Hard werkende soulartiest vergaloppeert zich in politiek
opzicht, maar leeft voort als legende
Alex Gibney is niet alleen een getalenteerd maar ook een
zeer productief documentairemaker. In 2014 maakte hij naast Mr. Dynamite -The rise of James Brown en andere documentaires ook nog de lange
documentaire Finding Fela over het
leven van de Afrikaanse zanger Fela Kuti. De zwarte James Brown die uit South
Carolina of volgens anderen uit Tennessee komt, gebruikte net als de Nigeriaan
Fela Kuti zijn muziek als wapen. Beiden kregen te maken met tegenstand in hun
band, maar leven toch voort als legenden.
Om te beginnen wordt de oudere Brown gevraagd naar zijn
definitie van soulmuziek. Die komt volgens de zanger voort uit onderdrukking.
Brown werd in het Zuiden van de Verenigde Staten in 1933 geboren en groeide op
in een tijd van segregatie. Volgens een legende werd hij doodgeboren maar door
een tante met mond op mond beademing tot leven gewekt. Zijn vader was een arme
arbeider die dennenbomen ontvelde voor terpentijnproductie en zijn moeder
verliet het gezin toen Brown vier jaar oud was. Op zijn zesde ging hij met zijn
vader naar Augusta in Georgia en werd daar schoenenpoetser. Hij zong voor het
bordeel van zijn tante en danste voor soldaten. Op zijn vijftiende werd hij
opgepakt vanwege diefstal. Na zijn vrijlating werd hij opgenomen in het gezin
Byrd. Samen met zoon Bobby begon hij The
famous flames. Soul was in die tijd vooral bekend als kerkmuziek en Brown
weekte het daarvan los.
De armoedige jeugd is ongetwijfeld
van grote invloed op de latere carrière van Brown, die in zijn beginjaren een
stand in was voor Little Richard. Hij was iemand die heel hard werkte om succes
te bereiken en lette goed op dat zijn bandleden goed gekleed gingen. Zijn
eerste hit was Please uit 1956. De
groep speelde vooral voor zwarten, maar met zijn tweede hit Try me (1958) doorbrak hij de rigide
onderscheid tussen de zwarte - en de popmuziek. Vooral de live optredens in het
Apollo theater in Manhattan waren zeer succesvol. Brown trad wel zes keer per
dag samen met anderen op. Met het album Live
at the Apollo (1962) bereikte Brown een nog groter publiek. Mick Jagger,
die de documentaire produceerde, stak veel op van zijn optredens en nodigde hem
uit om mee te doen met de muziekfilm T.A.M.I.
Brown was teleurgesteld dat hij niet de afsluitende act mocht doen en achteraf
vond Jagger zijn eigen optreden een anticlimax na het sterke voetenwerk van
Brown, maar Brown had daarmee wel nog meer toegang tot het blanke publiek
gekregen.
Gibney gaat in op de invloeden die op de muziek van The famous flames inwerkten. De
soulmuziek van Brown, die gebaseerd was op gospel en blues, evolueerde op zijn
beurt weer verder door de jazz invloed van saxofonist Alfred Ellis en de
inbreng van de drummers Melvin Parker, John Starks en Clyde Stubblefield. In
1967 ontstond daaruit de funk met het nummer Cold Sweat. Hoewel Brown geen noot kon lezen, wilde hij wel de
touwtjes in handen hebben. Een van de bandleden omschrijft hem als een tiran
die tijdens hun optreden boetes uitdeelde door met het openen en sluiten van
zijn hand het bedrag aan te geven dat met het verzuim samenviel. Een optreden
in de goed bekeken Ed Sullivan show maakte hem beroemd in de hele Verenigde
Staten. Brown liet zich gelden aan de zijde van Marten Luther King in de strijd
voor gelijke burgerrechten. King zei over Brown dat hij de echte Black Power
was. In 1968 bracht hij met zijn slogan Say
it loud - I’m black and proud een verandering in de sociale dynamiek
teweeg.
Anderzijds was Brown ook een eenzaat die niemand om hem heen
vertrouwde en met oogkleppen op zijn eigen weg ging. Hij steunde in 1972 presidentskandidaat
Nixon, hetgeen hem veel populariteit kostte en probeerde een restaurantketen op
te zetten, die echter niet van de grond kwam. Zijn band leed daaronder en veel
leden stapten op door de slechte betaling. Het kostte veel tijd tot de nieuwe
band een eigen sound ontwikkeld had. Het nummer met de gewaagde titel Sex machine droeg bij aan de
vernieuwing. Hij stond aan de basis van grootheden als Michael Jackson en
Prince en leeft voor in de muziek van velen die door de van oorsprong arme
kleurling zonder ouders maar met een grote ambitie en veel talent geïnspireerd
werden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten