De wonderlijke wegen in het leven van ons mensen
Het is alweer ruim drie jaar geleden dat Margriet de Moor
met Wim Brands over haar roman Mélodie
d’amour sprak, maar inmiddels heeft ze weer een nieuweling aan haar
imposante werk toegevoegd. Andermaal komen hierin de wonderlijke wegen die
mensen in het leven gaan tot uiting. De Moor is een beschaafde vrouw die niet
wil verklaren, maar vooral tonen hoe het leven geleefd wordt. In Van vogels en mensen gaat over een
waargebeurde geschiedenis waarin een vrouw wordt veroordeeld voor een moord op
een bejaarde man, die ze niet begaan heeft. Haar dochter is daarover zo kwaad
dat ze de echte moordenares vermoordt.
Jeroen van Kan vraagt over de reden van de aardige dochter
om haar moeder te wreken.
De Moor vertelt dat Marie Lina zo kwaad was toen haar moeder
gearresteerd werd dat ze begon te gillen. Die schreeuw heeft haar verder in
haar leven begeleid. Hoewel ze een gelukkige vrouw was met een lieflijke
persoonlijkheid en een lieve man kon ze niet accepteren wat er in haar jeugd
gebeurd was. De arrestatie leidde tot een nevenpersoonlijkheid die los stond
van haar eigen persoon. Een bouwput voor de metro bij de ingang van het
Centraal Station werd de plaats waar de wraak zich voltrok. De Moor zag die put
ooit en die kwam terug in haar herinnering toen ze die nodig had. Alles wat ze
schrijft is visueel, zegt ze, terwijl ze in haar eigen leven wazig ziet.
Van Kan vraagt haar of haar boeken talentvoller zijn dan zij
zelf is.
De Moor beaamt dat grif. De verschillende hoofdpersonen in
de roman gaan hun eigen gang. Rinus de man van Marie Lina, is op de hoogte van
de gedachten van zijn vrouw maar grijpt niet in.
Van Kan vindt het wrang dat de moeder en de dochter beiden
op zoek zijn naar schuld.
De Moor ziet het anders. Marie Lina heeft een dubbelspoor
voltooid dat ze in haar hoofd had. Ze hoort in de gevangenis van Zwolle van een
uitbraak in de Bijlmerbajes, maar heeft geen behoefte om te ontsnappen. Ze zit
de tweeëneenhalf jaar straf gewoon uit. Volgens De Moor bestaat het leven niet
uit oorzaak-gevolg relaties. Ze vraagt zich af hoe de moordenares kon leven
terwijl een onschuldige in de gevangenis zat. Ze vond deze vrouw, die met haar
broer leeft en hem het geld geeft dat ze gestolen heeft van de bejaarde man,
niet echt sympathiek.
Van Kan vraagt hoeveel inzicht men in zo’n gebeurtenis moet
hebben.
De Moor zegt dat het haar vooral om het tonen gaat. Ze
beschrijft eerder het hoe dan het waarom, net zoals dat in de film gebeurt. De
aanleiding voor haar romans is vaak miniem. Ze komt erop terug dat de moeder,
die in de cel belandde, het dienstmeisje was van de bejaarde man. Ze werd
geïntimideerd door rechercheurs die veel machtsvertoon uitoefenden, waarop ze
ging denken dat ze de moord begaan had. Ze zag die terug in een droom en
bekende vervolgens. Volgens De Moor is dit geen wet die voor iedereen geldt. De
moeder herinnerde zich pas later wie de moordenares was, hetgeen iets duidelijk
maakt over de wonderlijke werking van het geheugen.
Van Kan begint over de vogels die een belangrijke rol spelen
in het boek.
De Moor zegt dat dit kwam door Rinus ze tot vogelverjager op
Schiphol bombardeerde. In haar onderzoek naar dit personage ging ze mee met een
collega van hem en leerde veel van zijn vak. Marie Lina heeft een vogel in haar
cel, iets wat wordt toegestaan.
Hier
mijn verslag van het gesprek dat Wim Brands in 2013 met De Moor over Mélodie d’amour had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten