Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 5 september 2016

Philip Snijder over Bloed krijg je er nooit meer uit, VPRO Boeken, 4 september 2016


Schrijverschap gaat boven familietaboes

Philip Snijder is een schrijver die zijn eigen sociale milieu als bron voor zijn werk gebruikt met alle problemen rond de openbaarheid van dien. Anderhalf jaar geleden sprak hij daar al over met Wim Brands naar aanleiding van zijn roman De volcontinu. Dit onderwerp komt weer terug in het gesprek dat Jeroen van Kan met hem heeft over Bloed krijg je er nooit meer uit. Deze vijfde roman handelt over een vijftigjarige man die terugkijkt op de relatie met zijn tien jaar jongere zus Francien. Hij is aanwezig bij haar sterven in het ziekenhuis en bezoekt daarna het huis waar ze woonde, hetgeen de aanleiding vormt tot schaamtevolle herinneringen.

Van Kan begint erover dat de ontmoetingen met Francien door de man werden afgewezen.
Snijder vertelt dat de zus uit was op steun om haar leven op gang te brengen en dat de man haar de rug toekeerde. De man weet door het slechte contact niet goed wie zij is. In het boek wordt dit zichtbaar door de Proloog die zich rond haar verwekking afspeelt en het tweede deel dat na haar overlijden speelt. Daartussen bevindt zich een groot gat.

Van Kan zegt dat de man er toch in slaagt het contact met de familie te behouden.
Snijder antwoordt dat de man niet persoonlijk groeit, al is er aan het slot een andere richting waar te nemen. De verteller is op het moment van het sterven van de zus juist bezig met zijn literaire debuut, dat lijkt op Zondagsgeld. Snijders vroeg zich af of hij dat boek, dat een onthullend beeld geeft van zijn familie op het Bickerseiland in Amsterdam, wel moest publiceren. Deze twijfel speelt in Bloed krijg je er nooit uit door het verhaal heen.   

Van Kan zegt dat de zus het verhaal Zondagsgeld in een literair tijdschrift las.
Snijder had niet gedacht dat zijn familie het zou lezen, maar een tante hoorde ervan van de vrouw van een boekhandelaar op de Haarlemmerdijk. De zus had na lezing kritiek op haar broer. Waarmee we zijn aangeland bij het probleem van het persoonlijk schrijven. Wanneer wordt zoiets een etaleren van familieproblemen? Volgens Snijder verdraagt een persoonlijk gekleurde roman net zoveel fictie als nodig is om het verhaal rond te krijgen. Hoeveel dat is heeft te maken met de intuïtie van de schrijver. Zelf zet hij de vraag hoever hij kan gaan, uit zijn hoofd. Schrijverschap gaat boven de taboes die hij aankaart, al levert dat geen zuiver geweten op.

Van Kan vraagt of meespeelt dat het dilemma moeilijk uit te leggen is aan de familie, maar Snijder antwoordt dat dit niet helemaal zo is. Hij probeert de kwestie te ontwijken.
Het is een comfortabele positie dat hij desondanks geaccepteerd wordt in de familie.

Van Kan komt terug op de schaamte van de hoofdpersoon, die soms de ergernis van de lezer opwekt, zoals ook Marloes Otten in haar bespreking op het literaire weblog Tzum opmerkt.
Snijder komt erop terug dat er op het eind toch een verandering waarneembaar is bij de hoofdpersoon, die bang was om terug te vallen. Schaamte over de familie verdubbelde zich door de schaamte daar weer over. In het huis van Francien vindt een omslag plaats, een kanteling in gevoel en houding. Snijder vertelt dat zijn zus het ongeluk had dat ze zeven jaar was toen hun vader zwaar ziek werd. Terwijl hij de dans kon ontspringen, miste zijn zus de kracht om uit het milieu te ontsnappen.

Van Kan eindigt ermee dat de tragiek was dat ze tegelijk zijn steun zocht.

Hier mijn verslag van het gesprek van Brands met Snijder over De volcontinu, hier de recensie van Bloed krijg je er nooit uit door Marloes Otten op Tzum.

2 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. niet dat ik dit ooit bij mijn zus deed: afwijzen, maar gewoon om te zien hoe een ander iemand om gaat met zoiets ergs

      Verwijderen