Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 29 september 2016

Recensie: Ga heen, zet een wachter (2015), Harper Lee


Veranderingen gaan langzaam en vragen veel geduld

De onlangs overleden schrijfster Harper Lee is vooral bekend van haar roman To kill a mockingbird (1960) die ze schreef drie jaar na Go set a watchman. Dit laatste boek is pas vorig jaar gepubliceerd en in het Nederlands vertaald door Ko Kooman onder de titel Ga heen, zet een wachter, een zinsnede uit Jesaja 21:10. Over de laatste roman is veel te doen geweest, maar in de roman daarover geen spoor. Niets over de vader van hoofdpersoon Jean Louise die, net als in het leven van Harper Lee, een advocaat in Alabama is. In To kill a mockingbird is hij duidelijk tegen rassendiscriminatie maar in Go set a watchman neemt hij een heel wat minder positief standpunt in, hetgeen zijn dochter die uit New York op vakantie is in haar geboortestad in Alabama, in een zware crisis stort.

Prachtig is de intieme, persoonlijke sfeer waarmee Lee het karakter van Jean Louise Finch beschrijft. Ze presenteert haar zeer overtuigend aan de lezer, alsof het geen zestig jaar geleden is dat de roman geschreven werd. Opvallend is hoe de dialogen gescheiden zijn van stukjes informatie, hetgeen een beginnende schrijver een duidelijk voorbeeld geeft hoe men een tekst kan opbouwen. Jean Louise is opgegroeid zonder moeder, maar inmiddels een onafhankelijke en eigenzinnige jonge vrouw die in New York een baan gevonden heeft. Bij terugkeer in haar geboortestreek voor een paar weken schrikt zij van de starre opvattingen die men daar heeft over de zwarte bevolking. Nergens vindt ze gehoor voor haar eigen liberale opvattingen. Ook Henry Clinton, de vriend van haar overleden broer Jeremy, die graag met haar wil trouwen, blijkt besmet met het virus van discriminatie. Tenslotte vertelt de dwaze oom van Jean Louise hoe rechtlijnig ze is, dat ze zich dient los te maken van haar opvattingen over haar vader en haar eigen positie in de strijd om gelijke burgerrechten in te nemen.

De haat liefde verhouding met Henry, die met een litteken uit de oorlog gekomen is en haar komt ophalen van het station omdat haar vader veel last heeft van reuma, wordt mooi verbeeld. Ze vertelt hem al gauw hoe zij over relaties denkt, namelijk zoals ze die New York waargenomen heeft:
Het begint met de vrouwen die zich doodvervelen omdat hun mannen zo moe zijn van het geld verdienen dat ze geen aandacht meer voor hen hebben. Maar als die vrouwen een keel opzetten, gaan de mannen, in plaats van zich af te vragen waarom, op zoek naar een meevoelende schouder om op uit te huilen. En als ze het dan beu worden om over zichzelf te praten, gaan ze terug naar hun eigen vrouw.’
Tot weer hetzelfde gebeurt. Een vermoeiende cirkelgang. Net zo erg als de starre manier waarop blank en zwart in het Zuiden met elkaar omgaan.

De desillusie die zij in haar geboorteplaats beleeft, wordt afgewisseld door boeiende flashbacks naar spelletjes die zij als kind met haar broer en Henry speelde, zoals een dienst nadoen met een preek door een dominee in de baptistische traditie die te onderscheiden was van de methodisten en de presbyteranen. Een andere mooie anekdote gaat over de borstvulling die Jean Louise droeg tijdens het eindexamenfeest van haar broer. De vulling zakte van zijn plaats, werd door Henry verwijderd maar door de rector gevonden, hetgeen de hele schoolpopulatie de volgende dag op een reprimande kwam te staan. Ontroerend is een fragment waarin Jean Louise, die slecht is voorgelicht, denkt dat ze een baby in haar buik draagt en van een silo wil springen op de dag voordat ze denkt dat het geboren wordt.

Een diepe kloof met haar omgeving ontstaat als Jean Louise een racistisch pamflet ziet, dat door haar vader gelezen is. Ze gaat in het geheim naar de bespreking die daarin genoemd wordt en schrikt van het feit dat Henry en haar vader een actie goedkeuren om de rechten van zwarten te beknotten. Ze wil het liefst spoorslags naar het Noorden maar wordt terechtgewezen door haar oom die haar een zeloot ter grootte van een knolraap noemt. Hij vindt dat ze haar hooghartige houding moet laten varen en met twee benen op de grond moet gaan staan om, net als de wachtpost die in Jesaja wordt genoemd, mee te werken aan het veranderen van de publieke opinie.

Het is opmerkelijk dat Lee daar halverwege de roman al op preludeert, namelijk als Jean Louise terug van de verbijsterende bespreking in de logeerkamer meteen in slaap valt:
Was ze in staat geweest na te denken, dan had Jean Louise misschien de komende gebeurtenissen kunnen voorkomen door de gebeurtenissen van die dag te zien als een zich altijd weer herhalend verhaal dat zo oud was als de wereld: het hoofdstuk waarbij zij betrokken was begon tweehonderd jaar geleden en speelde zich toen af in een trotse samenleving die tegen de bloedigste oorlog en de hardste vrede in de moderne geschiedenis bestand bleek. Nu speelde het zich af op privéterrein en in de avondschemering van een beschaving die door geen oorlog of vrede kon worden gered.
Had ze het inzicht gehad, had ze de muren van haar uiterst selectieve, geïsoleerde wereldje kunnen doorbreken, dan had ze kunnen ontdekken dat ze haar hele leven had geleden aan een visueel gebrek dat door haarzelf en haar naaste omgeving onopgemerkt was gebleven: ze was van nature kleurenblind. 

Aan het eind van de roman komt die kleurenblindheid terug als de verklaring die haar oom aan Jean Louise geeft voor haar idealistische opvattingen, die gemakkelijk te denken zijn maar in het Zuiden moeilijk te leven. De oom zegt dat men vrienden het hardst nodig heeft als men ongelijk heeft. Dat gaat dan over opvattingen dat het nooit goed kan gaan als zwarten dezelfde rechten als blanken krijgen.

Lee refereert in het citaat aan de oorlog die tussen 1775 en 1783 tegen de Engelsen werd gevoerd en uitmondde in de Verklaring van Onafhankelijkheid, waarin de rechten van de zwarte Amerikanen niet duidelijk vastgelegd waren. De Amerikaanse burgeroorlog die van 1861 tot 1865 duurde leidde tot afschaffing van de slavernij, maar nog steeds kampt het land met het rassenprobleem zoals een reeks van incidenten laten zien, waarbij het recente politiegeweld in Charlotte. Ook zestig jaar later blijkt dat de tijd in sommige opzichten nog steeds langzaam gaat.    

Hier het eerste hoofdstuk, dat meteen de persoonlijke stijl van Lee volop toont.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten