd overleed, wordt dit thema fraai uit de doeken gedaan. Centraal
staat een zak geld die de familie te verdelen heeft. Ieder heeft daarbij zijn
eigen verlangens.
De zeven personen, die ook buiten de eigen deelname op de
achtergrond zichtbaar blijven en daarmee het collectief benadrukken, brengen
allen op krachtige manier hun overtuigingen en hun twijfels naar buiten. In de woonkeuken
van familie Younger (in een zwarte wijk van Chicago breekt schoondochter Ruth
(Samora Bergtop. rechts op de foto) de dag open. Wat we zien is een tafereel dat overal in de
wereld hetzelfde is, zo hoorde ik om me heen fluisteren. Haar zoon Travis (Yamil
Jones) stapt onder de douche, haar man Walter (Mandela Wee Wee, links op de foto) begint meteen
over de cheque van de levensverzekering die uitgekeerd wordt na het overlijden
van zijn vader. Walter heeft plannen om een slijterij te openen om daarmee van
een eenvoudige chauffeur op te stijgen tot zakenman. Hij sluit meteen een vrolijk
bondgenootschap met zijn zoon, maar ook de relatie tussen hem en Ruth is nog
niet zo slecht als later, als blijkt dat ze zwanger is. Beneatha (Djamila
Landbrug), de zus van Walter, heeft haar eigen levensstijl ontwikkeld met veel
ruimte voor haar eigen behoeften, hetgeen door de anderen laatdunkend wordt geaccepteerd.
Ze komt meteen in aanvaring over het geloof met Lena (Jetty Mathurin), die met
haar Surinaamse uitstraling een zorgzame matriarch neerzet, die het als haar
taak ziet de familie bijeen te houden. De plannen voor een slijterij verwerpt
ze resoluut. Ze wil drankzucht niet bevorderen en vindt ook dat zij arbeiders
zijn en geen ondernemers. Symbolisch is een plantje dat ze met hart en ziel
beschermt.
Het drama neemt aan het eind van de eerste akte toe als Ruth
flauw valt. Ze denkt erover haar kind in de armoedige omstandigheden weg te
laten maken, hetgeen tegen de principes van Lena is. Beneatha krijgt verkering
met Joseph Asagai (Adam Kissequel) die de Afrikaanse tradities aanhangt en haar
een kleurige jurk geeft waarmee Beneatha pronkt en danst tot ze door Travis aan
het schrikken gemaakt wordt. Later wordt ze ingepalmd door George - ook door
Kissequel gespeeld - die minder ideologisch is en meer van een plezierig leven
houdt. De aankomst van de cheque voert de druk op. Lena koopt een huis in een
betere witte buurt. Walter is nijdig dat hij geen geld voor een slijterij
krijgt en ziet zich in zijn ambities gedwarsboomd. De moeizame verzoening met
Ruth wordt mooi in beeld gebracht. Hij krijgt zelfs het geld van Lena in
beheer. Die hoopt dat hij daarmee meer verantwoordelijkheid zal leren dragen.
Dat is echter valse hoop. Walter investeert in verkeerde zaken waardoor het
geld verloren gaat. Om zijn fouten goed te maken wil hij een akkoord sluiten
met de blanke Karl (Yorick Zwart) de voorzitter van een wijkcomité, die met
verkapte termen zwarten uit de wijk wil weren. Tenslotte blijkt de zwarte trots
sterker dan het bezit van geld, dat tot de dag van vandaag de dominante factor
is in de blanke cultuur.
Humor is bij alle zwaarte gelukkig nooit ver weg. Het begint
er al mee dat Walter zijn zoon zoveel kleingeld meegeeft dat hij niet alleen
met de bus maar zelfs met de taxi naar school kan, maar vervolgens moet hij zelf
aan zijn vrouw vragen om geld voor de bus, waarop zij hem zoveel muntjes meegeeft
dat hij ook met de taxi kan. Ideeën over de primitieve leefwijze in Afrika
worden vrolijk op de hak genomen. Alleen al de starre figuur van Karl in zijn
krappe witte broek waarvan hij de pijpen na het gesprek naar beneden trekt,
wekt de lachlust op. De voorstelling wordt ondersteund door subtiele muziek
variërend van sfeervolle jazz tot hard getrommel en slepende saxofoonklanken. In
het duwen van de draaischijf die de akten van elkaar scheidt is de
spierkracht van de slaven te herkennen is, al had de woonkeuken zelf wel wat
armoediger gemogen. A raisin in the sun,
vertaald door Esther Duysker en geregisseerd door Teunkie van der Sluijs, heeft
na de première op Broadway in 1959 in ieder geval nog niets van zijn actualiteit
verloren.
Hier
meer informatie op de site van de Toneelschuur. Daarop ook een link naar de
site van Well made producties met nog
meer informatie. De foto is van Jean van Lingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten