Politieke uitgever op de hartslag van zijn tijd
Schrijfster en journaliste Geke van der Wal schreef een
biografie over uitgever Rob van Gennep, die vanaf de jaren zestig links
Nederland bediende van literatuur over allerlei zaken die veranderd moesten
worden. Halverwege de jaren tachtig kwam daarin de klad. De tijdgeest
veranderde en de winkel sloot. Zelf was Van Gennep helemaal niet zo’n activist.
Hij was meer een praktisch man die zijn uitgeverij in leven probeerde te
houden. Van der Wal kwam op het idee van een biografie door een artikel dat ze
schreef. Ze merkte dat Van Gennep een spin in het web was bij linkse
activiteiten. De jaren zestig en zeventig kwamen als het ware tevoorschijn in diend
producties.
Jeroen van Kan vraagt of het lastig was de ongrijpbare man
te portretteren, maar Van der Wal had daar weinig last van. Ze veronderstelde
al geen groot innerlijk leven. Van Gennep was wie hij was, iemand die zich meer
bekommerde om de vaste boekenprijs dan om een idealist. Via bekenden wist ze
toch wel het een en ander over de uitgever te weten te komen. Het portret dat
ze maakte is geen psychologische analyse, maar meer een beschrijving van de
manier waarop hij zich gedroeg. Met zijn politieke uitgaven zat hij op de
hartslag van de tijd.
Van Kan zegt dat zijn boekhandel het epicentrum van links
Nederland vormde en dat hij ook een vrij huwelijk had.
Van der Wal refereert aan 10 over rood van Nieuw Links binnen de PvdA die op zijn kantoor een
persconferentie gaf. Hij elektrifiseerde de tijd, zei een medewerkster van hem.
Van Kan brengt in dat Van Gennep niet erg kieskeurig was wat
zijn uitgaven betreft. In een tijd van polarisatie tussen verschillende linkse
stromingen, gaf hij alles uit wat binnen de linkse bandbreedte paste. Een ander
noemde de uitgeverij een bewustzijnsverruimende industrie.
Van der Wal noemt hem een professioneel uitgever. Hij moest
er wel van kunnen leven. Linkse handel was goede handel in die tijd. Zelfs
Bruna gaf Het rode boekje van Mao uit.
Van Kan begint over het inzakken van de markt in de jaren
tachtig.
Van der Wal zegt dat theoretische boeken al eerder minder in
de belangstelling stonden. Van Gennep stapte daarom over op vertaalde
literatuur met een maatschappelijke inslag zoals het werk van Gyorgy Konrad.
Van Kan toont een fragment uit het VPRO programma Linkse boekhandels waarin we Van Gennep
zelf aan het woord horen: in 1985 ging de winkel dicht, omdat mensen minder
tijd hadden om te lezen en het actievoeren belangrijker werd, zoals de
kraakbeweging liet zien.
Van der Wal zegt dat Van Gennep minder had met de nieuwe verzetsbewegingen.
Hij had het ook wel gezien. Misschien had hij al te lang zijn winkel
opengehouden. In een algemene boekhandel had hij geen zin, daar waren er al
genoeg van.
Van Kan zegt dat hij met zijn uitgaven een goede neus had
voor wat belangrijk was.
Van der Wal zegt dat hij veel las en een groot
internationaal netwerk had zodat hij wist wat er speelde, al miste hij
natuurlijk ook wel eens wat. In een tijd dat het moeilijker was om te overleven
kon hij toch steeds weer een konijn uit de hoed toveren, zoals met Tuinfeest (1988) van Konrad.
Van Kan karakteriseert hem als een koopman met idealen,
zoals bleek uit zijn opvatting dat iedereen in de uitgeverij hetzelfde moest
verdienen. Hoewel dat niet werkte hield hij vast aan zijn uitgangspunten.
Van der Wal zag dat ook terug in de collectieve beslissingen
die men nam. Het imago van de uitgever was belangrijk. Hij was breed links.
Alles wat daarin hoorde, paste in de uitgaven. Dat heeft hij altijd
volgehouden. Daarmee bleef hij trouw aan zichzelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten